Sport

Van Real Madrid tot Ajax: de bijzondere carrière van Ismael “De Tank” Urzaiz

Ismael Urzaiz ligt op het veld van Sportpark De Zwaaier. Hij heeft een beuk gehad en ruikt de geur van lauwe kroketten en frikandellen, die aan de zijlijn worden gegeten door lachende toeschouwers. Het is september 2007 en De Tank vraagt zich af wat hij hier doet, met Ajax op bezoek bij Kozakken Boys. Hij is door Ajax-trainer Henk ten Cate uit zijn voetbalpensioen gehaald om oorlog te maken, maar wordt nu in de tang gehouden door verdedigers die overdag een baan hebben als postbode of accountant. Dit is niet de manier waarop hij zijn mooie carrière af had willen sluiten.

Urzaiz op de grond tegen Kozakken Boys. (Foto: Proshots)

Urzaiz groeide op in Tudela, in het noorden van Spanje. Toen hij nog een klein tankje was adoreerde hij Johan Cruijff, jaren later imiteerde hij op straat eindeloos de acties van Marco van Basten. Destijds was het nog normaal dat kinderen over de hele wereld de spits van Oranje imiteerden, tegenwoordig valt het te betwijfelen of Spaanse jongetjes en meisjes de bewegingen van Wout Weghorst nadoen. Toen Urzaiz bijna 14 jaar oud was werd hij gevraagd om bij het grote Real Madrid te komen spelen. Hij besloot zijn ouderlijk huis te verlaten en zijn geluk ruim driehonderd kilometer zuidelijker bij De Koninklijke te beproeven.

Videos by VICE

Urzaiz begon er lekker. Op 18-jarige leeftijd maakte hij al zijn debuut. Odense BK werd met 6-0 vermorzeld en Urzaiz mocht een kwartier lang met de sterren van Real Madrid op het veld staan. Het was zijn eerste en meteen helaas ook laatste potje voor Real Madrid. In de jaren daarna werd hij door Real Madrid verhuurd aan Albacete en Celta de Vigo, maar overtuigde niet. Zijn fysiek viel op, maar het lukte hem nog niet om dat ook te benutten. Een Spanjaard geboren in het lichaam van een Engelse targetman, hij leek voorbestemd voor een leven in de krochten van het Britse voetbal.

Real Madrid besloot Urzaiz te laten gaan. Rayo Vallecano pikte hem op, maar een seizoen daar werd niks. Ook jaartjes bij UD Salamanca en Espanyol werden niet echt top, al scoorde hij wel dertien keer voor Espanyol. Urzaiz versleet in zes jaar zes clubs. Hij leek een onvervalste Spaanse journeyman te worden die zijn knapzak neerplantte in elke stad waar hij wellicht wat doelpunten kon maken, maar nergens écht succes had, totdat hij in 1996 werd opgepikt door Athletic Bilbao.

De Tank in actie voor Athletic Bilbao. (Foto: Proshots)

Kort na zijn overstap naar het Baskenland maakte Urzaiz zijn debuut voor het Spaanse elftal, als invaller tegen Tsjechië. In Spanje, het land van de frêle meestervoetballers, konden ze zo’n uitsmijter op noppen prima gebruiken. Urzaiz was een absoluut krachtmens. Zo’n ouderwetse, niet eentje die in de sportschool van Arie Boomsma is gebouwd door een mengsel van halters en eiwitshakes, maar iemand met een aangeboren oerkracht. Bij Athletic Bilbao kende hij een prima eerste seizoen en beukte hij zestien competitiedoelpunten binnen.

Kortom: De Tank raakte eindelijk op stoom. Hoewel die bijnaam heerlijk bekt en automatisch zorgt voor een mooi beeld bij de speler, wilde hij er zelf wel een kanttekening bij plaatsen: ‘’Ik zie het als een mooie bijnaam, want het betekent dat je veel kracht hebt. Maar ik vind dat ik meer heb dan kracht alleen. Ik ben ook een technische voetballer, met een goed linkerbeen en een goed rechterbeen.’’ Dat hij ook een prima techniek had, liet hij bijvoorbeeld zien bij dit prachtige doelpunt tegen Recreativo Huelva, haast een ode aan de goal die Johan Cruijff ruim dertig jaar daarvoor maakte.

