alco
ILLUSTRATIE:LÉO GILLET

Identiteit

Ik dealde met mijn social anxiety door mezelf een alcoholprobleem te geven.

Ik besefte dat ik niet langer iemand kon zien zonder te drinken en dat alcohol een voorwaarde werd voor sociale interacties.
Charly Galbin
Brussels, BE

Na twee herhaaldelijke afwijzingen om samen naar Timothée Joly en Salomé in de Botanique te gaan kijken, overtuigde ik mezelf meer avontuurlijk te zijn door alleen naar een concert gaan. Ik had weldegelijk een plan toen ik het idee voorstelde aan mijn vrienden, maar het was mijn schuld dat ik ze pas uitnodigde een dik uur voor het feest zou beginnen. 

Advertentie

Ik heb het idee van alleen uit te gaan altijd bewonderd, maar zelf nog nooit gedaan. Uiteindelijk is het maar een concert, een nice activiteit dus, het is niet alsof ik naar een TEDtalk zou gaan. Ik koop m’n ticket online en vertrek, op zoek naar de eerste nachtwinkel - verstopt achter felle neonverlichting - waar ik mezelf beroof van 2.50 euro voor een Stella. 

Dat doe ik omdat vanavond - meer dan ooit voorheen - alcohol mijn vriend zal zijn. Ik drink de halveliter op terwijl ik wandel, onderweg check ik regelmatig het uur zodat ik optijd toekom aan het concert. Survivalmode. Ik ben alleen, vergeet dat niet. Aan de ingang wachten is best minder leuk als je enige gezelschap de laatste slok in een blik bier is. O, belangrijk punt: ik heb last van social anxiety. Dus ja, stokstijf sta ik - te midden van een lachend publiek - te wachten tot de lichten doven, je zou het survival kunnen noemen. Maar ik faal. Nadat de security me een stempel geeft op m’n hand, besef ik dat - terwijl ik de deuren naar de concertzaal openduw - de zaal nog redelijk leeg is. Shit, waarom beginnen optredens nooit op tijd? Ze willen waarschijnlijk geld binnenhalen, zeg ik tegen mezelf, en zo eindig ik aan de bar. 

Maar, desondanks de pint in mijn hand, blijft het probleem zich aanhouden. Waar zou ik gaan zitten om dit drankje binnen te kappen? Ik moet een belangrijke beslissing maken en ik voel een druppel zweet langs mijn kale plek naar beneden glijden, wat me in alle haast doet beslissen, ga ik me alleen gaan nesten in een enorm krappe rokersruimte waar een hoop artiesten recht uit La Cambre, de ERG, of de Septantecinq - allemaal gekleed in de beste fits en met stylish kapsels - rondhangen, of sluit ik mezelf op in de toiletten tot ik de eerste bas hoor weergalmen in de kelder.

Advertentie

Ik kies er uiteindelijk voor om in het midden van de hoop mensen te gaan zitten, met een saf in de ene hand en pint in de andere, en maak me boos op de natuur omdat ze ons geen derde hand gaf, voor een smartphone. Hier is hij dan, onze moderne hobby, een tool die de stilte verbergt, die de angst voor eenzaamheid wegneemt voor angstige, paranoïde mensen in de samenleving zoals ik. Na een switch tussen sociale media (meerdere keren) merk ik - tussen twee blikken in het donker - dat ik niet de enige ben die alleen is. Twee of drie meisjes hadden dezelfde, moedige stap gezet om alleen uit te gaan. Wanneer ik merk dat er eentje naast me komt staan, merk ik haar nervositeit om met me te praten verdwijnen wanneer ze haar toestel uit haar trui haalt. Vanop een afstand zagen we er waarschijnlijk echt stom uit als ze haar gsm niet had uitgehaald, als twee poëten, starend naar de horizon. En rechtuit vreemd als we hadden besloten mensen aan te staren zonder iets te zeggen.

Maar uit ervaring weet ik dat het niet lang zal duren voor ik depressief word als gevolg van de alcohol. Ondertussen, onderweg, koop ik mijn zesde pint.

Ik verlies mezelf in mijn gedachten, drink de pinten een voor een op na elkaar, en begin een beetje zat te worden. Drie pinten. Dat is de gebruikelijke anderhalve liter die mijn hersenen nodig hebben om me met rust te laten. Dit is meestal het moment waarop het me allemaal niet teveel meer kan schelen of iemand me bekijkt of niet. De angst die ik voel om alleen te zijn wordt ook draaglijker. De extrovert in mij is er nog niet. Aan de andere kant helpen de 3x50cl me wel meer gerust te zijn met wie ik ben: een verlegen en mysterieuze kerel die elk moment veel te intens beleeft om in te beelden dat ik mijn mond zal opentrekken. En dat is nice. Ik vind mezelf goed zo. 

