Cafetaria Jimmy’s in Vught is nog dicht en donker als ik er op de afgesproken tijd arriveer. Eigenaar Taha verontschuldigt zich vriendelijk als hij de deur opendoet. Hij wilde nog wat extra schoonmaakwerk doen, zegt hij. “We krijgen hoog bezoek vandaag, hè? Dan moet het er wel goed uitzien.” Met dat bezoek doelt hij op Rik Nauwelaerts (31), die even later ook het cafetaria binnenstapt.
Rik, geboren in het Belgische Beerzel, is een bedreven wedstrijdeter. Van de 24 eetwedstrijden waar hij al aan meedeed, was hij 19 keer de beste. Vorig jaar werd hij nog wereldkampioen frikandellen eten, door er 23 in een half uur weg te werken, en zijn persoonlijk uurrecord staat zelfs op 40 stuks. En ondanks dat is hij geen tientonner, maar juist atletisch afgetraind. Dat komt doordat hij ook nog eens een fanatiek marathonloper is – elke maand rent hij er wel een. Beide passies komen samen op zijn bedrukte T-shirt, waar zijn instagramaccount op vermeld staat: Foodrunner. “Ter promotie hè?” zegt hij.
Videos by VICE
Rik en ik hebben bij Cafetaria Jimmy’s afgesproken om de ‘super catamaran’ te eten. Die bestaat uit twee XXL-frikandellen en een kilo friet met saus naar keuze. De huisspecialiteit kost twaalf euro, maar is gratis voor iedereen die het bord binnen dertig minuten leeg heeft. Daar maakt Rik zich geen zorgen over. “Ik heb al eens geprobeerd er twee achter elkaar op te eten, toen hield ik maar 140 gram friet over.” Taha schudt zijn hoofd. “Dan wordt dit al helemaal een makkie voor jou.”
Ik ga vandaag proberen Rik bij te benen, al twijfelde ik of het wel een goed idee zou zijn toen ik het plaatje van het gerecht zag. “Spannend hè? Heb je al trek?” vraagt Rik me als Taha de keuken induikt om de voorbereidingen te starten. “Mijn doel is om onder het huidige record van Jimmy’s te komen. Dat staat op 10:38.” Als meervoudig eetkampioen is het voor Rik geen enkel probleem om grote porties vet voedsel weg te stouwen. “Al ben ik meer een hoeveelheid-eter dan een snelheid-eter. Ik heb veel vermogen. Geef mij een tijdspanne en ik eet alles op.”
Omdat ik van plan ben om vandaag netjes mijn bord leeg te eten, vraag ik Rik of hij tips heeft. “Afwisselen, rustig aan beginnen en water blijven drinken. En ook saus is belangrijk – zie het als een beetje extra glijmiddel.” Voorlopig doet hij alleen wedstrijden in de Benelux en niet in bijvoorbeeld Amerika, waar professionele eters zich dagelijks volproppen om alleen al te trainen. Hoewel daar duizenden dollars verdiend kunnen worden, wil Rik niet meegaan op dat niveau. “Ik wil er niet elke dag mee bezig zijn. En ik ben sowieso al niet snel genoeg voor het Amerikaanse tempo.”
Wie wel snel is, is Taha. Vijf minuten nadat hij in de keuken verdween is het eten klaar. Rik en ik gaan midden in de zaak zitten, en vlak voordat we beginnen geeft hij nog een nuttige tip. “Praat maar niet tegen me als ik aan het eten ben. Dat kost allemaal energie en tijd.” Terwijl ik alvast aan de patatjes begin, kijkt Rik watertandend naar zijn portie. Hij houdt zijn handen er pal boven en zegt dat hij het eerst nog een klein beetje wil laten afkoelen. “Als het te warm is kan het ik het wel aanvliegen, maar krijg ik het niet weg.”
Jimmy’s is inmiddels volgelopen met klanten en bezoekers. “Genieten doe ik eigenlijk nooit van dit soort challenges. Dit is gewoon schrokken, het blijft een wedstrijd,” zegt Rik. Hij zet zijn GoPro neer om zichzelf te filmen en legt zijn telefoon naast het dienblad om de tijd op te nemen. Dan is het tijd om echt te beginnen. Rik telt af. “Go!” roept hij, waarna hij als een razende tekeergaat.
