Er is een nieuwe traditie in Nederland aan het ontstaan: mensen van boven de veertig die op millennials – 18- tot 34-jarigen – mopperen. (Kijk maar op deze Tumblr waar journalist Thomas Hogeling deze tirades sinds kort documenteert.)
Voorlopig dieptepunt in deze vendetta is een column van journalist Auke Kok in NRC. De column staat al ruim een week online maar kwam gisteren bovendrijven op Twitter.
Videos by VICE
Kok, bekend van prachtige sportverhalen, klinkt hier heel verbeten. Mannelijke millennials beschrijft hij als ‘baarden met laptops’; de vrouwelijke varianten zijn ‘kwebbelende troela’s’. Het zijn ‘meikevers’ – ongedierte dus – waarvan de stad ‘vergeven’ is. Gaat het, meneer Kok? Grappig is hoe hij de levens van millennials schetst: we zouden ons verplaatsen in Car2Go’s en woningen huren via Nestpick (iemand?).
Maar hé, overdrijving is nu eenmaal het strijdtuig van de columnist. Laten we proberen om daar doorheen te kijken. Zit er een argument achter, een goede reden waarom Kok zo veel lawaai over millennials maakt?
Hmm. Niet echt. Onderstaande passage komt nog het dichtst bij een inhoudelijk punt:
“Heeft alles meegezeten in je leven, is het weer niet goed. Na een opvoeding vol begrip en verdraagzaamheid van hun ouders, meestal babyboomers, weten de millennials niet wat obstakels zijn. Ze maken een luie en verwende indruk en zodra er een knoop moet worden doorgehakt, bellen ze pa en moe.”
Lui. Verwend. Alles zit mee. Geen obstakels. Millennials zijn in Koks column een soort willoze wezens, die met een holle blik door de stad schuifelen, op zoek naar een Car2Go.
Er gaat hier van alles mis. Ten eerste zijn millennials een knoeperd van een demografische categorie: in Nederland leven ruim 3,15 miljoen mensen van 20 tot 34 jaar oud (bron: CBS).
Daar zitten millennials in Amsterdam en Waddinxveen bij, laag- en hoogopgeleide millennials, gekleurde millennials en witte millennials. Maar Kok lijkt alleen te denken aan het geprivilegieerde topje: witte, randstedelijke millennials met rijke ouders (‘ze bellen pa en moe’).
Zijn zij representatief? Heeft de gemiddelde millennial vandaag de dag inderdaad een luizenleventje?
Ik bel met Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit van Tilburg. Hij heeft de column ook gelezen en is verbaasd. “Het is grotendeels niet op feiten gebaseerd. Het is op basis van de feiten eigenlijk niet mogelijk om de case te maken dat de huidige generatie jongeren verwend is.”
Maar die case maakt Kok wel, en hij kleurt dat in met beelden van jongeren die overmatig feesten, blowen en hippe vegetarische tentjes bezoeken. En o ja, BAARDEN dragen! Het doet denken aan het gejammer over hipsters; ook al zo’n containerbegrip waar iedereen maar mee smijt. Maar dat terzijde: het gaat mij om de suggestie dat millennials het makkelijk hebben.
Kijk je naar de feitelijke economische situatie van 18- tot 34-jarigen, dan zie je het tegenovergestelde.
We werken harder en langer
Millennials werken langer dan de generatie van Auke Kok. Ze gaan eerder de arbeidsmarkt op en moeten naar verwachting tot na hun zeventigste doorwerken. Intussen dalen de lonen en neemt de inkomenszekerheid door flexcontracten en noviteiten als traineeships (waardevolle, maar ook onderbetaalde en tijdelijke posities) af.
Wilthagen: “In Amerika heeft ruim de helft van de jongeren het economisch slechter dan hun ouders. Dat komt niet alleen door de crisis, maar ook de veranderende economie. In Nederland heeft 60 procent van de jongeren een tijdelijke of flexbaan. Vorige generaties hadden meer perspectief en vaker de garantie van inkomen.”
Komt bij dat jongeren steeds vaker schulden hebben, met als bekendste voorbeeld de studieschuld. De basisbeurs is afgeschaft en de collegegelden stijgen – ook na inflatiecorrectie – sneller dan vroeger. Oh ja, en onze koopkracht is het laagst én het minimumjeugdloon tot 23 jaar zorgt ervoor dat we langer weinig verdienen dan voorgaande generaties.
Lui en verwend.
De woningmarkt is een ramp
Een huis is voor starters steeds moeilijker, mede door al dat flexwerk. Huren? Dat is steeds duurder, en het gebrek aan goede studenten- en starterswoningen is genoegzaam bekend. Zeker in Auke Koks Amsterdam is dit een groot probleem. “Probeer in Amsterdam maar te wonen als jongere”, zegt Wilthagen. “Al ben je er geboren, dan is het nog ontzettend moeilijk. Op een huis word je tien keer overboden voordat je het gezien hebt.”
Keuzestress is een reëel ding
Kok doet alsof keuzestress het enige probleem is waar millennials mee te maken krijgen – “verdomd als het niet waar is” – en suggereert ook nog eens dat dit een non-issue is.
Ik merk vaker dat mensen keuzestress aanstellerij vinden. Want waarom zou het voor millennials moeilijker zijn om te kiezen dan voor de generaties voor hen? Nou, omdat er simpelweg meer te kiezen is.
“De samenleving is veel complexer geworden, dus het is logisch dat kiezen moeilijker is. Vroeger hoefde je vaak niet te kiezen. Bijvoorbeeld: bij vorige generaties werkte de man, en bleef de vrouw thuis”, zegt Wilthagen. Kok maakt volgens de professor een omgekeerde redenering. “Jongeren zijn niet slechter in kiezen, er is gewoon meer keuze.”
De wereld is instabieler geworden
De huidige millennials hebben al de grootste terreuraanslag en zwaarste economische crisis in decennia meegemaakt. Geopolitieke verhoudingen worden voortdurend omgewoeld, het klimaat gaat naar de haaien en de machtigste man ter wereld is een feestelijke combinatie van een haatzaaier en een onnozelaar.
Jongeren zijn hierdoor steeds meer maatschappelijk betrokken. Vandaar ook dat we zitten te kwebbelen in vegetarische restaurants. Over de politiek, het klimaat en oorlog enzo.
Conclusie
Nu kun je zeggen: joh, jongeren hebben altijd al gekampt met universele onzekerheden. Maar dat is eigenlijk precies het punt.
Millennials zijn, ondanks dat er een speciaal woord voor ons is bedacht, niet uniek. Toch worden er continu verwende karikaturen van ons gemaakt. Een onderbouwing wordt nooit gegeven, en die is er ook niet: op veel fronten hebben we minder goed dan de generaties voor ons.
Wilthagen zegt dat het van alle tijden is om neerbuigend over jongeren te doen. In de jaren ’70 werd bijvoorbeeld hetzelfde gezegd over de ‘patatgeneratie’. “Er zit iets in de maatschappij om afgunst te voelen voor jongere generaties. Altijd worden luiheid en niet kunnen kiezen als kenmerken van die generatie genoemd.”
Natuurlijk zijn er verwende millennials, die rijke ouders hebben, en misschien zelfs Car2Go gebruiken, maar de meesten zijn dat niet. Net zoals de meeste vijftigplussers geen zure columns schrijven over mensen die jonger zijn. Gelukkig maar.