Illustratie van Richard Raaphorst uit De UFO's van Soesterberg
Alle afbeeldingen via Bram Roza, illustratie van Richard Raaphorst
Tech

'Het is hoog tijd om het gesprek over ufo's te normaliseren'

Ufo-ambassadeur Bram Roza (39) maakte de allereerste ufo-documentaire van Nederland, over waarnemingen in Soesterberg. "Je merkt dat het stigma minder wordt."
Lisa Lotens
Amsterdam, NL

Op een vroege ochtend in 1979 doet de militaire bewaking van Vliegbasis Soesterberg hun vaste rondje, als opeens een onherkenbaar vliegend object nadert: een zwarte driehoek met drie felle lichten, dat laag en geruisloos over de basis vliegt. “Een luchtspiegeling”, zo luidt de officiële verklaring van de luchtmacht. De VPRO interviewt de groep militairen, tien in totaal, voor een radioprogramma. Ze vertellen wat ze vanaf verschillende plekken op de basis hebben gezien en hoe beangstigend dat was, en hoe van hun verhaal een gebbetje wordt gemaakt door hun omgeving. En een luchtspiegeling? Daar geloven ze niks van, ze weten wat ze hebben gezien. 

Advertentie

Bram Roza, die al achttien jaar de website ufomeldpunt.nl beheert, is zo mateloos gefascineerd door het verhaal, dat hij de documentaire De Ufo’s van Soesterberg erover maakt. In de film wordt een deel van de originele militaire getuigen gesproken over de zwarte driehoek, maar ook nieuwe getuigenissen van militairen en mensen in de buurt worden uitgelicht. Bijvoorbeeld van een vrouw die ‘s ochtends paardreed en een gigantische schotel met gekleurde lichten zag vliegen, twee broers die vertellen over het mysterieuze vliegende object dat hun vader ooit zag op, of een militair die op de basis zeker twintig minuten naar een stilstaand lichtgevend zwevend object heeft staan kijken. Alle personages hebben hun leven lang behoorlijk geworsteld met hun waarneming – niet omdat ze hun eigen observatie wantrouwen, maar omdat ze nauwelijks geloofd worden.

Bram Roza.jpg

Bram Roza

Precies met dit stigma wil Bram Roza korte metten maken. Normaliseer het ufo-verhaal nou ‘ns, zegt hij. We weten niet wat ze zijn, maar ze zijn er, undefined aerial phenomena. En we moeten dat onderzoeken. Zelfs het Pentagon en Obama onderstrepen dat. Toch is er in Nederland weinig aandacht voor. We spreken Bram over zijn onvermoeibare inzet om de ufo-database uit te breiden, het belemmerende stigma rondom ufo’s en welke nieuwe ontwikkelingen er zijn in ufo-land. 

VICE: Hoi Bram, waar komt je fascinatie voor het buitenaardse, of het interdimensionale, vandaan?
Bram Roza:
Ik ben van kinds af aan geïnteresseerd in alles wat met mysteries te maken heeft, van oude beschavingen en folklore tot het paranormale, waaronder spiritisme en cryptozoölogie, theorieën over en onderzoek naar onbekende dieren. Ufo’s vind ik ‘t mooiste van al die mysteries. Een van de grootste vragen des levens is natuurlijk: zijn we alleen? 

Advertentie

Je wilde graag deze film over Soesterberg maken, waarom nu?
Ik ben afgelopen jaren samen met ufo-meldpuntbuddy Alexander bezig geweest met Ufozaken.nl, waar we informatie en nieuws rondom ufo’s publiceren. De website moest openen met het verhaal van de mooiste ufo-casus van Nederland, vonden we, dus de waarnemingen bij vliegbasis Soesterberg. Terwijl we onderzoek deden, ontdekten we steeds nieuwe informatie, en kwamen we ook steeds meer mensen tegen die ook iets bijzonders hadden waargenomen rondom de vliegbasis, bovenop de getuigenissen die we al kenden. We dachten: dit verhaal verdient een groter platform. 

Het mooie is dat nieuw onderzoek ook weer nieuwe informatie oplevert. Ik nam laatst een podcast op met een vrouw die contact met ons had opgenomen na het zien van de trailer van de film. Ze zei: “In ‘79 reed ik van een feestje in Amsterdam terug naar Hilversum, naar huis. We zagen ineens een enorme vliegende schotel met gekleurde lichten boven de snelweg hangen. Die schotel leek exact hetzelfde als wat de vrouw die paardreed zag.” 

