Sport

Waarom Nieky Holzken geen zin meer heeft om te kickboksen

Vijftig jonge kickboksers staan touwtje te springen in verblindende neonshirts. De avondtraining bij Team Holzken gaat zo beginnen. Iedereen draagt hetzelfde: handschoenen, scheenbeschermers en een geel of oranje shirt met ‘Nieky Holzken’ in koeienletters op de voor- en achterkant.

“Ik houd van discipline, dat hoort erbij,” vertelt sportschooleigenaar Sjef Weber in de kantine. “Ik wil dat niemand over mijn rug reclame maakt voor iets waar ik niets aan heb, dus iedereen draagt hetzelfde. Wat dat betreft ben ik als Real Madrid, daar willen ze ook niemand met een Barcelona-shirtje zien rondlopen.” Dan komt Webers schoonzoon binnen lopen: Nieky Holzken, de persoon die dit allemaal mogelijk heeft gemaakt.

Videos by VICE

Holzken stond jarenlang aan de top van het kickboksen en sloopte iedereen die de weltergewichttitel in Glory, de Champions League van het kickboksen, wilde hebben. Dit jaar heeft Nieky alleen nog geen trap uitgedeeld. ‘The Natural’ stort zich nu volledig op zijn boksdroom en stond 24 februari in de halve finale van het World Boxing Series in Neurenberg tegen Callum Smith, de nummer vier van de wereld, met vijf dagen voorbereiding. Hij verloor, maar dat hield hem niet tegen. De volgende bokspartij staat alweer gepland, 28 april tegen Bernard Donfack in het Duitse Offenburg. VICE Sports sprak Holzken over trappen met een gebroken voet, trashtalk en zijn realitysoap.

VICE Sports: Ha Nieky, iedereen die jou kent, weet dat Sjef niet alleen jouw schoonvader is, maar ook jouw trainer en manager. Zakendoen met familie, gaat dat altijd goed?
Nieky Holzken: Dat is perfect. Ik heb zes jaar bij Golden Glory getraind, toen moest ik een vast percentage van mijn gages afstaan aan Cor Hemmers, Ramon Dekkers en Bas Boon, mijn managers toendertijd. Dat was hard zakendoen. Ik heb nog nooit een probleem gehad met Sjef. Het gaat bij ons nooit over geld of percentages want het is een familiebedrijf. Als ik win, winnen we allemaal. Sjef, mijn vrouw en kinderen, ze leven allemaal net zo hard mee als ik. Sjef is ook mijn lopende agenda. Ik vergeet altijd alles en hij belt me op dat ik op bepaalde tijden daar en daar moet zijn. Ik ben met zoveel andere dingen bezig, eerlijk gezegd was ik dit interview ook vergeten tot hij me net opbelde.

Zo blijft al het gewonnen geld dus in de familie?
Inderdaad. Voor mijn laatste gevecht met Smith was dat nog heel veel omdat ik inviel tegen een grote naam. Voor dat bedrag moet ik tien keer kickboksen bij Glory. Jammer genoeg gaat de helft daarvan naar de belasting, maar dat is Nederland… Als ik had gewonnen van Smith zat ik wel gelijk goed. Dan waren we een paar miljoen rijker en mocht ik naar de finale met een dikke startbonus en goede winbonus.

Krijg je voor je aankomende partij ook zoveel?
Nee, daarvoor krijg ik iets minder dan ik per partij verdiende bij Glory. Geld zou mijn enige drijfveer zijn om weer te gaan kickboksen, naast eerherstel. Maar ik kan beter blijven boksen. Daar heb ik tenminste een doel waar ik mij honderd procent op kan focussen.

Is er voor jou in het kickboksen dan niks meer te halen?
Ik ben zeven keer wereldkampioen kickboksen geweest, vijf keer in Glory en twee keer in WFCA. Wat wil je dan nog meer als sportman? Ik kan nog meer wereldtitels willen halen om mezelf 35-voudig wereldkampioen te noemen – klinkt mooi hoor – maar daar word ik niet wijzer van. Ik vind het mooier om te zeggen dat ik wereldkampioen ben in kickboksen én boksen. Mijn hart heeft namelijk altijd in het boksen gelegen.

Het klinkt een beetje alsof je al die jaren met frisse tegenzin hebt gekickbokst.
Zeker niet, ik heb een hele mooie tijd gehad. Maar wereldkampioen boksen worden is altijd mijn droom geweest, maakt niet uit of dat van de WBC, de grootste boksbond ter wereld, of de frikandellenbond is. Ik wilde twee jaar geleden al stoppen om dat doel na te streven toen ik voor de derde keer had gewonnen van Murthel Groenhart (Glory 34 in Denver, red.), maar toen waren er geen mogelijkheden in Nederland om op hoog niveau te boksen. Was ik toen maar gestopt, ik had er echt genoeg van. Ik had zo’n last van mijn enkel dat ik dacht: was ik maar miljonair, dan stopte ik nu.

Als Cristiano Ronaldo stopt met voetballen, is hij nooit wereldkampioen geweest, maar hij hoeft zich nooit zorgen te maken over geld. Ik heb net zoveel bereikt in mijn sport als hij in het voetbal, misschien zelfs meer. Helaas is kickboksen niet zo groot en ook de bedragen dus niet.

