De gemeenteraadsverkiezingen komen eraan en we worden geacht te stemmen. Maar ondertussen staat de klimaat-apocalyps voor de deur. Zijn er ook gemeentepolitici die verder kijken dan een scheefliggende stoeptegel? VICE gaat in ‘Ten einde raad’ naar ze op zoek.
De oplossing voor klimaatverandering zou in zicht moeten zijn, want de technologie ontwikkelt zich erg snel. Groene energie is daardoor inmiddels goedkoper dan fossiele brandstof (nog los van de huidige prijzen van gas en olie). Toch schiet het niet op. Volgens een recent rapport van VN-klimaattak IPCC ontkomen we door dit trage tempo niet aan klimaatrampen in de toekomst. Kernenergie staat weer op de politieke agenda als ‘duurzame’ manier om de boel te versnellen, en ondertussen zijn we nog altijd afhankelijk van gas dat uit Rusland komt.
Videos by VICE
De gemeenteraadsverkiezingen lijken vergeleken met dit alles misschien triviaal, maar niets is minder waar. Want waar de windmolens, laadpalen, zonnepanelen en ook de energieslurpende datacentra komen te staan, wordt grotendeels lokaal bepaald (al grijpt de landelijke politiek soms in). Het debat in de gemeentepolitiek gaat vaak over bureaucratische details als omgevingseffecten en CO2-metingen, waardoor het met energieprojecten lang niet altijd opschiet en multinationals vaak met van alles wegkomen. Chautuileo Tranamil, die voor BIJ1 in Amsterdam in de raad wil, vindt dat we op een radicaal andere manier moeten gaan nadenken over klimaatverandering.
Chau is geadopteerd door Nederlandse adoptieouders nadat ze, zoals tienduizenden andere baby’s, onder de Chileense dictatuur geroofd was uit het ziekenhuis. Op haar zestiende kwam ze weer in contact met haar biologische moeder, die Mapuche bleek te zijn. Chau is ervan overtuigd dat de wijsheden van deze Zuid-Amerikaanse Inheemse gemeenschap een plek moeten krijgen in het klimaatbeleid. “Er is Inheemse kennis in Amsterdam. Die kennis bestaat al duizenden jaren, en moet worden meegenomen. Als we dat niet doen, heb ik het idee dat de wereld ten onder gaat.”
Om meer over die kennis te weten te komen, woon ik een door Chau georganiseerde Kelluwün-ceremonie bij, die haar tijdens haar campagne moet helpen. De ceremonie vindt plaats rond een vuur op een grasveldje in Schellingwoude. Naast harmonie met het universum is wederzijdse steun van mensen onderling een doel van deze ceremonie, en dus zijn er drie anderen aanwezig. Ze hebben allemaal een Inheemse achtergrond, maar zijn niet allemaal Mapuche. Chau voelt een sterke verwantschap met mensen die afstammen van Inheemse volkeren. “Amsterdam heeft wel een database van hoeveel nationaliteiten er in de stad zijn, maar als je écht divers wilt zijn moet je kijken naar hoe mensen zichzelf zien. Ik sta bijvoorbeeld geregistreerd als Chileens, maar ik zie de Chilenen eerder als de zoveelste onderdrukkers van de Mapuche. En er zijn ook mensen die zich net als ik Amsterdammer voelen, maar zich daarnaast niet beschouwen als Surinaams, maar als Kalihna.” Dat geldt in ieder geval voor Willem, die bij de ceremonie aanwezig is. Hij zingt vanavond liederen in het Karaïbs. Chau kan die taal niet verstaan, maar rituelen als deze komen in hun beider culturen voor. “Je hebt zoveel meer werelden dan alleen jouw wereld,” legt Chau uit. “De bovenwereld en de onderwereld. De bovenwereld is de wereld van je voorouders. Via orale overdracht hebben zij je mythes en verhalen geleerd. En die geef je zelf ook weer door.”
De vuurceremonie begint met wat Chau het “leggen van intenties” noemt. De deelnemers leggen allemaal wat zaden en bonen neer op een doek met een geweven cirkel. Ze voeden daarmee moeder aarde, en spreken uit wat zij terug hopen te ontvangen. Ook wordt er wijn op de grond gesprenkeld. “Ik heb dat in Latijns-Amerika overal gezien. Voordat je zelf wat drinkt, geef je eerst aan moeder aarde. Pachamama. Ik doe het zelf bijna altijd, ook als ik in de tuin wat aan het drinken ben met vrienden. Er zijn mijnwerkers in Chili die moeder aarde sigaretten geven voordat ze afdalen in de mijn, in de hoop veilig terug te keren. Het moeten waardevolle of zeldzame dingen zijn.” Het doel van die giften is om een wederkerige relatie met de aarde te onderhouden. “Het is belangrijk om toestemming te vragen aan de voorouders,” vult Chau aan. “We moeten vragen of we hier mogen zijn en of ze hun kennis willen delen. Aan een boom moet je bijvoorbeeld toestemming vragen voordat je die kapt. Dat zou met de klimaatcrisis erg hebben geholpen, want toestemming vragen betekent dat je soms een “nee” krijgt.”
