De gedachte dat we de opwarming van de aarde tegen kunnen gaan door een scherm van zwaveldeeltjes in de stratosfeer te spuwen is voor de meeste mensen nog onvoorstelbaar. Dit idee doet je misschien denken aan de film Snowpiercer, waar een uit de hand gelopen klimaatingreep ervoor heeft gezorgd dat de aarde een onherbergzame ijsplaneet is geworden. Toch is zonweerkaatsing allang geen cliché uit een sciencefictionfilm meer. Het is een serieuze optie die is doorgedrongen tot het allerhoogste niveau van de wereldpolitiek. Maar politici praten er vooralsnog nauwelijks in het openbaar over. Wat is er aan de hand, en waarom hoort het grote publiek er zo weinig over?
Ik sprak hierover met onderzoeker Jesse Reynolds, een Amerikaanse wetenschapper verbonden aan de Universiteit van Tilburg. Als een van de weinigen onderzoekt hij de internationale politieke implicaties van klimaatinterventie. “Nu kunnen politici nog vaak alterneren tussen het serieus nemen, en het wegwuiven als fantasie. Maar ik denk dat er een kans bestaat dat klimaatinterventie de komende decennia bovenaan de internationale agenda komt te staan, naast dingen als veiligheid en macro-economie.”
Videos by VICE
Om die opmerking te begrijpen moeten we kijken naar de klimaatwetenschap. De klimaattop was een succes. Er zijn ambitieuze doelen gesteld om de opwarming onder de 2 graden te houden. Met name door grootschalige inperking van de CO2-uitstoot. Toch adviseren steeds meer wetenschapsorganen om zonweerkaatsing op z’n minst serieus te onderzoeken. Waarom?
De situatie is dat zelfs de meest optimistische klimaatmodellen van het IPCC uitgaan van een flinke overschrijding van die ‘veilige’ tweegradennorm. Alle pogingen die wij nu doen om het koolstofgehalte in de atmosfeer te verminderen zullen pas aan het einde van de eeuw effect hebben.
Het belangrijkste wetenschappelijke adviesorgaan in de VS adviseerde vorig jaar daarom dat er “meer onderzoek moet zijn naar zonweerkaatsing.” Het Nederlandse Rathenau Instituut was dat advies zelfs nog twee jaar voor.
Deze wetenschap bereikt de politici wel, maar publiekelijk zwijgen politici over dit onderwerp. Of als ze al iets zeggen, doen ze dat met een enorme omweg: Hoesung Lee, voorzitter van het IPCC, het hoogste klimaatorgaan van de VN, zei vorige week tegen The Guardian dat hij “graag zou zien dat er meer gekeken werd naar de beleidsvorming rond geo-engineering.” Hoewel uit het artikel niet duidelijk werd wat hij precies bedoelde, verklaarde de journalist op Twitter dat Lee doelde op zonweerkaatsing.
Het punt is dat beleidsmakers niet staan te springen om dit onderwerp aan te snijden. “Ik denk dat iedereen die voor het eerst hoort over klimaatengineering denkt dat het een vreselijk idee is,” zegt Reynolds: “Het drukt op al onze verkeerde knoppen. Als je te maken hebt met kiezers, dan is klimaatinterventie geen aantrekkelijk onderwerp om je publiekelijk hard voor te maken.”
Uit veel onderzoek blijkt dat zonweerkaatsingsprojecten een ingrijpend effect zullen hebben op het neerslagsysteem. Sommige gebieden kunnen uitdrogen terwijl andere regio’s juist natter zullen worden. Reynolds spreekt in deze context van een ‘winner and loser effect’: spanningen kunnen oplopen als blijkt dat de gevolgen van klimaatengineering niet bij elk land gelijk uitvallen.
Daar staat wel tegenover dat de meeste modellen die tot nu toe zijn gemaakt voor de effecten van zonweerkaatsing een afname van het ‘netto risico’ laten zien. Opwarming lijk, uit de modellen althans, voor meer risico’s te zorgen dan een wereld met klimaatinterventie.
“Dat maakt zonweerkaatsing nog geen oplossing voor opwarming, en het geldt ook niet als plaatsvervanger van uitstootreductie. Maar het kan wel zo zijn dat we misschien meer onderzoek moeten doen,” aldus Reynolds.
“Voor politici is het geen aantrekkelijk onderwerp om
publiekelijk over te praten.”
Mondiaal is er zo’n 10 à 20 miljoen euro vrijgemaakt voor onderzoek naar klimaatinterventie. “een fractie van een fractie van het geld dat aan klimaatonderzoek wordt gespendeerd,” concludeert Reynolds.
Dat is weinig voor het belang dat er mee gemoeid is: “Het zou erg onverstandig zijn als we ons niet voorbereiden op het scenario van uit de hand gelopen opwarming. Laten we nu al vaststellen met welke waarden we deze uitdaging het hoofd willen bieden. Internationaal kan dan vastgesteld worden dat het doel van klimaatinterventie altijd een vermindering van risico moet zijn. En dat het nooit een plaatsvervanger mag zijn van uitstootvermindering.”
Een eerste stap werd gezet door de Amerikaanse senaat. Die zei vorige maand als een van de eerste grote overheidsorganen dat “de mogelijkheden om meer zon te weerkaatsen moeten worden onderzocht.” Hoewel deze taal nog lang geen wet is, kan dit een signaal zijn dat er iets aan het veranderen is.
In een reactie aan Sciencemag, dat het nieuws naar buiten bracht, zei atmosfeerwetenschapper David Keith, verbonden aan Harvard, dat “gezien de potentieel catastrofale gevolgen van klimaatverandering het een morele verplichting is te kijken of zonweerkaatsing kan helpen met het verminderen van die risico’s.”