Scene-vrouw-op-paard-uit-De-UFO's-van-Soesterberg.jpg

Een van de personages, die paardreed, laat zien waar ze de ufo zag. Ook zij heeft lang niets verteld.

In 2005 begon je met het ufo-meldpunt. Wat heeft dat tot nu toe opgeleverd?
We krijgen zo’n honderd meldingen binnen per maand. Hoe meer mensen opschrijven, hoe geloofwaardiger de waarneming. Want mensen die iets bijzonders hebben meegemaakt, vertellen er meestal in geuren en kleuren over. We nemen contact met ze op en verzamelen hun verhalen. Dat doen we ter referentie voor eventueel onderzoek in de toekomst, of voor een boek, bijvoorbeeld. 

Advertentie

We zien de laatste tijd dat minder schotelvormen worden gemeld dan in de decennia ervoor. Het zijn vooral formaties van lichten, lichtbollen en donkere driehoeken. Ik heb geleerd dat mensen niet bepaald goede waarnemers zijn. Zeker 95 procent van de meldingen is te verklaren met natuurlijke fenomenen als sterren, planeten of vreemde wolken, of door de mens gemaakt objecten als satellieten, ruimtestations of vliegtuiglichten. 

De identificatie van meldingen is dus belangrijk, en daarom zijn we ook een centrum om mensen in te lichten over wat geen ufo's zijn.

Het liefst, als ik bijvoorbeeld subsidie zou krijgen van de overheid, zou ik daar veel meer uit willen halen, dus dieper onderzoek doen naar de waarnemingen. Maar nu moet ik van 9 tot 5 naar m’n werk als grafisch vormgever.

Hoe kijk je naar het gebrek van wereldwijd openbaar onderzoek naar ufo's, terwijl er eigenlijk al zoveel waarnemingen zijn? Is dat niet frustrerend?
Er zijn een paar aspecten die onderzoek hebben bemoeilijkt. In de jaren vijftig is er een grote Amerikaanse lobby geweest om het ufo-verhaal in diskrediet te brengen. In die tijd werd wel openbaar wetenschappelijk onderzoek gedaan, genaamd The Project Bluebook. Er was zoveel belangstelling voor het onderwerp, er werden zoveel ufo’s gemeld, dat de CIA het als een bedreiging zag voor de militaire- en politiecommunicatie. De meldingen waren ruis op die kanalen, ze waren bang dat ze gevaarlijke oorlogsdreigingen niet meer konden onderscheiden van de ufo-waarnemingen. 

Advertentie

Toen zijn ze een campagne gestart, en hebben ze gezegd: we gaan het ufo-fenomeen minimaliseren totdat het niet meer van belang is, we gaan informatie actief ‘debunken’,  zodat die kanalen weer vrijkomen voor acute dreigingen. Ze zijn zelfs gaan infiltreren in ufo-clubjes om misinformatie te verspreiden. Opgeloste cases, als het bleek te gaan om moerasgas of weerballonnen of vliegtuigen, werden gebruikt om het fenomeen af te doen als iets verklaarbaars. 

Woordvoerder Project Bluebook.jpeg

De woordvoerder van Project Bluebook

Op die manier werden waarnemingen in verband gebracht met alledaagse zaken, waardoor de wetenschap het als niet-bestaand fenomeen ging beschouwen, en melders voor gek werden verklaard. Het taboe werkt nog steeds door, vooral bij de geestelijke gesteldheid van professionals werden (en nu nog) vraagtekens gezet, zoals piloten. Die ze zijn bang voor represailles, of om hun baan te verliezen, maar het komt best vaak voor dat ze iets tegenkomen tijdens hun vluchten.   

Dus die lobby heeft dus uiteindelijk ook onderzoek belemmerd?
Ja, we missen eigenlijk zo’n 75 jaar aan onderzoek. Uit polls is gebleken dat meer dan 50 procent van alle mensen die iets hebben gezien, het ook daadwerkelijk, al dan niet anoniem, meldt. Dat is een enorm archief. Maar er wordt nauwelijks iets wetenschappelijks mee gedaan. 

