Midden in de bossen van de Drunense Duinen staan links en rechts wat honden te pissen. De beesten blaffen en rennen als gekken door elkaar heen. Het is half acht ‘s ochtends en er is nog geen mens te vinden – behalve Stefan (31) en Ilse Donker (41) dan. Ze trainen vijf à zes keer per week om de beste te worden in hun sport: sledehondenracen. Afgelopen jaar werden ze Europees kampioen en in februari werden ze tweede op het WK. En dat terwijl ze trainen in Nederland, waar al jaren geen goed pak sneeuw is gevallen.
Dat zien ze zelf vooral als een voordeel. “Als je in staat bent om onder de slechtste omstandigheden goed te trainen, hebben we een voordeel onder de perfecte omstandigheden,” redeneert Stefan. “Dan wordt het alleen maar makkelijker voor de honden als we echt naar de kou toe gaan.” Eens in de zoveel tijd gaan ze naar Noorwegen om in de sneeuw te trainen, als de vakanties het toelaten. Maar verder zien ze de sneeuw vooral wanneer ze wedstrijden moeten rijden.
Videos by VICE
Stefan en Ilse dragen dezelfde jas, en zijn eerder die ochtend aangekomen in een witte bestelbus met een aanhanger. Uit die aanhanger toveren ze een grote kar op wielen tevoorschijn, waar Stefan de tien honden met haken aan vastmaakt. Die zijn dolenthousiast en springen alle kanten op.
Volgens het stel levert het trainen in de Drunense Duinen weinig problemen op. Om wandelaars zo min mogelijk tot last te zijn, gaan ze meestal heel vroeg – de wekker gaat al om zes uur ‘s ochtends. En als ze dan toch mensen tegenkomen, en die het voor het eerst zien, pakken deze mensen vaak meteen hun telefoon om het vast te leggen. Maar dat lukt ze meestal niet, zegt Stefan. “Voor ze het doorhebben zijn we alweer voorbij geracet.”
Hun honden komen uit alle hoeken van de wereld, van Noorwegen en Zweden tot de Verenigde Staten. Daarnaast fokken ze ook zelf af en toe honden. De meeste mensen in de sport lopen met huskies, maar Ilse en Stefan proberen de ultieme sporthond te creëren uit een mix tussen husky’s en jachthonden. Hoe langer de afstand is, hoe beter het is om er meer husky in te fokken. Voor een kortere afstand, waar ze zelf aan meedoen, laten ze juist meer jachthond terugkomen in de mix. “We noemen dit ras de Formule 1 onder de sledehonden,” zegt Stefan.
Dan is het tijd om te beginnen met de training. Voor ik het doorheb is Stefan er alweer vandoor: de honden trekken hem voort en hij is al snel uit het zicht verdwenen. Bij vlakke races staat Ilse op de kar, omdat ze lichter is. Bij races met veel hoogteverschil rijdt Stefan, zodat hij met zijn kracht kan mee steppen. “Bij trainingen willen we eigenlijk niet boven de 25 kilometer per uur gaan,” zegt Ilse, die samen met mij bij de bus achterblijft. “Maar bij een wedstrijd heeft Stefan dit seizoen een topsnelheid van veertig kilometer per uur gehaald.” Ilse legt uit dat ze niet continu zo hard gaan, aangezien het belangrijk is dat de honden niet “opblazen”. “Het zijn geen motoren die je even uit de schuur pakt. Het zijn wel honden waarmee je werkt.”
Even later komt Stefan via de andere kant weer aangecrost. Hij traint vandaag maar een korte ronde, omdat de temperaturen in Nederland al gauw te hoog worden: ze trainen nooit boven de vijftien graden. Na de training loopt hij uit met de honden, en zet hij bakken water voor ze neer. En als de training is afgelopen, gaan Stefan en Ilse snel richting huis om te werken. Want ze hebben er ook gewoon een baan naast. Stefan werkt als verkoper van medische apparaten aan dierenartsen en Ilse als coördinator van vrijwilligers. Daarnaast hebben ze samen een eigen zaak in hondenvoer en supplementen.