Advertentie

Maar dit greintje zelfvertrouwen is nog te fragiel om van mijn bankkaart af te blijven. Dat weet zij evengoed als ik, ik kan er niet mee ophouden. Wat maar normaal is dankzij het magische effect van alcohol op mijn anxiety. Dat gezegd zijnde, zijn de keren die ik me door teveel alcohol iets te zelfverzekerd voelde, en dat het beter was geweest als ik angstig was geweest ontelbaar. Zoals die ene keer dat ik de spiegels van een van de dikste auto’s in de stad insloeg, of de ruiten van een arme zaak (het was niet eens een bank). Maar zelfs de herinnering aan deze soort bullshit - dat me trouwens deed belanden in een ziekenhuis - weerhoudt me er niet van om mijn hand te vullen met een glas alcohol. 

Het concert had al 30 minuten geleden moeten starten en de eigenaar van de bar is ondertussen waarschijnlijk al rijk. Met een nieuwe pint in mijn hand, neem ik een zot initiatief, ik ga gaan zitten op een hoger gelegen plek van de rokersruimte om de scène beter te kunnen observeren. Ik moet zeggen dat ik dankzij mijn paranoia - en door in het midden van de arena te gaan zitten - elke lach die ik hoorde aanvoelde als een direct gevolg van mijn arme toestand als eenzame mens. Is dat irrationeel? Niet echt, vertelde mijn laatste psycholoog mij: als de angst er is, dan komt dat doordat het op een bepaald moment van nut is geweest. Zoals een alarmbel waarschuwt het me van mogelijk gevaar, zodat ik me eraan kan aanpassen.

Advertentie

Best handig, maar door dit gevaar neemt de angst niet altijd de moeite om te denken of het absurd is of niet. Denk maar aan een muizenfobie, de meeste mensen ervaren geen verlammende angst in het gezelschap van een knaagdier. Net zoals de meeste mensen best goed kunnen dealen met samenwonen met andere mensen. Hoe onwaarschijnlijk het ook is, de angst van deze twee zaken kan verklaard worden door een aangeleerd mechanisme, de angst van de ouders door het kind of gewoon door de herinnering aan een stimulus die gepaard gaat met een onaangenaam gevoel. Ik ga niet dieper ingaan op de oorzaak van mijn musofobie, maar in termen van mijn sociale angsten, is het gemakkelijk uit te leggen. Mijn moeder’s stress zien wanneer ze de telefoon moest opnemen of de schaamtelijke herinnering van klasgenootjes die me uitlachten toen mijn wangen zo rood als een kreeft stonden bij het minste dat ik iets zei, helpen niet echt. 

Deze mentale aanleg pusht me om meer te drinken dan dat goed is voor me. Je zou het een copingsmechanisme kunnen noemen, een soort gedrag om me aan te passen aan de stress veroorzaakt door de aanwezigheid van andere mensen. Dit kan leiden tot een chronisch hoge alcoholconsumptie, of zelfs verslaving. Een problematisch niveau dat ik waarschijnlijk heb bereikt, net zoals 10% van jonge Belgen, schatten we. Toen ik me bewust werd van dit copingsmechanisme kwam ik al snel terecht in een eindeloze spiraal van schuldgevoelens. Terwijl de meerderheid van jongeren ouder dan 15 (90.2%) die alcohol drinken, dat doen op een gezonde manier - dus puur voor het plezier - ben ik eerder onredelijk in mijn consumptie, iemand die niet weet wanneer te stoppen, omdat ik meer dan enkel plezier terugvind in mijn glas. 

Advertentie

Als ik - in plaats van OCMWgeld - een dubbel minimumloon zou verdienen, zou ik misschien meer middelen hebben om anders om te gaan met mijn angsten in plaats van talloze glazen binnen te kappen.

Ik kan er wel niet altijd aan doen. Ik heb er niet voor gekozen om bang te zijn van mensen. En daarnaast helpt de sociale context ook helemaal niet. Als alcohol niet zo toegankelijk en waardevol was, dan zou ik misschien dit artikel niet schrijven. Als ik - in plaats van OCMWgeld - een dubbel minimumloon zou verdienen, zou ik misschien meer middelen hebben om anders om te gaan met mijn angsten in plaats van talloze glazen binnen te kappen. 

