Tech

Mag een school eisen dat je anti-spieksoftware installeert?

privacy studenten

De meeste studenten die dit jaar hun tentamens moeten maken, doen dit thuis achter hun eigen bureautje. Hiervoor moeten sommigen een ‘proctoring’-programma installeren: software die structureel controleert of de student thuis niet spiekt of fraudeert. Daardoor maken ze zich zorgen om hun privacy: niet alleen hebben ze geen controle over wie deze beelden bekijkt, ook wordt er potentieel gevoelige informatie verspreid, zoals eventuele religieuze symbolen in je huis of informatie over je gezinssituatie.

Daarom werd er de voorbije weken al flink gedebatteerd over hoe ethisch verantwoord het is om een student te verplichten om dergelijke programma’s te installeren. Er werden Kamervragen gesteld en verschillende onderwijsorganisaties stuurden brieven naar het ministerie. Surf, een vereniging die zich bezighoudt met de digitalisering van het onderwijs, stelde een uitgebreide handleiding op, waarin alle juridische gevolgen van zo’n app werden opgesomd. Minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven zei hierop dat studenten ‘niet zo moeilijk moeten doen’ over online surveilleren. Ze vindt dat studenten, als alles correct verloopt, de online surveillance eigenlijk niet mogen weigeren. “In deze tijd moet iedereen soms dingen accepteren die we minder prettig vinden,” zei de minister. De problemen en zorgen van de studenten zijn nog lang niet opgelost, dus. Maar voor sommige studenten begint het wel hoog tijd te worden.

Videos by VICE

Zo kregen studenten van de Radboud Universiteit in Nijmegen begin mei een bericht dat hun tentamen gewoon door zou gaan, maar dat ze hiervoor een proctoring-extensie moesten downloaden. “We lazen dat onze webcam, microfoon, webverkeer, scherm-, muis- en toetsenbordactiviteit continu in de gaten worden gehouden. We moeten onze identiteitskaarten tonen en onze omgeving wordt op voorhand gescand. Die beelden worden opgeslagen en doorgestuurd,” vertelt Iris*, student aan de Radboud Universiteit. Nog een extra zorg van de studenten is de oorsprong van het bedrijf: Proctorio is een Amerikaans bedrijf, en de angst van de studenten is dat er hierdoor minder controle is op wat er vervolgens met die gegevens gebeurt. “We voelen ons gewoon onveilig en ik vraag me ook af wat de impact van zo’n programma is op de rest van ons computergebruik,” zegt Iris.

Daarbij wordt er volgens de studenten door de universiteit niet helder gecommuniceerd over wat er exact gebeurt met de informatie, als ze eenmaal toestemming geven om die op te slaan. “We kregen een document waarin de privacy-regels worden uitgelegd,” vertelt Iris. “Ook kregen we een bericht waarin stond dat alle gegevens die verzameld worden enkel toegankelijk zijn voor medewerkers van de universiteit of mensen die aangenomen worden voor de controle van deze data.” Hoe lang de data wordt bewaard en wie de beelden te zien krijgt, is niet duidelijk.

Een derde probleem is dat zo’n programma niet altijd even betrouwbaar is. “De beelden die opgeslagen worden, kunnen op meerdere manieren geïnterpreteerd worden,” vertelt Koen Versmissen, privacy-expert van Privacy Management Partners, een bureau dat ondersteuning geeft bij de naleving van privacyregels en bescherming van persoonsgegevens. “De mensen die vanaf een afstand kijken naar jouw beelden, zijn niet feilloos. Hoe meer informatie je biedt, hoe vaker je een ‘false positive’ zal hebben waarbij er dus vaker iets als spieken gezien zal worden. Het is ook mogelijk dat het programma zal aangeven dat je spiekt terwijl dat niet zo is. Dan is het nog moeilijker voor het schoolbestuur om dit te controleren. Het kan voor studenten erg lastig zijn om dan nog aan te tonen dat je niet fraudeert.”

“We zijn hierover in gesprek gegaan met de universiteit, maar we voelen ons eigenlijk niet gehoord,” vertelt Iris. Eerst namen ze contact op met de opleidingsdirecteur. “We kregen als antwoord dat de school niet goed weet wat ze anders moeten doen,” vertelt Iris. Uiteindelijk was de conclusie dat de studenten nu zelf moeten kiezen: ofwel downloaden ze Proctorio en maken ze hun tentamen, ofwel maken ze hun tentamen niet en wachten ze op eventuele veranderingen bij de herkansing – een moeilijke keuze die volgens de studenten in beide gevallen problemen oplevert. “We voelen ons proefkonijnen voor verschillende apps die eigenlijk erg schadelijk kunnen zijn,” vertelt ze.

De situatie waar we door het coronavirus in zitten is voor iedereen nieuw. Het is ook logisch dat een onderwijsinstelling niet meteen weet wat de perfecte manier is om een tentamen af te nemen. Maar als je je niet goed voelt bij wat je school je oplegt, wat mag je dan als student verwachten van de universiteit en wat niet?

