Identiteit

Anneke was radicaal-feminist die mannen afzwoor en vanuit een kraakpand boeken publiceerde

Foto via radicaalfeminisme.nl

8 maart is het Internationale Vrouwendag. Broadly sprak met activisten over de vrouwenzaak in 2018 – waar gaan zij de barricades voor op? Ook eren we de activisten aan wie vrouwen van nu hun vrijheden te danken hebben. Lees hier alle artikelen.

Op de vroege avond van 31 maart 1981 was de Dam afgeladen met vrouwen. Ze droegen spandoeken of lagen op hun rug rond het monument, met rode ketchupvlekken in hun kruis en breinaalden in hun hand. Van Leeuwarden tot Waddinxveen verzamelden vrouwen zich op straat om te demonstreren, ze hingen hun ongewassen beddengoed uit het raam en deden vooral niets aan het huishouden, want “het radarwerk staat stil, als de vrouw dat wil”.

Videos by VICE

Amper drie weken eerder, op Internationale Vrouwendag, was deze vrouwenstaking aangekondigd door Anneke van Baalen en de vrouwen van de feministische uitgeverij De Bonte Was, want ze vonden dat er dat jaar bitter weinig te vieren was. Door de recessie vonden steeds minder vrouwen een baan, er was een halfslachtige Abortuswet die op het punt stond om aangenomen te worden, en (seksueel) geweld tegen vrouwen was aan de orde van de dag.

‘Seksistiese kankermannenpers’

Uiteindelijk waren er over het hele land ruim een half miljoen vrouwen die meestaakten, al werd de actie niet gesteund door de vakbonden. Ook werd er voor de gelegenheid een krant opgericht, want er was weinig serieuze aandacht voor de voorgenomen staking in de reguliere media – in 1981 was een vrouwenstaking vooral aanleiding om flauwe tekeningetjes te maken van ontredderde vaders achter lege borden en kinderen met verbrande soep in hun haar. “(…) we worden behoorlijk ziek van die seksistiese kankermannenpers die al die duizenden woedende mannen afschildert als een ludiek feestend stelletje vrouwtjes…!” werd het krachtig samengevat in de Vrouwenstakingskrant.

Foto via vrouwennuvoorlater.nl

De Vrouwenstaking van 1981 was misschien de grootste actie die werd aangewakkerd door Anneke van Baalen, maar het was zeker niet de enige – Anneke had een buitengewoon groot talent voor het in gang zetten van dingen. Ze begon haar activistische leven (zoals wel meer tweedegolf-feministen) als keurig getrouwde moeder van twee kinderen bij ‘Man Vrouw Maatschappij’, de actiegroep van Joke Smit en Hedy d’Ancona. Daar coördineerde ze onder andere Op de vrouw af!, een landelijke manifestatie om Nederlandse vrouwen bewust te maken van hun belabberde positie in de maatschappij. Het oprichten van praatgroepjes, waarbinnen vrouwen ervaringen met elkaar konden delen, werd daarbij aangemoedigd.

In zo’n praatgroep begon ook Anneke van Baalen (ze werd geboren als Annie Rueb, maar was naar eigen zeggen niet erg gehecht aan die naam) te beseffen dat haar persoonlijke frustraties over aangekoekte borden en jammerende peuters in feite helemaal geen persoonlijke frustraties waren, maar een politiek probleem waar zo’n beetje alle vrouwen ter wereld mee worstelen.

Leve de grieten met hangtieten

Binnen een paar jaar was Anneke gescheiden van haar man. Haar kinderen bracht ze onder in een zogenaamd Kinderhuis, waar de ouders in toerbeurt langskwamen om voor ze te zorgen, en Anneke woonde zelf voortaan alleen nog met vrouwen samen. In 1972 hielp ze met het organiseren van een Vrouwencongres, waar alleen vrouwen mochten komen. Ze voerde met het Vrouwenbevrijdingsfront actie tegen Turks Fruit, door hun liefde voor hangtieten te proclameren en een pijnlijke samenvatting van de film uit de delen aan bioscoopbezoekers.

