Toen Sarah achttien jaar was had ze een sollicitatiegesprek bij een uitzendbureau. Ze zat voorovergebogen in haar stoel, en haar hart bonsde in haar keel. “Ik weet nog dat de vrouw tegenover me aan me vroeg of ik wel oké was. Ze wilde weten waarom ik geen oogcontact maakte.”
Koudwatervrees, zouden de meeste mensen zeggen. Maar Sarah, wiens naam we op verzoek hebben gefingeerd, reageerde om een veel minder onschuldige reden zo nerveus. “Ik was zo gewend geraakt aan onzichtbaar zijn, aan niets voorstellen. Het voelde alsof ik geen eigen identiteit meer had,” vertelt ze.
Sarah had op dat moment al decennia emotioneel misbruik van haar moeder doorstaan – die ze nu als een ‘kwaadaardige narcist’ omschrijft. Kwaadaardig narcisme wordt nog niet officieel erkend in de psychologie, het is nog een soort experimentele diagnose. Maar mensen die eraan lijden, zijn vaker agressief, antisociaal en egocentrisch. Sarahs jeugd werd er traumatisch door.
Videos by VICE
“Soms beweerde ze dat ik mijn zusje met een balpen in het gezicht had geprikt, of dat ik haar van de grap had geduwd – ik kan me dat niet herinneren,” zo zegt Sarah, die nu taalles geeft. “Ik kreeg overal de schuld van. Soms zei mijn moeder zelfs dat ik ‘geaborteerd had moeten worden’ omdat ik ‘vergif’ was. Als ik in bad ging, mocht ik mij maar in een klein laagje water wassen.”
Toen Sarah ouder werd, werd de mishandeling ook seksueel van aard. “Toen ik tien of elf jaar was, maakte mijn moeder mij belachelijk om mijn seksualiteit en lichaam. Zo zei ze bijvoorbeeld dat ik ‘geen borsten had en dat jongens mij daarom niet wilden’. Vaak glimlachte ze na zo’n opmerking. Ze voedde zich met andermans pijn, zoals een vampier met bloed.”
Sarah werd zo bang voor haar moeder dat, naarmate ze ouder werd, ze zichzelf aanleerde om haar verlangens voor zich te houden en niet te aanwezig te zijn. Daardoor ontwikkelde ze amper een eigen identiteit. In plaats daarvan werd Sarah een soort schimmige afspiegeling van haar moeder. Sarah bleek last te hebben van wat in het Engels ‘echoism’ heet – een soort omgekeerd narcisme.
Echoism is een bekende term geworden dankzij psycholoog Craig Malkin. Hij omschreef het als een soort karaktereigenschap in zijn in 2015 verschenen boek Rethinking Narcissism. Veel mensen hoorden via Malkin voor het eerst van de term, maar echoism werd in 2005 al gemunt door Dean Davis, een psycholoog gespecialiseerd in psychoanalyse. Mensen die intieme, giftige banden met een narcist hebben gehad, kunnen echoism ontwikkelen. De narcist kan zowel een partner, ouder, broer of zus zijn. Personen die lijden aan echoism zijn vaak gevoelige en empathische mensen. Bovendien hebben ze een hoge emotionele intelligentie en zijn ze geneigd om het anderen erg naar de zin te maken.
Het woord ‘echoism’ is afgeleid uit een Griekse mythe over Narcissus en Echo. Veel mensen kennen de Griekse god die verliefd raakte op zijn eigen spiegelbeeld, maar het verhaal van Echo is minder bekend. Echo was een bosnimf die als gevolg van een vloek nauwelijks meer kon praten en alleen nog de woorden kon herhalen die ze als laatste had gehoord.
“Echo werd verliefd op Narcissus, maar ze kon alleen zijn woorden verhalen,” legt Malkin uit. “Net zoals Echo, hebben veel echoisten (niet te verwarren met egoïsten) de neiging om een band aan te gaan met narcistische mensen, vaak vrienden of partners. Echoisten vinden het daardoor moeilijk om hun eigen stem in de relatie te vinden. Ze raken er simpelweg aan gewend andermans gevoelens en behoeften te herhalen.”
Mensen die lijden aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis buiten anderen uit, denken dat ze op allerlei dingen recht hebben, en blinken niet uit in empathie, aldus Malkin. “Ze zijn verslaafd geraakt aan het gevoel dat ze speciaal zijn. Om dat te blijven voelen, halen ze allerlei streken uit. Ze kunnen liegen, stelen, bedriegen – alles om te zorgen dat hun behoeftes vervuld worden. Wat dat bij anderen teweegbrengt, doet er niet toe.” Als een narcist een emotioneel gevoelig of empathisch persoon uitbuit, kunnen die mensen zich vervolgens ontpoppen tot echoisten. Malkin plaatst echoisten aan de andere kant van het spectrum van narcisten: echoisten zijn juist bang om hun behoeftes uit te drukken of om als speciaal of egoïstisch te worden beschouwd.
