Tech

Kapitalisme heeft in 2050 de aarde kapotgemaakt, voorspellen wetenschappers

schimbari

Uit een aantal nieuw onderzoeken blijkt dat de mensheid de komende decennia twee opties heeft:

Optie één: we zouden tegen 2050 nog steeds een hoog bruto binnenlands product (bbp) kunnen behouden, maar wel ten koste van een aantal dingen. De overgang naar duurzame energie verloopt moeizaam, er ontstaat een grondstoffen- en materialentekort en de klimaatverandering laat catastrofale sporen achter, met als gevolg dat de beschaving langzamerhand afbrokkelt.

Videos by VICE

Of: we laten onze bbp-fetisj varen en creëren een wereld waarin we het goed hebben, en we een hoeveelheid energie gebruiken die onze aarde aankan. Een wereld met genoeg werkgelegenheid, en gezondheidszorg en onderwijs voor iedereen, zonder dat de aarde daaronder lijdt.

Wetenschappers van het onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon 2020 van de Europese Unie zeggen dat ons huidige kapitalistische systeem een succesvolle transitie naar schone energie in de weg staat. En dat niet alleen: als we op dezelfde kapitalistische voet doorgaan, krijgen we gegarandeerd te maken met grondstoftekorten, en de inspanningen die we tot nu toe hebben geleverd om onze vervoerssystemen CO2-vrij te maken zullen teniet worden gedaan.

Uit een nieuw onderzoek dat in het wetenschappelijke tijdschrift Energy Stategy Reviews werd gepubliceerd, blijkt dat het elektrisch maken van auto’s, vrachtwagen en treinen alleen zinvol is als we de groeiende consumptiedrang in industriële samenlevingen kunnen terugdringen. Dat betekent in de praktijk dat ons kapitalistische systeem fundamenteel moet veranderen.

Het goede nieuws is dat er in september ook een ander onderzoek werd gepubliceerd, waaruit bleek dat zo’n economische transformatie absoluut haalbaar is. En dat hoeft niet ten koste te gaan van de levenskwaliteit van aardbewoners. Maar daarover later meer.

De wereld vormgeven

Het transportonderzoek is gebaseerd op een zeer geavanceerd evaluatiemodel, dat gebruikmaakt van een grote hoeveelheid empirische gegevens. In het specifieke model dat voor dit onderzoek werd gebruikt, het MEDEAS-World-model, zitten uiteenlopende onderwerpen opgenomen: van de relatie tussen mondiale en regionale economieën en de infrastructuur van hernieuwbare energie, tot de kosten van technologische ontwikkelingen en de hoeveelheden land en grondstoffen die we nodig gaan hebben

In februari gaf het EU-team een gedetailleerde uitleg over de werking van het model in Energy & Environmental Science, een wetenschappelijk tijdschrift dat wordt gepubliceerd door de Royal Society of Chemistry in het Verenigd Koninkrijk. Uit het model blijkt dat er een aantal problemen samenkomen, die samen een zogeheten ‘perfecte storm’ kunnen veroorzaken.

Een belangrijke term hierbij is het ‘energierendement op investering’ (EROI): de verhouding tussen de hoeveelheid energie die je uit een bepaalde bron kunt halen en de hoeveelheid energie daarvoor nodig is. De fossiele energiebronnen naderen volgens het model op dit moment “biofysische beperkingen” om nog langer rendabel te zijn.

Olie, gas en steenkool hebben te maken met stijgende kosten en afnemende opbrengsten, waardoor ook het EROI terugloopt. Gebeurt dat laatste lang genoeg, dan wordt op een gegeven moment een punt bereikt waarop de energiewinning te duur wordt om in stand te houden. Helaas laat het MEDEAS-model zien dat hernieuwbare energieën dat probleem niet per se oplossen, wegens een aantal tekortkomingen.

Windenergie is bijvoorbeeld nogal grillig. Je bent afhankelijk van de seizoenen en kunt alleen energie opwekken in gebieden waar wind waait. Hernieuwbare energiebronnen hebben in vergelijking met fossiele brandstoffen ook meer land nodig om dezelfde hoeveelheden energie op te wekken. En hernieuwbare energiebronnen zijn nog steeds erg afhankelijk van grondstoffen en andere materialen, om energiecentrales en de bijbehorende infrastructuur te kunnen bouwen.

Elektrische voertuigen zijn om twee redenen belangrijk

Het team achter het MEDEAS-model heeft zich in het nieuwe onderzoek specifiek toegespitst op een transportanalyse. Transport is voor een groot deel nog steeds afhankelijk van vloeibare brandstoffen, die weer met name afkomstig zijn van olie.