Bovenaan de trappen word ik omringd door de twee kameraden die ook een poging waagden op een soloavontuur. Hun ogen nog steeds vastgelijmd aan hun respectievelijke telefoonschermen, net zoals ik op de mijne. Elke nieuwe sms is een godsgeschenk. Mijn moeder is verrast om eens een gedetailleerde beschrijving van mijn dag te krijgen na haar dagelijkse “hoe gaat het”-smsje. Mijn lief is verbaasd wanneer ik nog binnen de seconde reageer op haar Twitter DM met een thread over hoe je een mondstuk krijgt van de tandarts als je 's nachts tandenknarst. Elk bericht wordt zorgvuldig bekeken en beantwoord. Ja, ik ben vanavond alleen, maar buiten deze zaal WIL IEDEREEN MIJN AANDACHT OPEISEN. Het is precies een kleine, haard op zakformaat, die telefoon van mij. Ik word er sociaal beter in opgenomen dan in deze afgezonderde zaal. 

Advertentie

Het absurde aan deze strijd met mezelf vermindert naarmate ik meer dronken word. Ik kan mijn ogen eindelijk van mijn scherm loskrijgen, mijn schouders relaxeren, mijn kin duwt zichzelf omhoog vol zelfvertrouwen zoals nooit tevoren. Tegenspoed transformeert tot liefde en tevredenheid. Ik voel me niet langer zoals een schaduw in het midden van dit lawaai. Ik ben nu een met de groep mensen. Mijn ego - dat voorheen diende als een firewall voor mijn angst - is afgezwakt, en de mensen rondom me zijn prachtige wezens in het licht van de Finance Tower die de over deze plek waakt. Dit is het, de alcohol heeft me in zijn macht en wikkelt me in een warm, geruststellend, ontremmend deken. Ik hoor Timothée Joly in de verte zijn eerste woorden zingen. Mijn eenzaamheid verdwijnt in de homogene massa die het publiek vormt en alles is plots zoveel simpeler. Het maakt me niet meer uit of ik alleen ben. Ik haal nog een klein pintje voor de zekerheid en strompel in het donker naar het uiteinde van de zaal waar er geen vallen of illusies meer zijn: iedereen is hier voor dezelfde reden. 

De muziek grijpt me met een passie en terwijl ik m’n laatste vreugdetranen wegveeg, bevind ik me in de eeuwige rokersruimte na het concert. Ik zie een happy ending in alle bullshit. Ik wissel een vage eerste blik uit met iemand nadat ik bijna as morste in mijn glas, daarna hadden we een echt contact, dankzij de traditionele Bic-lighter. De opeenvolgende inflaties op de prijs van tabak hebben geen effect gehad op deze manier van sociaal contact te leggen. Dus hier ben ik dan, deel van een aangename conversatie met twee anderen, zonder een woord over mijn solo-aanwezigheid op het concert. Inderdaad, het interesseert niemand. 

Advertentie

Pint nummer 5. Ik begin een extrovert te worden - of de stem in mijn hoofd toch. Hoewel ik in normale omstandigheden - nuchter dus - al zou zijn weggelopen van het concert, liggend in bed denken aan mijn onzekere blikken en de gemiste kansen om met mensen te praten. Ik neem liever het voordeel uit deze vierde halveliter om te gaan praten met mijn favoriete artiest alsof we elkaar al jaren kennen. Een foto - prachtig dankzij de brakke kwaliteit - legt dit historische moment zelfs voor eeuwig vast. 

Maar uit ervaring weet ik dat het niet lang zal duren voor ik depressief word als gevolg van de alcohol. Ik anticipeer een mogelijke uitnodiging van mijn nieuwe vrienden om samen nog iets te doen en profiteer van het feit dat de artiesten de veranda van de Botanique verlaten om hetzelfde te doen. Ondertussen, onderweg, koop ik mijn zesde pint. Om de lokale economie te steunen natuurlijk, en vooral omdat dat mijn favoriet is. Degene waarmee ik naar muziek kan luisteren, alleen, en trots dat ik een effort heb gedaan om sociaal te wezen. Degene die me toelaat de schoonheid van Brussel te appreciëren - zonder de 101 angsten die me ervan weerhouden op een dagelijkse basis. Ik zit op een bankje in een wolk van tevredenheid, neem wazige foto’s van de stadslichten en geef sigaretten aan eender wie ze vraagt: ik leef. Ik geniet ervan, want morgen ben ik opnieuw bang om zelfs maar mijn boodschappen te doen. 