Omdat slechts één procent van de bevolking klinisch gediagnosticeerd is met een narcistische persoonlijkheidsstoornis, is het niet zo dat alle echoisten slachtoffer zijn van iemand die op papier ook echt een narcist is. Het gaat vooral om mensen die narcistische trekjes hebben – volgens schattingen van Malkin is dat ongeveer zestien procent van de populatie. Familieleden van mensen met narcistische trekjes kunnen in meer of mindere mate te maken hebben gehad met emotionele mishandeling. Daarom klinkt echoism voor veel mensen waarchijnlijk bekend in de oren.
Malkin heeft een test ontwikkeld waarmee je erachter kunt komen kom je naar narcisme of echoism neigt, en deze is inmiddels meer dan honderdduizend keer ingevuld. Op Reddit heeft de gemeenschap raisedbynarcissists ongeveer 328 duizend volgers. “De meeste slachtoffers zoeken online naar informatie”, legt Michael uit. Michael vertelt me dat ze in november 2017 een forum is gestart voor echoisten en andere slachtoffers van emotioneel misbruik. Het forum telt nu 21 duizend leden. “Via fora kun je ergens veel over leren. Bovendien kun je er het gevoel krijgen dat je ergens bij hoort en kun je er veel erkenning vinden.”
Als narcisten overschakelen op emotionele mishandeling, komen daar vaak allerlei tactieken aan te pas, zoals bijvoorbeeld isolatie. Ook ‘gaslighting’, een vorm van geestelijke mishandeling waardoor het slachtoffer aan zichzelf gaat twijfelen, en ‘stonewalling’ (weigeren met iemand te communiceren) zijn bekende trucs. “Echoisten voelen zich op ten duur niet meer as mens behandeld, zulke tactieken zijn heel schadelijk voor iemands zelfvertrouwen. Je wordt als het ware een echo van de ander,” licht Malkin toe.
“Vroeger keek ik vaak in de spiegel als ik naar het toilet ging,” vertelt Sarah, die inmiddels 39 jaar is en samen met haar puberzoon in het Engelse Surrey woont. “Dat klinkt misschien raar want het had niets met ijdelheid te maken, maar soms moest ik even checken of ik nog wel bestond. Ik had nauwelijks eigenwaarde, ik haatte het echt als mensen met mij bezig waren. Ik wilde liever onzichtbaar zijn.”
Kinderen van narcistische ouders voelen zich later in hun leven vaak onbewust aangetrokken tot andere narcisten. “Als je je eigen identiteit compleet hebt moeten verdrukken, wordt dat je referentiekader. Dat gevoel is bekend, zonder eenzelfde soort behandeling voel je je geen persoon meer,” zo vertelt Sarah verder. “Toen ik in de twintig was, zorgde ik dat ik expres in nare situaties terechtkwam. Ik werd geslagen en had ongezonde, vernederende seks. Ik kwam er maar niet uit, ik was gewend om de ‘plus één’ van een narcist te zijn. Al mijn relaties met narcisten – romantisch en vriendschappelijk – waren net een soort emotionele achtbaan. Ze slurpten al m’n tijd en energie op.”
Echoism draait allemaal om anderen het naar de zin maken, legt de 55-jarige Maria Michael uit. Haar vader, inmiddels overleden, was een narcist. “Hij had weinig empathie, was erg egoïstisch en kritisch. Bovendien gaf hij me vaak de schuld van dingen. Hij gaf me altijd het gevoel dat ik niet goed genoeg was, wat ik ook deed. Dus probeerde ik steeds meer m’n best te doen. Mijn broers en zusjes en ik letten altijd super goed op hoe andere mensen keken en hoe ze zich voelden, want wij moesten ervoor zorgen dat zij zich goed voelden.”
“Wat mensen niet begrijpen, is dat je keer op keer de mond wordt gesnoerd. Ik heb periodes gehad waarin ik echt dacht dat ik gek werd.”
Hulpverlener Arlo McCloskey richtte steungroep The Echo Society in het Verenigd Koninkrijk op. De groep is bedoeld voor mensen die emotionele manipulatie en mishandeling hebben meegemaakt. McCloskey legt uit dat het willen behagen van anderen een vorm van “aangeleerd gedrag is wat voortkomt uit diepgewortelde angsten uit de kindertijd.” Volgens McCloskey zijn kinderen die het een ander vroeger altijd naar de zin moesten maken, later geneigd zijn om dat gedrag in nieuwe vriendschappen en relaties voort te zetten.