“Volgens de meeste voorspellingen gaat de wereldwijde oliewinning in het komende decennium stagneren,” zeggen de wetenschappers. Dat komt doordat de conventionele olieproductie al stagneert sinds ongeveer 2006. Daardoor zijn we afhankelijker geworden van duurdere, onconventionele brandstoffen, maar die zullen volgens de wetenschappers in de komende decennia ook minder gewonnen worden.

De overgang naar hernieuwbare energiesystemen is dus essentieel – niet alleen om de klimaatverandering tegen te gaan, maar ook om een energiecrisis te voorkomen.

Uit het onderzoek blijkt dat de mensheid zo snel mogelijk moet overschakelen op elektrische voertuigen – voor zowel privé- als openbaar vervoer. Het is volgens de wetenschappers “de beste optie” om energie te besparen en de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.

Maar er is ook een probleem: als onze economieën in het huidige tempo blijven doorgroeien, zal er een hoeveelheid grondstoffen en materialen nodig zijn die de aarde niet kan leveren. Dat is zelfs het geval als zware materialen worden vervangen door lichte alternatieven.

In de auto-industrie worden op dit moment bijvoorbeeld de stalen onderdelen van de elektromotor, de accu en de carrosserie vervangen door aluminium, magnesium en titanium. Ook worden er steeds vaker andere composietmaterialen gebruikt, zoals plastic dat versterkt is met koolstofvezel. Deze materialen kosten volgens het onderzoek echter meer energie in de productiefase. “Ze dragen meer bij aan de opwarming van de aarde dan de zwaardere materialen die ze vervangen.”

Eindeloze groei zal binnen tientallen jaren leiden tot een grondstoffenschaarste

Er komt enorm veel kijken bij een mogelijke transitie naar elektrische voertuigen. Voor het elektrisch maken van wegen en spoorwegen zijn ‘slimme’ grids nodig, en daarnaast complexe kabelnetwerken waar veel stroom doorheen geleid kan worden en accuwisselstations die niet te ver van elkaar verwijderd staan. In het onderzoek staan verschillende scenario’s voor hoe zo’n overgang eruit zou kunnen zien.

Volgens één scenario zal de economie stagneren “omdat de oliewinning rond 2025-2040 haar limiet bereikt”, maar kan het bbp alsnog blijven groeien dankzij de transitie naar elektrische voertuigen. Dat zou laten zien dat het beperken van vloeibare brandstoffen in de transportsector een grote rol kan spelen in het voorkomen van “energietekorten in de economie als geheel.”

Maar dan loopt de economie wel tegen een obstakel aan: binnen dertig jaar zijn er niet genoeg grondstoffen en materialen meer over om de elektrische transitie in stand te houden. Zelfs als er veel grondstoffen gerecycled worden.

Volgens de wetenschappers is er voor een transitie rond 2050 “meer koper, lithium en mangaan nodig dan er in de huidige reserves aanwezig is. De voorraden koper en mangaan raken vooral op omdat er ook veel vraag naar is vanuit andere sectoren, maar de voorraad lithium zal voornamelijk gebruikt worden voor batterijen van elektrische voertuigen. Dat alleen al zorgt ervoor dat de geschatte wereldwijde reserves niet voldoende zullen zijn.”

Het vervelende is dat in dit scenario, waarin het bbp continu blijft toenemen, het grondstoffentekort zelfs plaatsvindt “als het recyclingpercentage enorm toeneemt”.

De wetenschappers spreken van een hoog recyclingpercentage als 57 procent van alle koper, 30 procent van alle lithium en 74 van alle mangaan wordt gerecycled. Die percentages zijn gebaseerd op nogal optimistische voorspellingen van de mogelijkheden en kosten van recycling.

Maar zelfs als de mensheid zoveel recyclet, zullen de huidige geschatte reserves van deze grondstoffen tegen 2050 uitgeput zijn. Tot die conclusie kwamen ook wetenschappers van andere onderzoeken, die schatten dat er rond 2042-2025 lithiumtekorten en rond 2038-2050 mangaantekorten zullen ontstaan.

De daadwerkelijke tekorten zouden zelfs nog eerder kunnen ontstaan, omdat er in de bestaande modellen – waaronder het MEDEAS-model – nog geen rekening wordt gehouden met de materiaalvereisten die nodig zijn voor de interne bedrading, de motor en accu’s van elektrische voertuigen, de bouw en het onderhoud van het net om de accu’s op aan te sluiten en op te laden, en de aanleg van bovenleidingen om de spoorwegen elektrisch te maken. En daarbovenop komen er überhaupt een hoop moeilijkheden kijken bij het recyclen van metalen, waar ook nog geen rekening mee is gehouden in de modellen.