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die zich uitgebreid over dit vraagstuk buigt, vind het allereerst belangrijk dat om te beginnen alle minder ingrijpende mogelijkheden worden overwogen door de scholen. “Met een dergelijk systeem kan er veel gevoelige informatie worden verzameld en verwerkt,” schrijft AP op hun website. “Daarom moeten onderwijsinstellingen zich afvragen of al deze gegevens echt noodzakelijk zijn, en of er geen andere manier is om examenfraude te bestrijden die minder impact heeft op leerlingen en studenten.”

Volgens privacy-expert Versmissen is dit zelfs een plicht van de school. Hij vraagt zich af of je als onderwijsinstelling niet de beslissing kan maken om het vertrouwen te hebben dat je studenten gewoon eerlijk zijn. Als je school niet kan onderbouwen waarom ze zo’n programma gebruiken en je ontdekt dat je school met je persoonsgegevens omgaat op een manier die niet overeenstemt met de gegevensbescherming, kan je een klacht indienen. “Maar ik ben bang dat dit in veel gevallen geen succes zal hebben. De volgende stap is een klacht indienen bij de functionaris gegevensbescherming van je opleiding,” vertelt Versmissen.

Ook Alex Tess Rutten van de Landelijke Studentenvakbond (LSVB) zegt dat ze ermee bezig zijn. Volgens haar verschilt het vooral per school hoe er wordt omgegaan met de nieuwe manier van tentamens maken. “De Hogeschool in Leiden vindt ‘proctoring’ te heftig, dus dat doen ze niet,” vertelt ze. “Andere universiteiten overwegen vooral andere opties, zoals een paper schrijven of een soort examens opstellen waarbij spieken onmogelijk is. De TU Delft experimenteert al een tijdje met proctoring. Die wisten al waar ze mee bezig waren en kunnen hier dus veel beter over informeren.” Dit leidt volgens haar tot de volgende discussie: wanneer is er geen andere uitweg mogelijk? “Hier wordt nu flink over gediscussieerd, maar als het aan ons ligt, mag het allemaal wel wat sneller, want die tentamens vinden nu plaats,” zegt Rutten.

Als je school je toch oplegt om gebruik te maken van zo’n app, heb je – ondanks de vage regelgeving – alsnog rechten. De privacywetgeving bepaalt namelijk dat de onderwijsinstelling verantwoordelijk is voor de verwerking van die persoonsgegevens. Volgens de AP moeten onderwijsinstellingen hoge eisen stellen aan de leveranciers van deze systemen.“Het systeem mag niet meer gegevens verwerken dan noodzakelijk en deze gegevens mogen ook niet langer worden bewaard dan noodzakelijk,” schrijft het AP, “Verder moeten onderwijsinstellingen hun leerlingen, studenten, docenten en de ouders van minderjarige kinderen informeren over hoe hun persoonsgegevens worden beschermd.” Daarnaast schrijft de AP dat ze bij onderwijsinstellingen nagaan of zij voldoende werk maken van het beschermen van de privacy van hun studenten.

Er zitten dus nog steeds haken en ogen aan het programma. Bij een vrij onbekend programma waarvan niet honderd procent zeker is hoe betrouwbaar het is, kun je je afvragen of het het wel waard is om van je studenten te verwachten dat ze het installeren. “Anderzijds zitten onderwijsinstanties in een lastige positie,” zegt Versmissen. “Ze moeten toch wát, in deze tijd. Als ze helder communiceren met de studenten, nadenken over wanneer ze de beelden weer verwijderen en een reglement opstellen voor de student waarin heel duidelijk staat dat het doel van gebruik van deze beelden enkel en alleen is om fraude te detecteren, dan is zo’n programma misschien wel de enige optie,” zegt Versmissen. “Dan zit je als student in een lastige situatie.”

Maandag moeten sommige studenten van de Radboud Universiteit hun examen maken met Proctorio. Een hoop van die studenten hebben de extensie nog niet geïnstalleerd, in de hoop dat de school toch met een alternatief komt. “We hopen ergens nog dat het tentamen aangepast zal worden,” zegt Iris. “Als ik die extensie moet downloaden, zonder te weten welke impact dit heeft op mijn privacy, doe ik het examen liever gewoon niet.”

Martijn Gerritsen, woordvoerder van de Radboud Universiteit, laat in een reactie weten: “In de Privacyverklaring beschrijven wij wat er gebeurt met jouw persoonsgegevens en hoe jouw privacy wordt gewaarborgd als je aan de Radboud Universiteit een toets maakt waarbij Cirrus met online-proctoring via Proctorio wordt ingezet. Persoonsgegevens worden in principe niet gedeeld met derden, tenzij de Radboud Universiteit hiertoe verplicht is op basis van de wet of een rechterlijk bevel. In de privacyverklaring staat ook hoe lang we je gegevens bewaren.” Gerritsen schrijft ook dat de Radboud Universiteit een overeenkomst heeft met Proctorio waarin staat vastgelegd dat de data in Europa wordt opgeslagen, en dus niet in de Verenigde Staten. “Iemand gaat pas naar de beelden kijken als er een indicatie van fraude is, anders niet. Daarbij komt een ‘false positive’ ook voor in de normale situatie. Daarom trainen wij onze mensen om zich hiervan bewust te zijn en daar goed mee om te gaan. De herkansing is voorlopig helaas het enige alternatief.”

*De naam van de student, die voor dit stuk anoniem wil blijven, is gefingeerd. De echte naam is bij de redactie bekend.