Muziek

Crate Expectations: Jasper Wolff & Maarten Mittendorff

Toen Jasper Wolff in 2009 in de kelder van Paradiso stond te draaien tijdens een Dekmantel-avond met Derrick May, hoorde Maarten Mittendorff eindelijk een Nederlandse gast de Detroit-technosound draaien waar hij van hield. Hij stapte op hem af, wisselde telefoonnummers uit, en al snel groeiden ze uit tot een van de meest opvallende Nederlandse sterkhouders in de scene met een stevig, industrieel en melodieus geluid. Hun liefde voor Detroit-techno komt inmiddels terug in zowel hun platenkeuze, in de studio en met hun eigen label Indigo Aera. Hierop brachten ze naast goed ontvangen releases van zichzelf, ook muziek uit van grootheden als Stephen Brown, Kirk DeGiorgio en Jonas Kopp.

Jasper en Maarten waren kind aan huis in Trouw, maar nu die club er niet meer is storten ze zich op de nieuwste clubaanwinst van Amsterdam, De School. Hier draaien ze aanstaande zaterdag naast Etapp Kyle. In aanloop van dit optreden vroegen we Jasper en Maarten naar hun favoriete en meest memorabele platen.

Videos by VICE

THUMP: Welke van de releases op jullie label Indigo Aera vinden jullie erg goed?
Jasper: Uiteraard zijn we erg blij met alle artiesten waarmee we samenwerken. Het belangrijkste is dat we proberen om altijd te selecteren op een soulvolle en dynamische feel; muziek die wat minder is verbonden aan het moment maar juist de tand des tijds doorstaat.
Maarten: Veel van onze releases en de producers die muziek op ons label hebben uitgebracht, hebben een connectie met de uit Detroit afkomstige techno.

Welk nummer doet jullie denken aan vroeger?
Maarten: Spaces van Stephen Brown doet me denken aan de periode waarin we begonnen met ons label. Toen we in 2010 onze plannen maakten om een label te starten, hadden we al aardig contact met een aantal artiesten die we hadden verteld over het idee voor Indigo Aera. Ook met Stephen Brown, die momenteel verantwoordelijk is voor drie releases op ons label. Ik kan me nog heel goed herinneren dat toen ik zijn track Spaces hoorde in een liveset, er een ongekende drang in me opkwam op dit nummer aan de wereld te laten horen. Het was echt een track die ons destijds nog meer stimuleerde om vaart te maken met onze labelplannen. Vergelijk het met een curator van een museum die er alles aan wil doen om dat specifieke topstuk aan de collectie toe te voegen. ‘Schoonheid’ is het woord dat deze track past, en het doet me dus denken aan een paar jaar geleden.

Jasper: Deze tijdloze track van Parallel 9 – een van de vele aliassen van Steve Rachmad, gereleased op Music Man – doet me denken aan de avond van onze kennismaking. Maarten en ik hebben elkaar voor het eerst leren kennen tijdens een Dekmantel-editie in Paradiso in 2009. Ik draaide daar in de kelder en na het draaien van onder andere deze track kwam Maarten naar mij toe en hebben we telefoonnummers uitgewisseld en voor het eerst afgesproken.

Welke track staat symbool voor jullie samenwerking?
Maarten: Onze eigen track The Present is het symbool van onze samenwerking. Op diezelfde avond in Paradiso hoorde ik een aantal tracks die helemaal in mijn straatje pasten. We hebben nummers uitgewisseld en besloten af te spreken om samen muziek te maken. De allereerste sessie samen resulteerde in The Present. We wisten toen gelijk: dit moet onze eerste release worden.

Jullie draaien al vanaf 2010 vaak samen. Wat draaien jullie als jullie alleen draaien?
Jasper: We draaien niet heel vaak meer los van elkaar, maar soms komt het qua schema beter uit en af en toe krijgen we nog wel eens losse requests. Ik denk niet dat we zozeer andere tracks draaien als we alleen draaien, er is meer een verschil in mixstijl.