Ze moeten er ook wel naast werken, want er valt amper geld met deze sport te verdienen. “Het kost alleen maar geld,” vertelt Stefan. Het gaat bij sledehondenracen puur om het prestige. “Op het podium krijgen we een beker, een medaille en een zak voer,” zegt Ilse. Aan die zak voer hebben ze alleen weinig, omdat ze zelf een ander soort voer gebruiken. Ze zeggen wel dat er bij een race in Zuid-Duitsland een envelop met geld te verdienen is. “Maar dan praat je over honderd euro voor de nummer één,” zegt Stefan. “En het inschrijfgeld kost al zestig euro.”
Stefan en Ilse geven de honden worst, als beloning voor het harde werken. Ze leggen uit dat ze thuis twaalf honden hebben, die gemiddeld rond de duizend kosten om aan te schaffen. Daarnaast zijn ze voor iedere hond zeshonderd euro per maand kwijt, maar dat wordt gelukkig betaald door een sponsor. Verder zijn er nog kosten voor transport, sleeën, bussen en inentingen. “Als we het allemaal gaan uitrekenen, denk ik dat we ook een mooie Mercedes of BMW voor de deur hadden kunnen staan,” zegt Ilse.
De honden springen een voor een in hun eigen kooitje in de bus. Stefan gooit de deuren van het bestelbusje dicht en we rijden richting hun huis in het Brabantse Zevenbergschen Hoek, een rit van een half uur. Ze wonen in een huis in de polder, en hebben een enorme tuin voor hun honden. Eenmaal daar, parkeert Stefan de bus en gooit hij alle kooien open. De honden sprinten allemaal de wei in. In de hoek staan grote hokken voor de beesten en ze hebben ook een badje tot hun beschikking.
Stefan loopt zijn schuur in om het eten voor de hongerige dieren te bereiden. In de schuur staat ook een loopband, waarop de honden kunnen uitlopen. Er komt veel bij kijken om de beste van Europa te worden. Het is niet zo simpel dat degene met de snelste honden ook altijd als eerste over de streep komt, vertelt Stefan ondertussen. “Als je de honden niet als team laat functioneren, ga je het niet redden. Real Madrid heeft ook de beste spelers van de wereld, maar verliest wel van een hecht team als Ajax.”
Ondanks een perfecte voorbereiding, kan er alsnog veel misgaan, vult Ilse aan. Zo kunnen je eigen honden gaan stoeien met elkaar. “Maar de honden kunnen ook diarree krijgen, waardoor ze ineens stoppen om te poepen,” vertelt ze. Als ze gaan trainen in de Drunense Duinen, ruimen ze alle uitwerpselen wel netjes op. “Je moet veel poep scheppen,” lacht Stefan. “Kilo’s per week. Wat erin gaat, komt er ook weer uit.”
Terwijl de honden door de tuin rennen en een duik nemen in hun bad, vraag ik of er ook weleens wordt valsgespeeld in de wereld van het sledehondenracen. Afsnijden zit er niet in, aangezien er bij de bochten vaak mensen staan om te controleren. Op doping wordt ook streng gecontroleerd. Bij wedstrijden worden er steekproefsgewijs honden uit gepikt, om hun bloed en urine te controleren. Op de dopinglijst staan allerlei producten, waaronder ook chocola en koffie. “Als er dan gebruikt is, worden de bestuurder en de honden geschorst,” zegt Ilse.
De honden van het stel zijn allemaal vernoemd naar wielrenners, zoals Sagan, Bardet, Chavanel en Zabriskie. “In die zin hebben we toch een link met doping,” zegt Stefan. “Sommige van die wielrenners hebben al gebruikt, dus dan hoeven onze honden het in ieder geval niet ook nog te doen.”
De honden slurpen ondertussen de de bakken voer op die Stefan en Ilse voor ze neer hebben gezet. Ze lijken hier als koningen te leven. Toch krijgen ze soms vragen of het racen niet zielig is voor de honden. Hun gezondheid staat in ieder geval altijd voorop, en wordt goed in de gaten gehouden door dierenartsen, fysio’s en chiropractors, zeggen ze dan. De temperaturen en luchtvochtigheid worden ook strak bijgehouden. “Als mensen sceptisch zijn, kunnen ze altijd een keer komen kijken,” zegt Stefan. “Dit is veel gezonder en fijner voor de honden dan bij een gemiddeld huishouden. Hele dagen op de bank liggen en snacks eten klinkt misschien wel leuk, maar daar worden honden niet gelukkig van.”