Advertentie

Ik besefte dat ik niet langer iemand kon zien zonder te drinken en dat alcohol een voorwaarde werd voor sociale interacties.

Mijn verhaal wordt dan een perfect sprookje: “als je uit je comfortzone gaat, dan gebeuren er goeie dingen” of - minder vrolijk - een voorbeeld uit een mogelijk wetenschappelijke paper met de titel “De coëxistentie van een angststoornis en alcoholproblemen maakt deel uit van een vicieuze cirkel die rechtstreeks naar de DOOD leidt.”

Vanuit deze twee interpretaties moet ik dus kiezen. Tenzij beide houdbaar zijn in een laatste lofzang op de nuance. Want ja, als ik terugkwam met meer voldoening dan ooit na dit avontuur met een laatste knuffel van mijn nieuwe vrienden, als ik de indruk had dat ik mijn social anxiety wat kon intomen dankzij alcohol, dan is dat omdat ik mijn probleem niet echt onder ogen heb gekomen. Alles op z’n tijd, de link tussen drugs en plezier is er een die bewezen is en ik zie niet in hoe ik minder recht erop heb dan een ander. En vertrouw er maar niet op dat ik me schuldig zal voelen. 

Want, enerzijds, versta ik heel goed waarom de keuze om aan zelfmedicatie door middel van alcohol enorm aanlokkend is, het is de perfecte valstrik. Waarom iemand verleid wordt om een dagelijkse, kleine, dosis te nemen, zoals in Drunk. Als ik de verwoesting van alcohol in mijn vriendenkring niet had ervaren, dan zou ik dieper zitten. Maar zelfs zonder zo diep te zitten, zie ik het doodlopend straatje van drinken als oplossing voor mijn anxiety voor me. Ik besefte dat ik niet langer iemand kon zien zonder te drinken en dat alcohol een voorwaarde werd voor sociale interacties. Pas toen werkte dat niet altijd meer. Het werd verstorend en gaf me geen goed zelfbeeld. Die avond op het concert had het gewerkt. Maar er zijn andere nachten waar ik veel drink en nooit mijn anxiety niet ontkom. En ik blijf mijn demonen achterna zitten, tot ik niet meer kan. Tevergeefs, blijf ik de volgende ochtend enkel over met een kater en een verschrikkelijke angstaanval. Wat alles alleen maar erger maakt.

Maar anderzijds - zoals ik al zei - is dit alcoholgebruik niet volledig mijn schuld. Dan nog, wie weet, als alcohol een trouwe kompaan was deze avond, dan was het succes van mijn avond misschien niet een onmiddellijk gevolg van de drank. Het feit dat alcohol vanavond wel werkte heeft niets te maken met de drank zelf. Als ik in een meer traditionele setting zou gedronken hebben, zoals met maten op een terrasje na een hele dag binnen zitten bang om naar buiten te gaan, dan zou de alcohol niet het gewenst effect hebben gehad. Nee, vanavond besloot ik om alleen naar een concert te gaan, een grote stap voor de sociaal-angstige mens in mij. Uiteindelijk was alcohol enkel een versterker van mijn moed. De zelfverzekerdheid die voortkwam uit die stap gaf me de moed, die alleen maar werd bevestigd door de alcohol. 

Meer dan een ode aan de alcohol, is dit een reflectie op hokjesdenken - en de daaruit voortvloeiende machteloosheid - die het stigma van geestelijke gezondheidszorg kan veroorzaken. Door mezelf te pushen om alleen naar buiten te gaan vanavond, voelde ik alsof ik mijn identiteit uitbreidde tot iets meer dan enkel het stereotype label van sociaal angstig. Ik wil soms ook gewoon me “normaal” voelen, ik moet mezelf voorliegen om verder te gaan met mijn leven. Dus ja, ik dronk om te overleven in een situatie die voor mij als bedreigend aanvoelt, omdat het toen als noodzakelijk aanvoelde. Waarschijnlijk tot op het punt dat mijn situatie verbetert en ik het niet langer nodig acht. Toevallig twijfel ik er vanavond niet aan dat deze ervaring, zelfs als ik dronken ben, me meer kracht heeft gegeven dan te klagen in de chatroom van een deprimerende Twitch-stream. Maar morgen ga ik terug naar mijn psycholoog, zonder een schuldgevoel. 

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.