Welke plaat van een Detroit-technoartiest vinden jullie het best?
Maarten: Slechts eentje kiezen zou onvolledig zijn, ik kan niet anders dan een meervoudig antwoord geven. Op emotioneel vlak zeg ik Derrick May met Icon, en dan de Montage-remix. Echt het bewijs dat muziek – naast fotografie – het ultieme middel is om menselijke emotie te vangen.

Als ik mijn artistieke gevoel laat spreken zijn er twee mannen waar ik niet tussen kan kiezen: Jeff Mills en Robert Hood. Jeff is zonder twijfel de visionair en meest grensverleggende artiest uit Detroit. Dat was hij al, en is hij nog steeds; de Beethoven of Mozart van onze tijd. Als ik moet kiezen, dan deze.

Robert Hood kies ik om zijn funk en dancefloor-ism. Of het nu zijn meer house-achtige tracks zijn of z’n minimalistische tracks, het is het meest dansbaar van de drie. Dat is in essentie waar het binnen housemuziek om gaat. Sommige mensen vergeten dat nog wel eens. The dance makes the connection. Muziek op zichzelf verbindt mensen, maar vooral het dansen is het magische aspect dat mensen bij elkaar brengt en ervoor zorgt dat het publiek in hogere sferen komt. Bij Robert kies ik voor deze track:

Jasper: Ik sluit me aan bij Maarten, maar ik vind Omar S ook een van de artiesten die niet mogen ontbreken in dit rijtje. Dit is een van mijn favorieten van hem:

Als extra nog een mooi één-tweetje tussen Theo Parrish en Carl Craig, die in tegenstelling tot het origineel meer voor de dansvloer bedoeld is.

Welke plaat willen jullie sowieso draaien tijdens jullie gig in De School?
Jasper: Als eerste kies ik voor de volgende plaat die ik onlangs weer vond en waar ik een beetje verliefd op ben geworden. Waarschijnlijk werkt-ie goed in de opbouw.

Verder nog een track voor later op de avond, waar je gegarandeerd de zaal mee afbreekt. Hij is vrij stevig, maar mocht het moment er komen, dan zullen we ‘m zeker draaien.

Maarten: Ik weet niet of het juiste moment er wel voor komt, maar zo wel, dan draaien we deze – ook een track van de producer achter 2030 die Jasper zojuist noemde, Nico Campanella. Het is een track die een maand geleden gereleased is, maar veel klassieke geluiden heeft. Het is een samenwerking van Nico met de Italiaanse producer Z.I.P.P.O.

Wat draaien jullie op een brakke zondag?
Jasper: Water no get enemy van Fela Kuti.

Maarten: Om van een brakke naar een energieke toestand te komen is dit momenteel al een tijdje mijn tip: Floating Points en Four Tet die een zes uur lange set draaien op de laatste Plastic People in 2015. Heerlijk.

Wat was het eerste nummer dat je vet vond?
Jasper: Een van de nummers waardoor ik in aanraking ben gekomen met techno is de Maurizio mix van Lyot van Vainqueur. Ik kan me nog goed herinneren dat ik, twaalf jaar oud, bij m’n ouders thuis een live tv-uitzending van Lowlands 2004 aan het kijken was, waar Miss Kitten toen draaide. Na een minuut of vijftien mixte zij deze plaat in en ik wilde direct weten wat het was. Mijn interesse voor techno was gewekt. Acht jaar later hebben wij zelf de eer gehad om in 2012 in de Bravotent op Lowlands te mogen draaien, maar helaas heb ik deze track toen niet gedraaid. Daar heb ik nog steeds spijt van, anders was de cirkel mooi rond geweest.

Welk nummer doet jullie denken aan Trouw?
Jasper: Tijdens de closing van Trouw hebben wij onze laatste set in de Natte Cel gedaan. We sloten af met In Sync van Storm. Ik krijg nog steeds kippenvel als ik terugdenk aan dit moment.

Maarten: Ik noem er een paar die me nog bijstaan: ten eerste Omar S die deze in Trouw draaide voordat hij officieel uit was. Dat was toen echt een monster van een plaat.

En eentje die we zelf draaiden tijdens onze laatste gig in Trouw, met een dik systeem is dit echt een killer. Kippenvel in de Natte Cel.