De ultieme gids voor de eerste stappen in jouw studentenstad: Groningen

COCO

Beginnen aan een studie is een enge aangelegenheid, en het maken van een eerste stap in een nieuwe stad al helemaal. De komende weken vragen wij onze favoriete mensen uit grote studentensteden wat jij in je nieuwe stad moet gaan doen en laten om jezelf zo snel mogelijk thuis te voelen. Geen corpsballen, geen citymarketeers, geen overenthousiaste vertegenwoordigers van studieverenigingen. Gewoon, echte mensen, met echte tips. Met vandaag in de hoofdrol: Coco Coquelicot, genreoverschrijdend dj, radiomaker en cultureel fenomeen.

Je kunt de stad Groningen betreden zoals het stadsbestuur het bedoeld heeft: vanaf het treinstation de Stationsweg oversteken, de pastelkleurige brug over langs het gebouw van het Groninger Museum, en dan recht het centrum in, waar talloze opgewekte promoters klaar staan om je een flyer in de hand te drukken of om je een krantenabonnement op te dringen. Maar wat je ook kunt doen is eerst een paar honderd meter naar rechts lopen, en pas bij de Herebrug het Verbindingskanaal oversteken. Dat is iets minder spectaculair, maar wel een stuk rustiger. 

Videos by VICE

We nemen die laatste route op aanraden van Cora Ziengs (27), ook wel bekend als Coco Coquelicot, die er deze middag minstens zo kleurrijk uitziet als het Groninger Museum. Coco is genre-overstijgend dj, resident bij KopjeK, programmeur bij Relate Radio en vandaag onze gids in Groningen. Ze kwam jaren geleden zelf naar de stad om te studeren, en inmiddels is het de plek geworden waar ze al haar creatieve en feestelijke bezigheden beoefent.

REVISTA 1.jpg

Ze wacht ons op bij Revista Coffee, een busje naast de Herebrug waar vanuit koffie, gebakjes en kunstzinnige tijdschriften worden verkocht. Er hangt een discobal aan de klep, die volgens eigenaar Annika op heldere dagen heel mooi het licht van de opkomende zon reflecteert. “Ik loop hier ‘s ochtends langs op weg naar mijn werk, en vaak blijf ik hier dan even hangen,” zegt Coco. Terwijl Annika espresso’s voor ons maakt, vertelt Coco dat ze elkaar een paar maanden geleden hebben leren kennen op een illegale rave. “Ik draaide daar jazz, dat was echt heel leuk.” 

REVISTA2.jpg

We lopen verder via de Singel (“hier loop ik graag want ik ben dol op honden. Mijn eigen hond heet Sjaak”) naar de Steentilstraat, wat volgens Coco de leukste straat van Groningen is. Vroeger stond het bekend als een ongure plek, waar veel verslaafde mensen rondhingen. Inmiddels is het door de aanleg van een nieuwe parkeergarage een beetje aan het gentrificeren. “Maar de meeste plekken die ik ga laten zien zitten er al heel lang,” zegt Coco. “En na een uur of zes, als de winkels dichtgaan, is het er weer net als vroeger.”

We hebben het over de studenten in Groningen, die een groot deel van het leven in de stad bepalen, maar die er vaak maar tijdelijk zijn. “Het gebeurt inderdaad wel dat mensen na hun studie hooguit een jaar of twee blijven plakken, en dan weer doorgaan. We hebben last van brain drain,” zegt Coco. “Dat is soms wel jammer, dan is er net iets leuks opgezet en dan vertrekt iedereen weer naar de Randstad. Maar aan de andere kant maakt dat van Groningen ook wel een veilige plek om je te ontwikkelen en om dingen uit te proberen. En de mensen die hier wel blijven, dat zijn de allerleuksten.”

HEMMES.jpg
HEMMES2jpg.jpg

Coco klopt op de deur van platenzaak De Jongens van Hemmes, die tot haar verbazing nog niet open is. “Hier kan je heel goede platen vinden, voor een goede prijs. En soms zijn er albumpresentaties of avonden met muziek, dan kan je hier voor een euro bier drinken.” De deur wordt opengedaan door John, een van de eigenaars, die meteen techno aanzet en de geschiedenis van de zaak vertelt. “Deze winkel bestaat al heel lang. Roel Hemmes begon ooit met een handel in harmonica’s, en later kwamen daar bakelieten platen bij, lp’s en cd’s. Uiteindelijk hebben wij, zijn medewerkers, de zaak overgenomen. Vandaar: de jongens van Hemmes.” 

Nu de deur open is wordt het meteen druk in de zaak. “Ik wil eigenlijk niet kijken, want dan geef ik meteen al m’n geld uit,” zegt Coco als de fotograaf haar vraagt om te poseren bij een platenbak. Voorkeur voor bepaalde genres of artiesten heeft ze nadrukkelijk niet. “Als het maar lekker klinkt, eigenlijk. Ik draai graag muziek met politieke lyrics, dat wel. Maar ik ben superslecht in namen. Voor een dj ben ik erg slecht in het praten over muziek. Ik luister in het wilde weg. Je zou kunnen zeggen dat ik geluidsnieuwsgierig ben, niet naamsnieuwsgierig.” 

