Je zou de mensheid in twee groepen kunnen verdelen: mensen die er geen moeite mee hebben om te bellen, want ja, boeie, en mensen die zowat beginnen te ijlen zodra er een telefoon rinkelt.
“Het is gewoon een kwestie van voorkeur,” zegt Gabriele Raimondi, de voorzitter van de raad van psychologen in Emilia-Romagna, een regio in Noord-Italië. En die voorkeur verschilt nog weleens per generatie. “We zijn niet echt meer aan gewend aan bellen. Jonge mensen maken liever gebruik van social media, WhatsApp en stemberichten.”
Videos by VICE
Raimondi zegt dat telefoonangst in verband staat met andere angsten en wordt veroorzaakt door het feit dat je van tevoren niet weet hoe zo’n gesprek zal verlopen. “Je bent – anders dan bij tekstberichten – directer verbonden met elkaar,” zegt hij. “Je reageert zo snel op elkaar dat je sneller het risico loopt dat de ander iets verkeerd interpreteert.”
Wanneer je direct op iemand anders moet reageren, kun je je gedachten misschien niet zo helder verwoorden als je eigenlijk zou willen. Bij berichtjes mis je weliswaar wat andere belangrijke elementen van verbale communicatie, zoals de toon van iemands stem of stiltes, maar heb je wel de tijd om informatie te verwerken en over je antwoord na te denken.
Tijdens de pandemie moesten we vanwege het thuiswerken meer telefoontjes plegen (en in videocalls zitten) dan ooit. “Een belangrijke oorzaak van de mentale vermoeidheid die we tegenwoordig van ons werk krijgen, is het feit dat we op meerdere momenten op de dag kunnen worden gecontacteerd,” zegt Raimondi. “Ook buiten de gangbare werktijden, want die grenzen zijn nogal vervaagd geraakt.”
Daarom is het belangrijk om grenzen te blijven stellen. Of je nu je telefoon ’s avonds in een hoekje laat liggen of toch het gevoel hebt dat je 24 uur per dag beschikbaar moet zijn, je moet er wel zelf de controle over blijven houden. Raimondi zegt dan ook dat je vooral achter je eigen keuze moet blijven staan, of je de telefoon nou wel of niet opneemt. “Bedenk ook hoe belangrijk het telefoontje is. Je hoeft ze niet per se allemaal te beantwoorden.”
Als je een telefoontje verwacht, kun je doen wat je vroeger op school ook deed als je zenuwachtig was voor een spreekbeurt: bedenk van tevoren wat je ongeveer gaat zeggen. “Ik bereid het gesprek altijd een beetje voor, vooral als het voor werk is,” zegt Raimondi. “Dat helpt ook om me bewust te zijn van mijn lichamelijke reacties. Ik weet bijvoorbeeld dat mijn hartslag stijgt als de telefoon gaat, en als ik daarop anticipeer kan ik er beter mee omgaan en heb ik er minder last van.”
Mocht je er nog steeds de kriebels van krijgen, zelfs als je jezelf voorbereidt en elke dag meerdere keren oefent (aangezien die telefoontjes toch wel blijven komen), dan ben je niet de enige. “Als je steeds hetzelfde opnieuw doet, kan je er wat ongevoeliger voor worden, maar dat geldt niet voor iedereen,” zegt Raimondi. “Er zijn ook mensen die er juist nog vermoeider van raken.”
Mocht je naar een psycholoog gaan, dan is het goed om hier eens over te praten. Als je geen psycholoog hebt maar telefoongesprekken wel doodeng vindt, zou je dat misschien eens kunnen overwegen. De kans is groot dat je telefoneren nooit echt leuk gaat vinden, maar je zou wel kunnen toewerken naar een situatie waarin je het gewoon ziet als middel om iets mee te bereiken, zonder verder al te veel stil te staan bij het sociale aspect.
“Daardoor kun je de prikkels uitkiezen waar je je zelf mee bezig wilt houden, wat gezond is,” zegt Raimondi. “Als we dat vermogen kwijtraken en ons gedwongen voelen om overal op te reageren, kan je angst echt toenemen.”
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE Italië.
Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.