Waar veel rappers zeggen dat je niet moet vergeten waar je vandaan komt, lijkt Cor (28) ook daad bij woord te voegen. Zijn nieuwe album Met Liefde Uit De Wijk, dat vrijdag is uitgebracht, is een shout-out naar de buurt waar hij zijn jeugd heeft doorgebracht. Maar daar blijft het niet bij: Cor lijkt ook zijn buurtgenoten en oude vrienden deelgenoot te willen maken van zijn succes. Om erachter te komen hoe dat werkt, en of vriendschap en zaken samengaan, ga ik samen met Cor een dagje op stap in zijn oude buurt.
Sneakerwinkel Woei
Ik spreek met Cor af voor sneakerwinkel Woei in de Hoogstraat in Rotterdam, gelegen in een levendige buurt met veel cafés en winkels. Op de afgesproken tijd is Cor nog nergens te bekennen, dus haal ik wat te drinken bij de buren, de Giraffe Coffee Bar. Als ik daar vertel dat ik op Cor wacht, vertelt een van de medewerkers dat “de jongens” er altijd langskomen voor koffie, en dat het altijd gezellig is voor de deur van Woei.
Videos by VICE
Als ik weer buiten ben en een rondje door Woei heb gelopen, komt Cor de sneakerwinkel in. De winkel is een van zijn favoriete plekken, vertelt hij me. Daarnaast is het al vier jaar zijn sponsor. “Ik kom hier al sinds mijn twaalfde, omdat ze mooie exclusieve dingen verkopen. Vier jaar geleden droeg ik een trui van Woei tijdens een uitzending van Rookworst de Podcast. Daarna werd ik benaderd door de eigenaar. Sindsdien voorziet hij mijn team en mij van kleding. En tegenwoordig ben ik hier zo’n drie keer per week te vinden,” zegt hij. “Minstens,” verbetert Woei Tjin hem. Hij is de eigenaar van de winkel.
“Ik heb nu zo’n vijftig paar sneakers, maar de Air Max 1 blijft mijn favoriet,” zegt Cor. “Ze zitten lekker. Het is van kleins af aan mijn lievelingsschoen. Ik hou wel van merken, maar ik heb liever Nikes of Crocs aan mijn voeten dan een schoen van Louis Vuitton. Een duur accessoire kan ik mooi vinden, maar vooral sinds ik vader ben hecht ik minder waarde aan designer. Ik wil dat mijn kleine later beseft dat je er goed uit kunt zien zonder dure spullen.” Hij legt uit hoe hij dat precies bedoelt: “Vroeger was ik een boef, dus ik kocht stereotiepe dingen van mijn geld. Maar ik vind het niet meer zo hard om er zo uit te zien. Vroeger toen ik geen cent had, showde ik juist. Nu ben ik een ouwe lul die daar geen waarde aan hecht.”
Het valt me op dat Cor in deze straten geen onbekende is. “Hey buurman, alles goed?”, groet hij een oudere man met een rollator. Tijdens ons gesprek zwaaien en toeteren meerdere mensen naar Cor. Sommige jongens kent hij, anderen zijn fans. “Ik krijg in heel Nederland liefde, maar ik merk dat het in Rotterdam heel veel is. Ik ben net als iedereen, een gewone Rotterdamse jongen, die toevallig muziek maakt.”
Ik vraag hem waar die nuchterheid vandaan komt. “Ik heb veel moeten verliezen om te komen waar ik nu ben,” zegt hij. “Misschien ben ik daardoor onbewust bang om het weer te verliezen. Je moet je voorstellen dat ik vijftien jaar lang op een bepaalde manier heb geleefd en verkeerde dingen heb gedaan, dus ik denk dat het daardoor lang gaat duren voordat ik besef dat het geluk dat ik nu voel blijvend is. Maar dat neemt niet weg dat ik heel dankbaar ben en echt geniet van dit moment. Ik waardeer de kleine dingen in het leven.”
De eigenaar van de winkel, Woei Tjin, komt bij ons staan. Tjin is inmiddels een vriend van Cor geworden, maar dat is niet altijd zo geweest. “Toen ik hem voor het eerst voor mijn winkel zag staan, met een enkelband om, vroeg ik de andere jongens: wie is die boy met enkelband? Dat is een crimineel,” zegt Tjin. “Er werd me verteld dat hij muziek maakte, dus dat ben ik gaan luisteren. Hij kwam vaker langs, en we hadden een klik,” zegt de eigenaar van de winkel. “Voor de buitenwereld komt hij misschien anders over, vooral wanneer ze weten dat hij zeven jaar in de bak zat en een crimineel was. Voordat ik hem kende was dat ook mijn beeld van hem. Maar hij is echt down to earth.”
“Ik snap dus best dat mensen in eerste instantie een vooroordeel hebben, dat had ik ook,” gaat Tjin verder. “Maar als je hem en zijn achtergrond leert kennen, ga je anders naar hem kijken. Ik zie hem nu echt niet meer als crimineel, maar als vriend. Familie,” zegt hij. “En nu gaan we zelfs samen op vakantie, zo’n band hebben we,” vult Cor aan.