(Die samenvatting is overigens best wel accuraat: ‘Erik neukt erg graag. Hij kan het niet zo goed, maar daar geeft hij niet om. Hij kent het verschil niet tussen neuken en beuken. Erik kan ook wel aardig zijn, maar dan moet je eerst wel héél erg ziek zijn en sterven’.)

Illustratie door de auteur

In 1972 begon ze het radicaal-feministische schrijverscollectief De Bonte Was, dat boeken uitgaf als Vrouwen over Seksualiteit (1974) en Twistgesprekken van een Huisvrouw met God (1975). Een jaar later hielp ze bij het oprichten van een Vrouwenhuis in een gekraakt pand aan de Nieuwe Herengracht (vanaf dat moment natuurlijk de Nieuwe Vrouwengracht). In het Vrouwenhuis werden collectieve acties opgezet en feestjes georganiseerd, er werden boeken en pamfletten uitgegeven, er werd veel gezopen en gelachen. En er werd vooral erg veel gepraat en vergaderd – over seks, over politiek, over het verschil tussen lesbische en heteroseksuele feministen. Op de website vrouwennuvoorlater.nlzijn een aantal notulen, dagboeken en brieven uit die tijd te lezen, en ook het verslag van een enkele ruzie: “Ons eerste bezwaar is DAT JE VOORTDUREND AAN HET WOORD BENT OVER JEZELF.”

Geen mannen, geen geld

Anneke van Baalen was een radicaalfeminist, wat er in feite op neer kwam dat ze voor haar feministische werk niet samenwerkte met mannen. In het Vrouwenhuis mocht alleen een mannelijke elektricien naar binnen als het echt niet anders kon, en voor de uitgaves van de Bonte Was kwam ook geen enkele man te pas. Dat was niet uit een soort blinde mannenhaat, maar vanuit de gedachte dat vrouwen in een patriarchale samenleving alleen tot zichzelf konden komen in een manvrije omgeving.

Bovendien stond ze erop met haar feministische werk geen geld te verdienen, en wilde ze absoluut geen subsidie ontvangen. Daar werden Vrouwenbewegingen alleen maar afhankelijk en ineffectief van, vond ze.

Na de succesvolle Vrouwenstaking van 1981 raakte het radicaalfeminisme, en daarmee ook Anneke van Baalen, snel uit de mode. De Vrouwenbeweging van de jaren zeventig kreeg een wat naargeestige reputatie in de publieke opinie, de ongeschoren activistes in tuinbroek werden ingeruild voor sexy powervrouwen in puntbh’s.

Anneke stierf eind jaren negentig, en tegen die tijd was ze nagenoeg irrelevant geworden. Ze werd hooguit nog opgevoerd als voorbeeld van een enge, zurig ruikende feminist, die zo vastgedraaid zat in haar onheilspellende theorieën dat ze nergens meer om kon lachen. De nieuwe generatie feministen hadden glanzende haren en leken zich vooral te willen distantiëren van hun ongezellige voorgangers. ‘Maar streng dat ze intussen waren!’, schrijft Marianne van den Boomen in 1997 in de Groene Amsterdammer, ‘vooral voor diegene die dachten dat ze zich bevrijd hadden.’

Nu praat het hele land over een seksistisch voetbalspelletje bij Albert Heijn, bloedeloze tamponreclames en de genderneutrale jurkjes van de Hema. Feminisme leeft, en wordt ditmaal enthousiast aanvaard door marketingbureaus en slimme verkopers. “(…) als er weer een tijd komt waarin vrouwen opnieuw het feminisme omarmen, dan weet ik zeker dat Anneke van Baalen opnieuw zal ontdekt zal worden als inspiratiebron”, schreef Marja Vuijsje in de Opzij van januari 1998, kort na Annekes overlijden. Ik denk dat het inmiddels de hoogste tijd is.

Je vindt meer over Anneke van Baalen en de Bonte Was op radicaalfeminisme.nl. Andere bronnen die voor dit stuk zijn geraadpleegd zijn het Digitaal Vrouwenlexicon, het archief van Atria en de website vrouwenvoorlater.nl.