Eindeloze groei leidt onvermijdelijk tot klimaatverandering

In het scenario waarin het bbp blijft toenemen, gaat de wereld de doelstellingen van het Parijs-akkoord gegarandeerd niet behalen. Dat zou betekenen dat de gemiddelde temperatuur in de wereld met meer dan anderhalve graad Celsius zal stijgen, wat desastreuze gevolgen heeft.

Het model laat zien dat de transportsector veel minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen. Maar omdat er nog steeds wordt gestreefd naar een voortdurende groei van het bbp, zullen andere economische sectoren afhankelijk blijven van olie, gas en steenkool en er zelfs meer van gaan gebruiken.

Hoewel de uitstoot van broeikasgassen in de transportsector dus zal afnemen, “wordt het tekort aan vloeibare brandstoffen enkele jaren uitgesteld, waardoor de economie nog meer kan groeien. Uiteindelijk zal de totale uitstoot van broeikasgassen daardoor niet afnemen, wat natuurlijk wel de bedoeling is van het beleid dat de transportsector CO2-vrij moet maken. Sterker nog, de uitstoot van broeikasgassen kan misschien zelfs toenemen. Dat komt doordat ons huidige economische systeem verlangt dat het bbp blijft toenemen – waardoor een toenemende vraag naar energie bijna onmogelijk te vermijden is.”

Dat betekent dat de gemiddelde wereldtemperatuur tot ver boven de anderhalve graad Celsius stijgt, wat rampzalige gevolgen zal hebben: de meeste koraalriffen op aarde zullen verdwijnen, oogsten zullen mislukken en vernietigende weersverschijnselen zullen vaker plaatsvinden, om iets te noemen.

De hang naar groei loslaten

Er is één scenario waarin het de wereld lukt om de uitstoot van broeikasgassen in de transportsector tegen 2050 met 80 procent te verminderen. “Daarvoor moeten we radicaal overschakelen op lichte elektrische voertuigen en goederen voortaan per elektrische trein laten vervoeren, en niet meer over de weg,” aldus de wetenschappers. “Ook moeten we onze grondstoffen meer gaan recyclen, onze vraag naar transport drastisch verminderen (vooral transport per vliegtuig, dat erg vervuilend is) en onze economische activiteiten in het algemeen terugdringen.”

De wetenschappers schrijven dat er “een verregaande verandering van het dominante economische paradigma” nodig is. Oftewel: we moeten van het kapitalisme af.

Met andere woorden: we kunnen de desastreuze gevolgen van klimaatverandering alleen voorkomen door over te schakelen op een nieuw sociaal en economisch kader, dat ook wel ‘degrowth’ wordt genoemd. “De huidige op groei gerichte economieën moeten evolueren naar een nieuw systeem, dat voorziet in de behoeften van de mens, zonder dat er sprake is van constante groei.”

Met zo’n systeem zouden we de doelstellingen van het Parijs-akkoord kunnen behalen, waardoor de aarde maximaal 1,5 tot 2 graden Celsius opwarmt. De wetenschappers wijzen er echter op dat zulk beleid helaas “buiten de politieke en economische opties van dit moment vallen”.

Het onderzoek heeft ook tegenstanders. Auke Hoekstra, een onderzoeker aan de faculteit werktuigbouwkunde van de Technische Universiteit Eindhoven, tweette dat het onderzoek uitgaat van een elektrische batterij die tien keer zo groot is als nodig is voor een elektrische vrachtwagen. Volgens Hoekstra wordt de verwachte behoefte aan grondstoffen in het onderzoek daarom nogal overschat.

Maar volgens Iñigo Capellán Pérez, mede-auteur van het onderzoek en industrieel ingenieur bij de Group for Energy, Economics and System Dynamics van de Universiteit van Valladolid, is de kritiek van Hoekstra “te simplistisch”. Hoekstra gaat volgens hem uit van technische prestaties “die nog niet bereikt zijn” en die berusten op “zeer specifieke wielen en een aerodynamische aandrijving die niet zijn toegestaan in de EU”.

Pérez zegt ook dat Tesla’s beweringen over de technische prestaties van hun elektrische trucks niet standhouden als ze onafhankelijk getoetst worden.

Sterker nog, na de kritiek van Hoekstra heeft het team van Pérez alternatieve cijfers in het MEDEAS-model ingevoerd, om te kijken of het eindoordeel overeind bleef staan. En tot nu toe lagen de resultaten “niet ver” af van de eerste bevindingen, vertelt hij.

Hij benadrukt dat het model technologieën beoordeelt op basis van de huidige kennis van de technische prestaties en mogelijke beperkingen in de toekomst.  Technologische ontwikkelingen die te onzeker zijn en waarschijnlijk hun beloften niet zullen waarmaken, worden daarom uitgesloten.