Hoe is het nu met je enkel?
Er zit al jaren een stuk bot los in mijn voet. Op een It’s Showtime-gala in Topsportcentrum Rotterdam vocht ik tegen Jan van Denderen en trapte ik met links twee keer op een blok. Ik won, maar hield daar wel een gebroken enkel aan over en dat heb ik vervolgens nooit goed laten genezen. De datum vergeet ik nooit: 23 september 2006, een dag voor de geboorte van mijn zoontje.

Je loopt daar dus al meer dan elf jaar mee?! Waarom heb je er nooit iets aan laten doen?
Ik heb er geen enkele last van als ik loop, alleen met trappen en blokken. Zes weken later won ik met die gebroken enkel drie keer op één dag via knock-out. Toen had ik nog schijt aan alles en trapte ik door de pijn heen. Gewoon tape eromheen en hopen dat je raak trapt. Bizar als ik daaraan terugdenk. Ik heb overwogen om het te laten opereren, jaren geleden. Maar de dokter zei dat ik dan klaar zou zijn met kickboksen. Ik moest toch doorvechten om mijn huis en kinderen te betalen.

Na het gevecht in Denver ging je dus door en verloor je drie keer op rij, waarvan twee titelgevechten van Cédric Doumbé.
Die kwal zette foto’s van mijn afgehakte kop op Instagram waar mijn kinderen van moesten huilen. Toen heb ik mezelf laten gaan in de emotie van mijn kinderen en ondanks mijn blessures toch gevochten, ongeacht winst of verlies. Ik wil daar geen smoesjes voor verzinnen, maar het was geen goede partij. Ik had hem niet moeten aannemen en had Doumbé gewoon twee maanden moeten laten doorgaan met posten zodat ik kon herstellen. Wie weet stond ik dan nog op nummer één.

Dat is het leven. Alles gebeurt met een reden. Het gaat er ook om hoe ik verloor: drie keer op rij op punten, maar ik werd nooit overklast. Toch was drie keer verliezen een teken dat ik een andere weg moest inslaan, hoe duidelijk moest dat gemaakt worden? Als ik dat niet had gedaan, had ik nooit de kans gekregen om tegen Smith te boksen.

Als dit het daadwerkelijke einde is van het kickboksen, sluit je het dan met een zure nasmaak af?
Niet echt. Kickboksen zal altijd in mijn hart blijven en er komt een tijd dat iedere kickbokser verliest. Waarom? Omdat ze opeens vechten tegen jongens die twaalf of dertien jaar jonger zijn. Alim Nabiyev stuurde me na onze wedstrijd een berichtje waarin stond dat hij mij volgde sinds hij tien jaar was. Kun je nagaan? Dat is hetzelfde als mijn zoontje kijkt naar Alim Nabiyev en hem over tien jaar in elkaar slaat. Ik heb nog nu vier á vijf jaartjes te gaan en die wil ik aan boksen besteden. Ik zit er nu lekker in. Aan met pensioen gaan heb ik nog niet gedacht.

Je zegt dat alles met een reden gebeurt. Ben je erg bijgelovig?
Vroeger meer dan nu. Toen ik een broekie was nog wel. Op de avond voordat we naar Japan zouden vliegen voor mijn eerste gevecht met Buakaw in de K-1 zag ik een zwarte kat oversteken. Daar dacht ik toen constant aan omdat dat ongeluk zou brengen. Vervolgens ging werkelijk alles mis in die wedstrijd. Toen heb ik tegen mezelf gezegd dat ik me nooit meer met bijgeloof ga bezighouden.

In je realitysoap werd ook veel aandacht aan je boksambities besteed. Hoe was het om 24/7 gevolgd te worden door camera’s?
Niet fijn. In eerste instantie wilde ik dat ook niet doen, Sjef wilde het. Ik deed het puur en alleen om kickboksen in een beter daglicht te zetten. Dat is wel heel goed gelukt. De laatste keer dat ik gevolgd werd was tijdens de rematch met Doumbé in Parijs voor een minidocu van Spike. Die staat nog ergens op m’n computer en heb ik nog steeds niet gekeken omdat ik zo baal dat het net mis ging na hard trainen en werken, terwijl het al die jaren daarvoor wel ging. Het zal nog even duren voor ik die ga kijken. Eerst wereldkampioen worden, dan kan ik het op een dag met een grote lach op m’n gezicht terugkijken.

Na die verliespartij in Parijs tweette je nog naar Dana White dat je in de UFC wilde vechten. Waarom deed je dat?Frustratie. Ik was kwaad op mezelf en wilde een echt gevecht, niet tegen iemand die steeds wegrende. Dus ik dacht dat ik het daar maar moest proberen om te scoren. Ik wist eigenlijk wel dat dat helemaal geen nut had. Als ik tegen zo’n MMA-jongen vecht, trekt hij me naar de grond en tik ik af. Mijn enige ervaring met grondvechten is anderhalve jaar training van Martijn de Jong, maar dat is onderhand ook zeven jaar geleden.

Ik had wel heel graag tegen Conor McGregor willen vechten. Die gast denkt dat hij kan boksen, maar hij kan er helemaal niets van. Ik heb in het verleden aangeboden om hem te helpen trainen, maar daar heeft-ie niets mee gedaan. Hij wist waarschijnlijk dat hij dan klappen zou krijgen.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.