Woei is in de buurt een begrip. “Hef en Kevin zijn hier ook vaak. Kevin is hier ook opgegroeid en zijn studio zit in dezelfde straat,” zegt Cor terwijl hij naar de overkant wijst. Toeval of niet, op datzelfde moment stapt Kevin uit zijn auto en loopt onze kant op. Hij is niet alleen een collega, maar ook een oude vriend van Cor. De twee artiesten kennen elkaar al sinds de middelbare school. “Ons contact verwaterde toen hij vast kwam te zitten,” vertelt Kevin me. “Net voordat hij vrij kwam, benaderde hij me en zei hij dat hij was begonnen met rappen. Dat nam ik met een korreltje zout, want heel veel jongens rappen. Ik vind het hard om te zien dat hij er alles uit heeft gehaald om het te laten lukken. Veel mensen weten het niet, maar Cor is iemand met een heel groot hart.”
Behalve Kevin komen er nog wat vrienden uit de buurt bij ons staan. Ik krijg de indruk dat het een verzamelplek is, een soort buurthuis. “Dat is het ook wel een beetje,” bevestigen de jongens allemaal. “Zo noemt Kevins moeder het ook,” zegt de eigenaar van Woei. “Altijd gezellig hier, een familie-buurthuis.”
De sfeer in de groep voelt vriendschappelijk en ik vraag Cor hoe belangrijk het voor hem is om zich, ook in zijn werk, te omringen met mensen die dicht bij hem staan. “Ik hou ervan om mijn vrienden om me heen te hebben en veel tijd met hen te spenderen. Mijn manager is niet alleen mijn manager, maar als een broer voor me. De jongens van Woei zijn mijn vrienden geworden. Mijn neefje en een maatje van me doen mijn tourmanagement. Ik hou het liefst alles zo dichtbij mogelijk. We delen dezelfde normen en waarden, en tegelijkertijd is het mooi dat zij er ook van kunnen leven en er iets aan hebben. Zakelijk en privé hoeft niet altijd gescheiden.”
Vishandel Frijters
Aan de Bermweg in Capelle aan den IJssel bezoeken we Vishandel Frijters. Volgens Cor de beste viszaak van de stad. Cor heeft er bewust voor gekozen om hier de releaseparty van zijn nieuwste album te houden. “De buurt is heel belangrijk voor mij. Ik vind het heel mooi dat andere jongens bezig zijn met positieve dingen, dus dat support ik graag,” zegt hij. Zo pikt de vishandel dus ook een graantje mee met het succes van Cor.
Ik bestel de ‘Cor kibbeling’. Kibbeling, maar dan met zalm. Voor iemand met een grote liefde voor zalm én voor kibbeling (zoals ik) een perfecte combinatie. “Deze zaak is van een maatje van mij, die ik al sinds mijn tiende ofzo ken,” zegt Cor. “Zijn vader had altijd een kraam in de wijk, en een paar jaar geleden heeft hij zelf deze zaak geopend. De Cor kibbeling is naar mij vernoemd, omdat we het ooit soort van samen hebben uitgevonden. Ik werd helemaal fan, hij bleef het maken, en ik bestel het sindsdien regelmatig.”
Voor Cor is de keuken geen onbekend terrein. “Mijn vader is Italiaans. Koken, eten en gezelligheid hoort een beetje bij onze cultuur. Toen ik een tijdje naar de gevangenis moest, moest ik mezelf leren koken. Voordat ik een band met andere gedetineerden had opgebouwd, was ik op mezelf aangewezen. Ik moest eten, en het eten van binnen wil je echt niet,” zegt hij. “Het begon met simpele dingen, zoals pasta, maar inmiddels kan ik vrijwel alles maken. Tegenwoordig check ik zelfs kookboeken om nieuwe gerechten te leren. Wie weet kom ik ooit zelf met een receptenboek.”
“We eten regelmatig met de hele familie bij mij of bij mijn moeder thuis. We hebben allebei expres een heel grote tafel, zodat iedereen eraan kan. Bij ons is er altijd plek voor iedereen. Het gaat niet alleen om het eten, maar ook om de gezelligheid. We kunnen makkelijk drie of vier uur aan tafel blijven zitten,” vertelt Cor. “Dit is niet altijd vanzelfsprekend geweest, dus voor mij zijn mijn mensen het belangrijkste.”
Cor wil ook buiten zijn muziek iets terugdoen voor de buurt. Samen met zijn neefje is hij een onderneming begonnen genaamd Tuin Tovenaars, die erop is gericht om jongeren in de buurt te helpen. “We laten jongens die anders op straat zouden rondhangen nu tuinen opknappen. Vorige week zijn we begonnen met flyeren, dus het staat nog in de kinderschoenen. Zo krijgen die jongens kansen, die ik vroeger zelf nooit had. Nu heb ik de mogelijkheden en middelen om zoiets te fixen. Ik wil mijn succes vieren met de wijk en, met alle respect, niet met mensen die ik niet ken. Iedereen support mij sinds het begin in alles, nu is het mijn moment om die liefde terug te geven,” zegt Cor. “Ik zeg altijd: zolang ik mijn huur kan betalen, mijn familie te eten heeft en mijn kleine alles heeft wat hij wil, dan is de rest alleen maar mooi meegenomen.”