Rik verandert in een vingerknip van een rustige kerel naar iemand die al dagen niet gegeten heeft. Hij duwt alles naar binnen wat binnen handbereik ligt, en in een moordend tempo dipt hij zijn friet in de mayonaise en stopt hij het in zijn mond. Hij is nog niet begonnen met kauwen of heeft zijn volgende hap al paraat. “Kijk hoe ver hij is,” zegt Taha. “Hij is pas twee minuten bezig.” De stapel friet wordt vakkundig kleiner en de mega-frikandellen worden in kleinere stukjes afgebroken. Rik lijkt in een trance te zitten en herhaalt continu hetzelfde riedeltje: friet pakken, dippen, opeten, frikandel afbreken, dippen, frikandel opeten en een slok water nemen.
Zelf presteer ik helaas een stuk moeizamer. Gevoelsmatig ben ik drie grote friet met mayonaise verder, maar de stapel oogt nog steeds even vol. “Ik zou niet te grote stukken frikandel eten als ik jou was,” adviseert Taha. “Kijk naar Rik, die neemt ook superkleine hapjes.” Ik begin de hoop op een leeg bord op te geven, terwijl Rik met elke hap die hij neemt meer en meer in een monster verandert. Dat hij door iedere aanwezige wordt aangestaard doet hem niets. Als hij halverwege zijn bord is, ligt hij ruim op schema om het record te pakken.
Alles lijkt soepel te gaan, totdat hij de zeven minuten nadert. Zijn gezicht is inmiddels rood en de eerste zweetdruppeltjes zijn al op zijn voorhoofd verschenen. Maar aan zijn tempo verandert vooralsnog niets. Taha voorspelt dat zijn poging onder druk komt te staan. “Hij is nog steeds niet normaal snel, maar het mag eigenlijk niet langzamer gaan dan dit.” Helaas voor Rik gebeurt dat wel. Hij moet zijn lichaam en maag uitrekken, terwijl de seconden wegtikken en er nog genoeg eten op zijn bord ligt. Rik heeft het zwaar en moet er even bij staan. Hij heft zijn armen, strekt zich uit en haalt diep adem, wat tot enig rumoer in de zaak leidt. Maar als Rik weer gaat zitten kunnen de toeschouwers gerust ademhalen.
Wel heeft Rik steeds vaker een slok water nodig om de hap in zijn mond weg te krijgen. Waar mijn eigen poging ronduit sneu is, nadert Rik inmiddels zijn laatste paar frietjes. Maar het record verbreken zit er niet in, en daar baalt hij van. Hij doorbreekt het door hemzelf opgelegde spreekverbod. “Ik had na een tijdje te weinig zuurstof in mijn neus. Omdat mijn mond tijdens het eten dichtzit, moet mijn neus de zuurstof compenseren.” Al kauwend en pratend werkt hij rustig de laatste restjes weg. “Dat wordt dus nog een keertje terugkomen!”, roept hij naar Taha.
Als Rik zijn laatste frietjes op heeft, kijkt hij naar mijn bord. Hij begint keihard te lachen. “Heb je wel iets gegeten?” Hij pikt wat overgebleven patatjes van mijn bord. “Nog een paar voor de smaak.” Ondertussen neemt hij nog een slok water. “Normaal gesproken drink ik ook niet zoveel glazen, hooguit drie of zo. Dit is nu al mijn vijfde. Van die zoute frieten ga ik vol zitten.” Ik kan wel een ei leggen, maar Rik zit er rustig bij. “Het duurt even voordat deze kilo’s aan voedsel gezakt zijn. Zolang ik maar beweeg en genoeg blijf drinken.”
Uiteindelijk zijn er 22 minuten voorbij als Rik zijn laatste patatje opeet. “Het was lekker, maar ik vind het jammer van het record. Zoiets blijft een persoonlijk ding.” We zeggen Taha gedag, en terwijl Rik triomfantelijk naar buiten loopt, betaal ik mijn twaalf euro. Mijn buik doet zeer en ik ben benieuwd of Rik nu ook gaat uitbuiken. “Ik moet vanavond werken. In het weekend werk ik in de horeca en doordeweeks als orderpicker in het magazijn – allebei goed voor mijn spijsvertering, wat ook geldt voor het hardlopen natuurlijk. Die kilootjes gaan er altijd wel weer af.”