VIVA1.jpg
VIVA2jpg.jpg

We steken de straat over en gaan naar binnen bij VIVA! Vintage, een ruime vintage kledingwinkel met pastelkleurige muren. Joyce, de eigenaar en een vriendin van Coco, verwelkomt ons hartelijk maar kijkt ook een beetje besmuikt. “We waren net motten aan het laten schrikken,” zegt ze. Terwijl Coco een rood circusjasje past, legt Joyce me uit hoe dat in z’n werk gaat: met licht, harde muziek (“de James Bond-soundtrack”) en het door elkaar schudden van de kleding. Op die manier vliegen de motjes verstoord omhoog en vallen hun mogelijke eitjes op de grond. “De winkel is nog vrij nieuw maar de kleren zijn oud,” aldus Joyce. “We stomen natuurlijk alles, maar sommige kleren hebben echt jaren op een zolder gelegen. Daarom gaan we eens in de vier maanden preventief mottenjagen, dat werkt beter dan mottenballen.” De winkel maakt geen onderscheid tussen mannen- en vrouwenkleding. Coco, nog steeds in het rode jasje: “Wat Joyce me geleerd heeft is dat kleding niet gaat om mooi zijn, maar om je lekker voelen.”

KULT@.jpg
KULTLAMP.jpg

We lopen door naar café Kult, volgens Coco een legendarische plek. Je mag hier blowen op het terras, er worden drag-feesten gegeven in de kelder, en er zit een goed restaurant (“voor negentig procent veganistisch”). De Kult is eigenlijk nog niet open, maar we mogen wel naar binnen. De vloer is er net gedweild. De bovenste verdieping zit achter plexiglas: ooit was dit de meest glorieuze rookruimte in Groningen, maar het afgelopen jaar is er stilletjes een wet doorgevoerd die het bestaan van rookruimtes verbied. Er hangen slingers in de kelder en Coco wijst aan waar haar dj-booth staat als ze hier draait. De inrichting is eclectisch: de fotograaf is meteen gefascineerd door een wonderlijke gouden lamp waar het hoofd van Yoda op is bevestigd.

“Je kunt hier heel lekkere cocktails drinken,” zegt Coco. “Maar ze werken hier wel altijd maar met z’n tweeën, dus als het druk wordt dan stoppen ze daarmee.” “Dat klopt,” zegt de eigenaar, “maar als het rustig is dan maken we alles wat je wil.” Ze vertelt dat hier allerlei soorten mensen komen, waaronder de acteur die Gus speelt in Breaking Bad – het schijnt dat hij een vriendin in Groningen heeft. “Voor studenten is het goed om te weten dat je hier koffie kan drinken voor 1,70,” zegt ze. Coco vult aan: “Het is hier ook ontzettend leuk om thee te bestellen, want dan krijg je een hele thermosfles vol en een hele pot met koekjes. Die mag je helemaal leegeten. Dat wist ik in het begin niet, toen nam ik er steeds heel braaf maar eentje.” 

GRAANREPUBLIEK.jpg

Ook in café De Graanrepubliek lopen we over een vers gedweilde vloer naar binnen. Coco gaat meteen langs de bar de trap op naar boven, waar de muur van de grond tot aan het plafond bedekt is met planken vol oude en nieuwe boeken. “Hier kan je fantastisch studeren, want de boeken werken geluiddempend,” zegt ze. “En je mag hier gewoon je eigen eten meenemen en opeten.” De boeken zijn er niet alleen ter decoratie, maar worden ook verkocht: ze zijn keurig geordend op thema en alfabet. “Iemand die hier werkt houdt dat heel nauwkeurig bij.” 

We lopen door de Peperstraat, de bekendste uitgaansstraat van de stad, vol snackbars en cafés die hun buitenkant versierd hebben met vergeelde foto’s van dronken mensen. Nu de zon schijnt is het er bijna angstvallig stil. “Als student is het makkelijk om in een bubbel te leven,” zegt Coco. “Ze zijn vaak niet zo nieuwsgierig. Dat is zonde, want er is hier zoveel. VERA is bijvoorbeeld een internationaal bekend poppodium, maar studenten komen er bijna nooit.”


Coco wijst op het gebouw van OOST, een nachtclub die onlangs gesloten is.
“Met Relate Radio zitten we daar in een bezemkast,” zegt ze. Veel artiesten en dj’s leven op eilandjes, legt ze uit. Daarom is Relate Radio opgericht, een manier om mensen van verschillende genres en stijlen met elkaar te verbinden. Het concept slaat aan, en haar eigen blik is er ook door verbreed. “Groningen is echt een technostad, met clubs als Paradigm en OOST. Maar ik ben dat eigenlijk pas onlangs gaan waarderen, sinds ik bezig ben met Relate Radio. Nu hoor ik hoe punk techno kan zijn.”