Met Athletic Bilbao haalde Urzaiz zelfs de Champions League. Hij deed in die periode ook regelmatig mee met het Spaanse elftal, waar hij met Real Madrid-legende Raúl een mooi duo kon vormen. Urzaiz mocht zelfs uitkomen op het EK in 2000, het toernooi waarin Jaap Stam een penalty zo hard de atmosfeer in ramde dat André Kuipers ‘m ongetwijfeld later nog is tegengekomen. Destijds was Spanje echter nog niet het prijsvretende monster dat het een paar jaar later zou worden, dus strandden Urzaiz en zijn ploeggenoten in de kwartfinale.

Er leek geen vuiltje aan de lucht, maar in 2002 begon het te wringen tussen Urzaiz en Athletic Bilbao. De salariseisen van Urzaiz deden niet alleen de vertegenwoordigers van Athletic Bilbao, maar ook die van onder meer het geïnteresseerde Glasgow Rangersduizelen. Trainer Jupp Heynckes haalde hard uit naar zijn spits: ‘’De grote artiesten, of het nu gaat om voetbal, golf of basketbal, horen zoveel mogelijk te verdienen. Het middelmatige moet anders gewaardeerd worden.’’ Uiteindelijk werd de vrede getekend en ging ”El Grande”, een andere mooie bijnaam van Urzaiz, in Baskenland rustig verder met scoren.

De leeftijd en een zware degradatiestrijd kregen uiteindelijk vat op hem. Urzaiz besloot in 2007 om zijn carrière te beëindigen. Athletic Bilbao wilde hem wel als een luxe breekijzer op de bank behouden, maar Urzaiz wilde de eer aan zichzelf houden. Hij ging met meer dan honderd doelpunten als een clublegende de boeken in. Ook aanbiedingen van Celtic, Sunderland en de New York Red Bulls konden hem niet overhalen. Hij kon zich in alle rust gaan toeleggen op het vaderschap en zijn hobby’s, zoals het verzamelen van beeldhouwwerken en schilderijen.

Urzaiz in de voorbereiding op seizoen 2007/08. (Foto: Proshots)

Althans, totdat Henk ten Cate hem achter de geraniums vandaan trok. De Ajax-trainer had in 2007 het kampioenschap met één doelpunt verschil verloren en wilde zo’n trauma niet nog eens meemaken. Ten Cate was vastberaden om een reservespits te halen die wat kon forceren. Hij wilde niet zo’n klein, technisch mannetje uit de Ajax-opleiding. Nee, de trainer zocht naar een spits waarmee hij de oorlog kon winnen. Niet verwonderlijk dus dat hij bij De Tank uitkwam. Met zijn welbekende fluisterstem probeerde Ten Cate de gepensioneerde Spanjaard te verleiden tot een avontuurtje.

Het aanbod van de Ajax-trainer klonk meer dan aantrekkelijk voor Urzaiz. Bij de club van zijn jeugdheld Johan Cruijff kans maken op Champions League-voetbal, genieten van kunst en cultuur in Amsterdam en in de herfst (of zeg maar gerust winter) van zijn carrière voor het eerst in het buitenland spelen. Hij besloot zijn versleten kicksen weer van de wilgen te halen en bij Ajax te tekenen. Ten Cate was verguld met zijn nieuwe spits en kondigde hem aan als een ‘’spectaculaire speler’’.