Bewijsmateriaal is natuurlijk ook een groot probleem, want het fenomeen is ongrijpbaar. We moeten het doen met duizenden blurry foto’s en filmpjes. Het stomme is dat we nooit echt goede wetenschappelijke apparaten hebben gehad om een goed beeld te vormen van ufo’s. Er zijn nu wetenschappelijke teams bezig die dit uit eigen zak doen, en een cameranetwerk op daken bouwen die de lucht in de gaten houden. Als iets voorbijkomt wordt een foto gemaakt, en AI kan dat beoordelen op iets dat identificeerbaar is, zoals een vogel, of onidentificeerbaar. Het onidentificeerbare object wordt automatisch gearchiveerd, de rest weggegooid. Maar dat staat in de kinderschoenen. 

Advertentie
militair wijst ufo aan

Een van de oud-militairen wijst aan waar hij precies de ufo heeft gezien

Wetenschappers die ermee bezig zijn, zijn ook pas net uit de kast gekomen. In 2017 begon het balletje te rollen toen The New York Times een groot voorpagina-artikel publiceerde over dat het Pentagon nog steeds geheim onderzoek doet naar ufo’s, van belastinggeld. Toen dacht het publiek en de wetenschap opeens: als zij het serieus nemen, dan kunnen wij het ook.

Spannend!
Ja, je merkt echt dat het stigma minder wordt. Dat mensen die iets hebben gezien, en daar altijd mee hebben gezeten, nu toch mailen naar ons meldpunt. Daarom moeten we meer onderzoek doen, en erkennen dat ufo’s bestaan. Het Pentagon heeft dat ook gezegd: ufo’s bestaan, in ons luchtruim zijn er dingen waarvan we niet weten wat ze zijn. Nu moeten we dus gaan kijken wat die dingen zijn, waardoor ze bestuurd worden, waar ze vandaan komen. Zelfs NASA heeft er nu interesse in.

Maar NASA blijft een overheidsinstantie, dus mochten ze iets onder de pet willen houden, dan kunnen ze dat doen. Eigenlijk moet er onafhankelijk onderzoek gedaan worden door onafhankelijke wetenschappers, die gewoon mooie papers kunnen schrijven en waar iedereen wat van kan leren. 

Wat ik eigenlijk niet zo goed begrijp is dat we de hele melkweg aan het uitkammen zijn op zoek naar leven, maar dat overheden tegelijkertijd over ufo’s zo geheimzinnig doen.
Overheden willen controle, en ze staan behoorlijk in hun hemd als ze zeggen van: joh, er vliegt van alles, en we weten niet wat het is, en we kunnen er niks aan doen. 

Advertentie
Oud militair Soesterberg had last van stigma.jpg

Deze oud-militair vertelt in de film dat wat hij heeft gezien, twintig jaar heeft weggestopt.

Zijn ze bang voor morele paniek?
Dat denk ik wel, ja. Het idee dat ze hier zijn ontwricht natuurlijk deels het idee van ons bestaan. Wij kunnen denken: joh, laat maar komen, en dan zien we wel. Maar er zijn ook een hoop mensen die een religie aanhangen en dan hun wereldbeeld eventueel zien veranderen.

Ik ben er trouwens niet over uit of de ufo’s die we zien per se buitenaards zijn. Ik denk dat het misschien wel een combinatie kan zijn van verschillende fenomenen. Dat de lichtbollen die we vaak zien, bijvoorbeeld, iets anders zijn dan we denken. 

Hoe bedoel je?
Het zou een fenomeen kunnen zijn dat veel bizarder en ingewikkelder is dan wij kunnen begrijpen. De kwantumwetenschap staat nog in de kinderschoenen, dus eigenlijk weten we bar weinig van de natuur. Misschien is er wel een intelligent fenomeen dat ons bewustzijn kan manipuleren. Dat zou bijvoorbeeld verklaren waarom bij massawaarnemingen meerdere mensen toch verschillende dingen kunnen zien. Maar het zou ook iets ultra-aards kunnen zijn, wat al lang bij ons is, een soort zeitgeist-fenomeen dat zich door de eeuwen heen steeds aanpast, steeds een ander masker op heeft. Vroeger had je Goden, dan had je weer engelen en demonen, dan waren het weer kabouters en elfen, en nu omdat we een wetenschappelijk tijdstip zijn ingegaan, zou het ook een technologisch masker kunnen hebben, zoals ufo's. Het is lastig om erover te speculeren, vooral ook omdat de mens vaak geneigd is zaken door een menselijke lens te zien, of menselijke eigenschappen aan een fenomeen toe te kennen.