Pieter Klapwijkstraat
Even later sta ik met Cor in een woonwijk. We staan voor een portiekflat, onder een hoge boom. Naast de boom zie ik een roestige winkelwagen, die daar duidelijk al een lange tijd staat. “Dit is de buurt waar ik met mijn moeder woonde en waar ik de meeste tijd van mijn jeugd heb doorgebracht. En dit is de plek waar we vroeger altijd stonden.” Met ‘we’ bedoelt hij de mensen die we nog steeds in zijn clips voorbij zien komen. “Gek eigenlijk. Iedereen wordt ouder, krijgt kinderen en verdwijnt uit deze buurt. Als ik hier ben, komen gemengde gevoelens naar boven. Aan de ene kant heb ik slechte herinneringen aan deze plek, omdat het een tijd van ellende was. Anderzijds waren de zomers heel gezellig en hebben we ook leuke dingen meegemaakt.”
“Niemand ging naar school, niemand had werk. Ik stond ‘s ochtends op en hoefde niet eens iemand te bellen om te komen chillen. Ik wist gewoon dat hier iemand zou zijn, maakt niet uit hoe laat ik kwam.”
Cor bezoekt de buurt nog regelmatig. “Gewoon om even hier te zijn.” Hij heeft hier ook een aantal van zijn videoclips opgenomen.
Tijdens ons gesprek loopt een vrouw langs, die even blijft staan om een praatje te maken met Cor. “Dat was de moeder van een van de jongens,” legt hij uit als ze weer doorgelopen is. Hoewel de meeste jongens de buurt verlaten en ergens anders een nieuw leven opbouwen, wonen veel van hun moeders hier wel nog. “Als ik hier ben praat ik nog altijd even met ze, dat is wel fijn.”
De titel van zijn nieuwe album Met Liefde Uit De Wijk heeft een dubbele betekenis, vertelt Cor me terwijl we rondhangen in het portiek. “Aan de ene kant is het de afzender, dus met liefde uit de wijk. En de andere betekenis is: met liefde uit de wijk vertrokken.”
Cor wijst naar de oude winkelwagen. “Die wagen heeft alles overleefd. Misschien wordt het wel een monument.” Waar zijn leven de afgelopen jaren erg is veranderd, ziet Cor de winkelwagen als een symbool van de dingen die hetzelfde zijn gebleven. “Een stille getuige,” noemt hij het. “Dat hadden de jongens en ik kunnen zijn. De muziek heeft echt alles veranderd,” zegt Cor. “En bepaalde mensen uit de buurt hebben daar een ongelooflijk belangrijke rol in gespeeld, zoals mijn manager (John de manager, red). Zonder hem had ik geen muziek gemaakt, omdat ik nooit bekend wilde zijn, maar hij bleef me pushen en me vertellen dat het zou lukken. Uiteindelijk heeft hij gelijk gehad, daarom is hij nog steeds zo betrokken.” Cor blijft benadrukken hoe dankbaar hij is. “Eigenlijk is iedereen van vroeger belangrijk en supportive geweest voor mijn carrière. Iedereen heeft bijgedragen aan mijn inspiratie.”
Dat is dan ook de reden dat hij voor zijn muziek en clips steeds weer terugkeert naar de basis: deze buurt. “Daar blijven we voor altijd naar terugkomen, en dat maakt ons ook de dankbare mensen die we zijn,” zegt hij.
Het is niet de eerste keer dat hij voor een album inspiratie uit zijn verleden haalt, maar wel de eerste keer dat hij echt een ander leven leidt. “Bij mijn eerste twee albums had ik die financiële zekerheid nog niet. Ik moest daar echt voor vechten. Nu heb ik dat wel. Ik denk dat het ergens een soort afsluiting is van een periode en een begin van iets nieuws. Maar wel met heel veel liefde, want wat we hier hebben is echt uniek. Het is niet vanzelfsprekend dat zoveel dingen worden gegund. Ik kan nu roepen dat ik vanavond mensen nodig heb voor een clipshoot en ik kan zeggen: iedereen komt. Honderd procent. Met alle respect, maar bij veel artiesten is dat geforceerd. Die moeten dat weken van tevoren plannen.”
Avondwinkel Schiebroek
Om de dag af te sluiten halen we een drankje bij de avondwinkel. Cor koopt Capri-Sun, zijn standaardkeuze. “Hier bracht ik vroeger ook veel tijd door, omdat mijn vader hier woonde,” vertelt hij. “Nu ben ik meer thuis, omdat ik verantwoordelijkheden heb als vader. Maar af en toe kom ik hier nog naartoe. Vooral in de zomer handig, omdat ze hier ook alcohol verkopen. Het is hier altijd druk en de eigenaar is heel relaxed, gastvrij en lekker normaal. Zo zijn Rotterdammers.”