In 2018 publiceerde psychotherapeut Donna Christina Savery een boek getiteld Echoism, waarin ze onderzoekt of vrouwen sneller echoism ontwikkelen wanneer ze worden opgevoed door een narcist. Savery schrijft dat zulke vrouwen vaker onbewust naar narcistische partners zoeken en dat ze daarmee het rolpartroon van ‘echo’ blijven voortzetten. Vrouwen die trekjes van echoisme vertonen, kunnen daardoor over het hoofd gezien worden op hun werk of binnen vriendengroepen, waardoor sociale angsten kunnen ontwikkelen. Ook gaan ze mogelijk slechter presteren. Maar er is meer onderzoek nodig om definitieve conclusies te kunnen trekken, stelt Savery.
Vrouwen zoeken vaker dan mannen hulp bij echoism, maar dat wil niet zeggen dat vrouwen hier ook vaker aan lijden. Data over slachtoffers geven niet altijd een representatief beeld, zegt McCloskey. Dat komt omdat mannen volgens hem “minder snel geneigd zijn om hulp te zoeken.” (McCloskey beschikt niet over onderzoeksdata over echoism binnen de LHBTQ+-gemeenschap of onder non-binaire personen). Zo’n tweeduizend mensen zijn getest aan de hand van een schaal die door Malkin is ontwikkeld. De resultaten van dat onderzoek verbaasden ook de onderzoeker: “Ik ging ervan uit dat vrouwen hoger zouden scoren wat betreft echoism dan mannen, maar dat bleek niet waar te zijn. Uit het onderzoek bleek dat er geen verschil was wat betreft de prevalentie tussen mannen en vrouwen.”
Alle mensen die ik interviewde waren het over één ding eens: er is niet genoeg bewustwording over echoism binnen de wereld van de geestesziekten. “Er zijn veel plekken waar je terechtkunt voor hulp,” licht McCloskey toe. “Slachtoffers zoeken vaak hulp bij de politie, therapeuten, de rechter… Maar er is weinig begrip voor hun ervaringen en dat is schadelijk. Deze mensen hebben emotioneel misbruik in een relatie of vriendschap meegemaakt, maar krijgen daar nergens officieel erkenning van. Dat zorgt voor nog meer emotioneel leed.”
Bij The Echo Society kunnen mensen terecht voor groepsessies en workshops, waarbij de focus ligt op grenzen stellen. Die grenzen zijn lichamelijk, emotioneel en psychologisch van aard. “Het gaat bijvoorbeeld om zelfvertrouwen, assertiviteit en leren ‘nee’ te zeggen,” aldus McCloskey. “Maar simpele dingen als zorgen voor jezelf hoort er ook bij. Deze mensen zijn zo gewend geraakt om te zorgen voor de narcist, dat ze zichzelf vaak hebben verwaarloosd.”
Als ervaringen niet worden erkend of als slachtoffers niet worden geloofd, dan kan dat gevaarlijk zijn, vindt Sarah. “Wat mensen niet begrijpen is dat je keer op keer de mond wordt gesnoerd. Ik heb periodes gehad waarin ik echt dacht dat ik gek werd.” Volgens Malkin is de sleutel voor therapeuten die slachtoffers in behandeling nemen, dat ze samen op zoek gaan naar de eigen stem van het slachtoffer. “Door de jaren heen hebben ze geleerd om hun behoeftes, gevoelens, voorkeuren en teleurstellingen weg te stoppen, puur om te overleven.” Malkin adviseert therapeuten of hulpverleners om samen met het slachtoffer te werken aan een gezond ego: “Het gaat om het gezonde basisgevoel dat een slachtoffer het ook waard is om begrepen en geholpen te worden.”
Het keerpunt bij Sarah kwam ongeveer vijf jaar geleden, toen haar moeder weer contact met haar zocht. Ze gaf Sarah toen de schuld van de zelfmoord van haar vader. “Het was zo pijnlijk dat ik het niet aan kon. Het drukte als een zwaar gewicht op m’n hart.” Uiteindelijk zocht Sarah hulp bij Women’s Aid, een hulporganisatie voor slachtoffers van (emotioneel) misbruik. Daar kreeg ze therapie. “Je kunt er echt van herstellen. Maar je hebt wel de steun nodig van begripvolle mensen die naar je luisteren en je eigenwaarde herbevestigen.”