Urzaiz begon na een blindedarmoperatie met een trainingsachterstand bij Ajax. Desondanks had hij meteen hoge verwachtingen van zijn overstap: ‘’Ik ben gekomen om basisspeler te zijn. Ik accepteer de rol die Ajax voor me in gedachten heeft, maar ik voel me niet lekker op de bank.’’ Gelukkig wist hij op dat moment nog niet dat hij zich tussen oktober en mei allesbehalve lekker zou voelen. De spits maakte zijn debuut voor Ajax in een troosteloze, verloren wedstrijd tegen Slavia Praag, alsof het een voorteken was.

Ten Cate liet Urzaiz in het begin van het seizoen een paar keer invallen, en bij zijn competitiedebuut tegen SC Heerenveen maakte Urzaiz geen slechte indruk. Minder indrukwekkend was zijn rol in de eerder genoemde bekerwedstrijd tegen Kozakken Boys. Ajax had een verlenging nodig om een legendarische afgang te voorkomen en de Spanjaard lag het grootste gedeelte van de wedstrijd op de grond. De verdedigers die toen op het veld stonden namens Kozakken Boys schieten vandaag de dag waarschijnlijk nog steeds in de lach als ze aan hem denken.

Het seizoen was pas een paar maanden onderweg toen Ajax-trainer Henk ten Cate opeens naar Chelsea vertrok. Zijn Spaanse oogappeltje Urzaiz wist vanaf dat moment dat het een lastig verhaal voor hem zou worden bij Ajax. De nieuwe trainer Adrie Koster zag het niet in Urzaiz zitten en sprak bovendien, in tegenstelling tot Ten Cate, geen Spaans. De spits raakte volledig uit beeld. De Ajax-supporters hoopten op een meedogenloze vechtmachine, maar kregen een wat oudere, aan de bank gekluisterde Javier Bardem look-a-like die vertelde dat hij hield van fietstochtjes bij lekker weer.

De wedstrijd tegen Kozakken Boys en de trainerswissel deden Urzaiz de das om. Hij zou niet meer spelen, tot de allerlaatste wedstrijd van het seizoen. In de play-offs tegen FC Twente mocht hij een kwartiertje invallen, om naast Luis Suárez en Klaas-Jan Huntelaar oorlog te maken. Urzaiz kwam niet tot scoren. Het was een troosteloos einde van een mooie carrière. ‘’Voor mij persoonlijk is het natuurlijk wel een teleurstellend en moeilijk seizoen geweest. Ik heb te veel naar de hemel gestaard’’, aldus Urzaiz zelf met een staaltje Spaanse poëzie.

Het breekijzer kon in de verpakking terug naar Spanje en Urzaiz liet weten zakenman te willen worden mits hij zou stoppen als voetballer. Ondanks dat hij al 36 was, kon hij het gras toch nog niet missen en bood hij zichzelf aan op LinkedIn, in de volksmond beter bekend als een ‘Julian Jennertje’. Urzaiz ondervond echter dat er op LinkedIn vooral veel luchtfietsers en Nigeriaanse prinsen actief zijn. Hij gaf het op en hing zijn kicksen definitief aan de wilgen.

Na zijn carrière deed Urzaiz exact de dingen die elke ex-topvoetballer wordt geacht te doen. Hij ging een aantal spelers begeleiden als zaakwaarnemer, werd ambassadeur van de Spaanse competitie en ging aan de slag als assistent-trainer bij CD Getxo, een Baskische vierdeklasser. Voor de variatie was hij ook nog een aantal afleveringen te zien in een Spaanse spelshow (vergelijk het maar met Dirk Kuijt die meedoet aan De Slimste Mens) en gaf hij zijn mening over kunst in het Guggenheim Museum.

In een interview met Ajax Showtime vertelde Urzaiz jaren later dat hij wel interesse zou hebben in een baantje bij Ajax: ‘’Ik zou Ajax graag coachen wanneer zij dat willen.” Dat zal je altijd zien, de minder succesvolle oud-spelers zoals Urzaiz en Mido staan doorgaans te trappelen om terug te keren. In de voetbalwereld zijn maar weinig dingen zeker, maar de kans dat De Tank ooit nog naar het Ajax-front komt, lijkt miniem.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.