WARHOL.jpg

We gaan een nauwe steeg in, waar de Warhol is gevestigd, een nachtcafé waar alternatieve rock en pop wordt gedraaid. De muren zijn uitgebreid beschilderd, naast ons staat een groepje jonge Duitsers foto’s te maken. “Net Berlijn dit,” zegt een van hen. Coco klopt op de deur en wordt hartelijk begroet, maar de eigenaar wil liever niet dat we naar binnen gaan, “want het is nog een tyfusbende.” Coco vertelt dat ze dit de eerste plek was waar ze als dj wekelijks draaide, van elf uur ‘s avonds tot zes uur ‘s ochtends. “Dat was ontzettend leuk, maar ik merkte wel dat ik daardoor minder snel voor andere plekken werd geboekt. Mensen gaan er dan meteen vanuit dat je alleen maar rock draait.” 

PETIT THEATRE.jpg
PETIT THEATRE 2.jpg

Behalve techno heeft Groningen ook een aanzienlijke jazzscene. Volgens Coco komt dat doordat er een conservatorium in de stad is. Jazzcafé Le Petit Théâtre is gevestigd in een oud generatorhuisje, maar ziet er toch precies uit zoals je je een jazzcafé voorstelt: lange rode gordijnen, stoeltjes die dicht op het podium staan, kleine ronde tafeltjes versierd met pannenkoekplanten. Eigenaar Sharon Doelwijt, zelf jazzzanger, vertelt dat er behalve jazz-artiesten ook spoken word en theater op haar programma staan. “Ik organiseer volgende week een mini-jazzfestival, met vooral veel vrouwen in de line-up,” zegt ze. Het frustreert haar dat de programmering van festivals vaak nog op bekende, vaak mannelijke headliners rust. Studenten kunnen naar een jazzavond voor 4,95. “Ik vind het belangrijk dat ze leren dat je voor live muziek moet betalen,” zegt Sharon. “Mensen denken vaak dat het gratis kan, maar dat is gewoon niet zo. Muziek is het geld waard.”

We lopen even naar buiten, want Coco wil het terras laten zien. “Hier heb je denk ik het langste zon in heel Groningen. Voordat Sharon hier was heb ik dit pand samen met vrienden een paar maanden antikraak gehuurd. Door corona konden we er uiteindelijk niet veel mee doen, maar op dit terras hebben we wel een fantastische zomer gehad.”

KLINKHAMER.jpg

Als we door het stadscentrum weer richting het station gaan, stoppen we nog even bij Klinkhamer, een winkel voor antiek, curiosa en tweedehands platen. Voor de deur staan een paar mensen van de zon te genieten met een glaasje witte wijn. “Ik ben wel eens geïnterviewd door VICE,” zegt een van hen, eigenaar Stephen. “Dat ging over een heel lelijk schilderij van Erica Terpstra.”

De winkel staat vol vitrinekasten met wonderlijke objecten erin, van lokaal ambachtelijk aardewerk tot slangenschedels. Coco is onmiddellijk doorgelopen naar achteren, waar de lp’s staan. “Er zijn nog veel meer plekken die ik had kunnen laten zien,” zegt ze, terwijl ze door platen bladert. “Maar ik zou vooral aan studenten willen vertellen dat ze nieuwsgierig moeten zijn. Dit is een perfecte stad om uit te proberen wat je leuk vindt, en dan is het echt zonde als je op één plek blijft hangen.”

Overige tips:


Het Suikerterrein: een soort vrijplaats buiten de stad, waar de komende dertig jaar van alles kan en mag gebeuren. “We gaan er vandaag niet langs, want het is te ver lopen. Maar de leukste plek daar is Rebel Rebel, een containerhostel. Ik draaide daar laatst tijdens een soort minifestival. Annika van Revista deed de catering, ze maakte er een soort superdeluxe tosti’s. Eigenlijk oneerbiedig om ze tosti’s te noemen, maar ik heb er geen beter woord voor.”

De feesten van KopjeK: “Ik ben resident-dj bij KopjeK en ik kan het iedereen absoluut aanraden om naar deze feesten te gaan.”

Dichters in de Prinsentuin: een gratis toegankelijk festival dat elke zomer plaatsvindt in de Prinsentuin, waarbij zo’n zeventig dichters hun werk voordragen in de buitenlucht (vorig jaar werd het vanwege coronamaatregelen in de Hortus Botanicus van Haren gehouden). “Groningen heeft een grote poëziescene. En Dichters in de Prinsentuin is echt een heel leuk festival, meer studenten zouden daar heen moeten gaan.”

De Olijfboom: “Gewoon heel lekkere broodjes.”