Om te weten of je toestemming krijgt, is het belangrijk om goed naar de aarde te luisteren. Maar dat is niet makkelijk. “Het is een vaardigheid die we in het Westen bijna kwijt zijn. Een paar jaar geleden was er een hele grote aardbeving in Chili, waarbij veel mensen zijn omgekomen. Ik probeerde mensen die ik daar ken te bereiken, maar ze waren al door hun familie in de bergen gebeld en gesommeerd om de stad uit te gaan. Ze wisten dat die aardbeving eraan kwam, terwijl het technologische systeem dat ze gebruiken om aardbevingen te voorspellen nog niks had gemeten. De vraag is: hoe weten zij dat? Welke signalen hebben ze afgelezen? Dat is kennis van de Inheemse bevolking, die je moet omarmen.” Volgens Chau zijn wetenschappers nu al bezig om die eeuwenoude kennis van de natuur terug te brengen in het heden. “Binnen de regeneratieve landbouw, bijvoorbeeld.”
Chau denkt dat deze kennis ook bij het maken van klimaatbeleid behulpzaam zou kunnen zijn. Door BIJ1 is ze gevraagd om het toe te passen op de klimaatparagraaf in hun verkiezingsprogramma. Voorafgaand aan het gesprek heb ik een filmpje bekeken van een groep Mapuche die in Chili een windmolenpark inwijdt dat honderdduizenden huishoudens van groene stroom kan voorzien. Ik vraag aan Chau of dit soort ceremonies inspraakavonden kunnen vervangen, omdat de voorouders kennelijk positiever staan tegenover de energietransitie dan veel burgers die een windmolen in hun uitzicht krijgen.
Maar volgens Chau is het zo simpel niet. De taal van de Mapuche heet Mapudungun, “de toespraak van de Aarde”. De woorden die mensen gebruiken lenen ze van de natuur, die voortdurend boodschappen afgeeft. “Je hebt de geesten van de bomen en van rivieren. Als je goed naar ze luistert, kan je ze begrijpen.” Het gewapper van een windmolenwiek kan de communicatie verstoren, denkt Chau. “Als je veel windmolens bouwt, dan veranderen de klanken. In Chili bouwen ze bijvoorbeeld ook veel hydro-elektrische dammen, maar daardoor stopt de rivier met stromen. De geesten die in de rivier zijn kunnen dan niet meer leven, en de vissen gaan dood. Dat heb je ook met windmolens: die maken zoveel geluid. Er zijn geen vogels meer die in de buurt komen en insecten verdwijnen.” Ze voegt daar nog aan toe dat in Amsterdam veel windmolens gepland staan op de plek waar nu volkstuintjes zijn. “Bij de Kalihna hebben we een lied dat aansluit op de connectie met de omgeving,” vult Willem aan. “Dat gaat zo: een oude man vraagt aan een kleine jongen of het water een boodschap voor hem heeft. En die vertelt aan hem dat het water stroomt, en dat je moet uitkijken. Zoals het leven gaat, zo is het water.” Hij begint te zingen. “Voel je? De connectie met de grond is beter,” zegt hij als het lied voorbij is.
Anders dan bijvoorbeeld GroenLinks is BIJ1 dan ook niet per se voor meer windmolens en laadpalen. Ze willen liever inzetten op gratis openbaar vervoer voor iedereen, en op het aanpakken van vervuilende multinationals. “Energie-opwekking voor grote bedrijven of multinationals is het laatste wat we hier in Amsterdam moeten doen,” zegt Chau. Ze wil weliswaar Inheemse kennis toepassen bij beslissingen over klimaat-maatregelen, maar benadrukt dat spiritualiteit en politiek twee gescheiden werelden zijn. Ze maakt liever een vertaling van het Inheemse gedachtegoed naar ethiek, dan dat ze letterlijk pleit voor ceremonies bij het maken van politieke beslissingen. “Het Westen heeft bijvoorbeeld het woord biodiversiteit. Het woord dat wij daarvoor kennen is Introfil Mongen, dat betekent “al het leven”. Dat is zo heilig, daartegenover moet je je altijd vrijgevig opstellen. Je moet het ten alle tijden beschermen. Met die instelling ga je niet overbevissen of alle fauna uit het regenwoud weghalen. Die filosofie werkt: tachtig procent van de biodiversiteit wordt beschermd door Inheemse volkeren.”
Het idee van wederkerigheid met de natuur wil Chau vertalen naar klimaatrechtvaardigheid, waarbij de kosten van de klimaattransitie worden betaald door de grootste vervuilers. “De klimaatcrisis is een koloniale crisis. Het is belangrijk om heel goed na te denken over de vraag wie de grote verantwoordelijke is voor de problemen waar wij nu mee te maken hebben,” zegt ze, doelend op multinationals. “Dat kun je in Amsterdam als volgt omzetten in klimaatneutraal beleid: zorgen dat de rekening daarvoor niet bij de burger terecht komt, en zeker niet bij de burger met een slecht gevulde portemonnee.” Zo blijkt een eeuwenoud Zuid-Amerikaans geloof volgens Chau prima toepasbaar op de Amsterdamse energietransitie.