Het model kijkt ook naar de mogelijke kosten. Als levensvatbare technologieën “enorme kosten met zich meebrengen, dan kunnen we er niet van uitgaan dat die over de hele wereld worden verspreid. En laten we ook niet vergeten dat honderden miljoenen mensen nog steeds geen toegang hebben tot elektriciteit – dus waar moeten die vrachtwagens zich dan opladen?”

Pérez zegt dat het gekibbel over zulke onzekerheden zeker uitmaakt voor de data, maar de uitkomsten van het model niet ongeldig maakt.

Welvaart – zonder groei

Als we onze transportsystemen met succes CO2-vrij willen maken, zullen we over moeten stappen op een nieuw, duurzaam alternatief voor het kapitalisme, waarbij een continue groei juist vereist is. Dat betekent dat we veel minder grondstoffen uit de aarde moeten halen dan we nu doen, en er tegelijkertijd voor moeten zorgen dat het menselijk welzijn daar niet onder lijdt.

Uit een ander nieuw groot onderzoek blijkt echter dat zo’n transitie naar een post-kapitalistische wereld heel haalbaar is. Bij dit onderzoek waren wetenschappers betrokken van de School of Earth and Environment van de Universiteit van Leeds, de faculteit aardwetenschappen van de Universiteit van Lausanne, de School of Environment van Yale en het International Institute for Applied Systems Analysis in Oostenrijk.

Tegen 2050 – wanneer volgens het MEDEAS-model al meerdere grondstoffenschaarstes zijn ontstaan – zou het wereldwijde energieverbruik volgens de wetenschappers kunnen worden teruggebracht tot minder dan 40 procent van de huidige cijfers. En toch zouden de 10 miljard mensen die tegen die tijd op aarde rondlopen volgens dit scenario alsnog een fatsoenlijke levensstandaard kunnen hebben. Het energieverbruik zou ongeveer hetzelfde zijn als in de jaren zestig, toen de wereldbevolking uit nog maar 3 miljard mensen bestond.

In het onderzoek werd het huidige energieverbruik in 119 landen vergeleken met de geschatte hoeveelheid energie die we nodig hebben voor een acceptabel leven. De overgrote meerderheid van de landen bleek veel meer energie te gebruiken dan ze eigenlijk nodig hebben. In een aantal van de rijkste landen ter wereld, waar per hoofd van de bevolking de meeste energie wordt verbruikt, is het mogelijk om het energieverbruik met maar liefst 95 procent te beperken en toch iedereen een fatsoenlijke levensstandaard te kunnen bieden.

“Dat is een overtuigend weerwoord op het clichématige, populistische idee dat klimaatactivisten willen dat we allemaal weer in grotten gaan leven.”

In het getransformeerde economische systeem zou iedereen ter wereld zeer efficiënte faciliteiten kunnen krijgen om te koken, voedsel op te slaan en kleding te wassen. Er zou voldoende schoon water zijn om te drinken en je mee te wassen. De luchttemperatuur zou het hele jaar lang constant ongeveer 20 graden Celsius zijn, ongeacht waar je woont. Iedereen zou toegang hebben tot een computer en er zou overal ter wereld internet zijn. Er zouden uitgebreide transportnetwerken zijn, waarmee iedereen zich per jaar 15.000 kilometer zou kunnen verplaatsen. Iedereen zou toegang hebben tot gezondheidszorg en onderwijs. De tijd die we aan werk besteden zou gehalveerd worden. En dat allemaal als we ons energieverbruik met meer dan de helft terugdringen.

“Sommige overheden beweren dat klimaatactivisten ‘onze manier van leven bedreigen’, dus het is de moeite waard om de vraag te stellen hoe die manier van leven er eigenlijk uit zou kunnen zien,” zegt hoogleraar en medeauteur van het onderzoek Julia Steinberger, die ook het Living Well Within Limits-project leidt aan de Universiteit van Leeds. “Het is lang de tendens geweest om het goede leven gelijk te schakelen aan het idee dat meer altijd beter is. Maar het is duidelijk mogelijk om iedereen een fatsoenlijk leven te bieden en tegelijkertijd ons klimaat en onze ecosystemen te beschermen.”

Al met al wijzen deze onderzoeken erop dat het afschaffen van het eindeloze-groei-kapitalisme niet alleen nodig is om te voorkomen dat onze samenlevingen binnen enkele decennia uiteenvallen vanwege materiaaltekorten en klimaatverandering, maar ook de weg vrij zou kunnen maken voor een veel rechtvaardiger economisch systeem. Een systeem dat de planeet beschermt en tegelijkertijd onze welvaart in stand houdt.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE UK

Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram