Je ziet het voornamelijk in films: iemand is op een onbewoonde plek en moet zien te overleven. Nadat hij een vis, kip of ander voorbijhuppelend wild heeft gevangen, wacht hij met wat droog gras of hooi tot de zon op zijn hoogtepunt is. In zijn handen heeft hij een stuk glas, een bril of een vergrootglas. Met behulp van de zon maakt hij vuur. De zon is zijn enige hoop op overleven.
Een ei bakken op de motorkap van een auto. Of gyros grillen op een glijbaan. Hoe chill is dat?
Videos by VICE
In Amsterdam heb je Rik (49). Op zijn blog schrijft hij over koken met de zon en speciaal voor mij propte hij op een zonnige dag deze zomer een klein deel van zijn zonnekookstudio in vier tassen. Waar het in het Westerpark normaal gesproken om zeven uur ‘s avonds blauw staat van de bbq-rook, ga ik nu om twaalf uur ‘s middags koken met de zon. Niet met een stuk glas, op een motorkap of op een glijbaan, maar met solar cookers.
“Er zijn drie verschillende soorten,” vertelt Rik terwijl hij zijn tassen begint uit te pakken. “Parabolische cookers, paneelcookers en solar ovens. Daar zijn weer veel varianten op.”
Rik begon ongeveer zes jaar geleden met koken met de zon. “Ik ging me verdiepen in duurzame energie en vond zonnepanelen steeds meer onzin worden,” vertelt hij. “Zeker toen ik erachter kwam dat je ook rechtstreeks met de warmte van de zon kunt koken. De opbrengst is vier tot vijf keer zo hoog, je kunt de apparatuur maken van ouwe troep en je hebt er geen fabriek voor nodig. Zonnepanelen maak je niet zomaar zelf. Dit wel. Als de zon schijnt kun je in Nederland wel zo’n 1300 watt per vierkante meter vangen. 1000 watt is zo’n beetje vergelijkbaar met een gaspit.”
Als eerste bouwt Rik een parabolische cooker op, die hij zelf gemaakt heeft van een satellietschotel, het onderstel van een bureaustoel en delen van een stofzuiger, een fiets, een vlaggenhouder, een kast en een fornuis. “Ik heb alles gevonden bij het vuilnis,” zegt hij, nadat hij elk onderdeel los heeft aangewezen. “Alleen de folie op de satellietschotel is gekocht. Dit is speciale folie, maar de aluminiumtape van de Action of de binnenkant van een chips zak reflecteert de zon ook goed. Op een schotel met gaatjes kun je zelfs cd’s vastschroeven, met age coins als verloopringen.”
Ondanks de gekke onderdelen lijkt een parabolische cooker op een gewoon fornuis. Het zonlicht dat reflecteert op de ronde satellietschotel komt samen in één klein brandpunt dat fel oplicht. Rik schikt de schotel zo naar de zon dat de ijzeren fornuishouder precies boven het brandpunt komt. “Het nadeel van deze solar cooker is wel dat je hem iedere tien minuten moet draaien en kantelen naar de zon. Als er een wolk voor de zon komt, valt hij stil.”
Voor de zekerheid heb ik extra dunne hamburgers en snelkookrijst gekocht. Overbodig, blijkt direct. Als ik mijn hand boven het oplichtende brandpunt hou, trek ik hem razendsnel weg. “Als de zon goed schijnt kan een parabolische cooker wel 300 tot 400 graden worden,” zegt Rik. “Je kunt de temperatuur een beetje regelen door de pan hoger of lager te houden. Of door – deels – voor de zon te gaan staan. Dan gaat de temperatuur omlaag. Je draait dan als het ware het gas lager.”
Rik zet een wok op de fornuishouder. Hij doet er zout en maiskorrels in, die hij zelf heeft meegenomen. “Popcorn maken is voor mij een test,” legt Rik uit. Dat heeft 190 graden nodig. Als popcorn lukt, dan kun je er ook op bakken en frituren. “Dat doe je vanaf 180 graden,” zegt hij. Rik trekt veel bekijks met zijn buitenaardse apparaat. Als twee minuten later een voorbijganger vraagt: “Is het een beetje lekker wat je daar kookt?”, antwoord ik met volle mond: “Ja, lekker hoor. Popcorn.”
Rik doet de eerste hamburger in een koekenpan. Terwijl de burger bruin bakt, halen we water bij het groene fonteintje in het park. In een paneelcooker die hij heeft meegenomen, gaan we namelijk de rijst koken en in een solar oven water voor thee.
Paneelcookers zijn open reflectieschermen, die bestaan uit karton of kunststof bekleed met folie. Ze reflecteren het zonlicht naar de pan die je erin zet. Om warmteverlies tegen te gaan, wordt om de pan vaak een braadzak of plastic folie gedaan. Rik zelf gebruikt een andere truc in de zelfgemaakte paneelcooker die hij heeft meegenomen. Hij zet een zwarte pan met water en rijst in een glazen kom. “Een glazen kom houdt de warmte beter vast. Als het hard waait, koelt de pan zo minder snel af.”
Solar ovens zijn geïsoleerde dozen die bedekt zijn met glas of doorzichtig plastic. Ze absorberen het zonlicht en houden die goed vast, ook als er even een wolk voor de zon komt. Rik heeft een opvouwbare variant meegenomen: de Trotter Cooker, die kant-en-klaar uit China komt. Hij ziet eruit als een campingmatje, bedekt met doorzichtig plastic. Je kunt hem openritsen en plat opvouwen. Rik zet er een zwarte pan met water in, voor de thee.
“Paneelcookers en solar ovens worden minder warm dan parabolische cookers,” vertelt hij. Meestal net tegen het kookpunt aan. “Het is meer slow cooking dus. Ik gebruik niet voor niets zwarte pannen. Die absorberen de warmte van het zonlicht beter.” Als het water voor de rijst en de thee richting de 70 graden gaan, is ook de tweede hamburger klaar. Hij smaakt net als een gewone hamburger: goed.
Koken met de zon is nu nog een hobby voor Rik. Door andere bezigheden komt hij niet toe aan allerlei solar-projecten die hij nog in gedachten heeft. Hij zou graag zien dat zonnekoken in Nederland populairder wordt. “Je kunt ze hier natuurlijk maar een paar dagen in het jaar gebruiken,” zeg ik. “Ja, maar dat zijn net die dagen, dat Hollanders massaal willen bbq-en in de buitenlucht. Solar koken is een goed alternatief voor bbq-en. Je hebt geen brandstof nodig en je hebt geen rook en afval,” antwoordt Rik.
Als ik denk dat we alle mogelijkheden om met de zon te koken hebben gehad, blijkt dat niet het geval. Rik haalt een solar rocket uit zijn tas tevoorschijn. Een groene fles, die hij openvouwt. Hij lijkt op een klein ruimteschip. “Dit is een waterkoker en thermosfles ineen,” legt hij uit. Er zit dubbelwandig glas in en de binnenkant heeft een super absorberende coating. Omdat er een vacuüm tussen de twee lagen zit, houdt hij alle warmte vast. Deze komt ook uit China, maar Rik heeft hem een beetje aangepast. “Ik heb er een andere deksel op gezet. De oude plopte er de hele tijd af. Wij koken er water in. “Maar je kunt er ook worstjes in garen,” geeft hij als tip.
Riks tassen zijn onuitputtelijk. Er komt een mini-koffiezetapparaat uit, die hij op de parabolische cooker zet. En een rieten hoed, die bedekt is met dezelfde folie als zijn apparaten. “De hoed houdt mijn hoofd koel tijdens het koken,” zegt hij. Na de koffie en thee vist hij tenslotte een peuk en een soort make-upspiegel uit zijn tas, die hij naar de zon richt. “Een solar aansteker,” zegt hij. Twee seconden later is zijn sigaret aan. Ik vind het heel bijzonder, maar Rik haalt zijn schouders op. “Voor niets gaat de zon op.”