Advertentie

In de Netflix-docuserie Encounters wordt, naast het uiteenzetten van verschillende ufo-cases, ook de nadruk gelegd op hoe traumatisch het kan zijn geweest voor mensen die iets hebben gezien. Dat trauma komt dan niet eens door de gebeurtenis zelf, maar doordat ze niet geloofd worden. 
Ja, want een encounter kan voor veel mensen best een mooie ervaring zijn, het is jammer om het zomaar weg te wuiven. En ik snap heel goed dat sommige mensen na een tijdje hun mond houden, omdat ze verbitterd raken. Maar ik denk dat het op persoonlijk niveau enorm helpt om erover te praten, wegstoppen werkt juist averechts.

Heb jij zelf weleens last gehad van het stigma?
Ik las er op de basisschool al veel over, en natuurlijk word je dan voor gek verklaard, zo van: daar komt het marsmannetje weer. Maar ik ben altijd al voorvechter geweest om het ufo-fenomeen serieus te nemen, en als je er goed over vertelt, en vertelt wat mensen zien en hebben meegemaakt, dan vinden mensen het opeens toch wel interessant en leuk, en komen ze bij je staan op feestjes om toch over de laatste ufo-verhalen te horen.

Zimbabwe kindertekeningen.jpg

Een aantal kindertekeningen van de schoolkinderen uit Zimbabwe, die een close encounter meemaakten.


Wat is jouw favoriete case om over te vertellen?
De Zimbabwe-case, waarbij zestig schoolkinderen een close encounter hadden. Toen die case uitkwam, in de jaren negentig, was ik daar al fan van. Ik kan me herinneren dat presentatrice Tieneke de Nooij, van het televisieprogramma Tiekenes Paranormale Wereld, er naartoe is gegaan om de kinderen te interviewen. Er zijn nog een aantal andere mooie school-encounters, die vind ik prachtig, omdat kinderen de mooiste tekeningen maken van die ufo’s. 

Advertentie

Er zijn veel onverklaarbare close encounters die overeenkomstig zijn, dat vind ik boeiend. Een schotel die binnen 150 meter voor je staat, of bijvoorbeeld heel snel aankomt, opeens stopt en wegschiet, of onmiddellijk accelereert. Bij veel massawaarnemingen wordt vaak gezegd dat er niets te horen was, en de ufo’s heel snel een 90 graden-beweging maakten of een zigzagbeweging maakten – iets dat wij niet kunnen. Daar kijk ik ook altijd naar in de waarnemingen die ik krijg op het meldpunt.

Galileo Project.jpg

Het Galileo project

Zijn er nog lopende onderzoeken waarvan jij zegt: dit moeten we in de gaten houden?
Ja, het Galileo Project van Harvard University geleid door de wereldberoemde natuurkundige en astrofysicus Avi Loeb – het project van het cameranetwerk waar ik eerder over vertelde. Daarnaast doet de groep SCU, Scientific Coalition for UAP Studies, onderzoek naar ufo-casussen, en schrijft daar mooie wetenschappelijke papers over.

Zelf ben ik nog bezig met de UAP-coalitie Nederland, een groep die zich inzet voor Nederlandse en Europese piloten die een ufo hebben gezien, of een near-collision hebben gehad. Dat gebeurt regelmatig, en piloten zijn meestal niet happig om hierover te vertellen. Ik kan me ook voorstellen dat je enorm schrikt als dat je gebeurt. Vervolgens is er geen professionele nazorg. We moeten onderzoek doen om verkeersveiligheid te kunnen blijven waarborgen, maar er ook voor zorgen dat piloten goede nazorg krijgen na zo’n bijna-botsing, en hun beroep op een veilige manier kunnen blijven uitoefenen.

We zijn aan het lobbyen voor een Europees platform, zodat piloten hun waarneming kunnen melden, en we cijfers kunnen verzamelen over hoe vaak zo’n near-collision nou precies gebeurt. We willen dat ze serieus worden genomen, dat ze niet wordt verteld: joh, heb je wat gezien, hou het dan maar voor je.

Bedankt, Bram!

De film De ufo’s van Soesterberg is 27 november te zien in film- en muziektheater Lantarenvenster in Rotterdam. Klik hier voor meer ufo-plezier.