Ze winnen races in de lagere klassen, maar missen iets – talent, geld, overtuiging – waardoor ze nooit de Formule 1 bereiken. Voor al hun inzet krijgen ze alleen een paar kleine overwinningen, wat stoffige bokalen en dat ene verhaal over die keer dat ze een toekomstige ster versloegen.
Als je het zo bekijkt, lijkt het levensverhaal van Roy James verre van uniek. De Londense coureur had zeker talent en versloeg in zijn jongere dagen Jackie Stewart, die uiteindelijk drie keer wereldkampioen werd.
Videos by VICE
James kwam zelf nooit uit in de hogere divisies van de sport, maar hij had wel een bijzondere carrière. Terwijl Stewart zijn trio aan F1-titels won, zat James in de gevangenis, dromend van het onhaalbare leven als coureur in de Grand Prix. Zijn talent voor racen met auto’s had hij namelijk niet alleen op een circuit toegepast. James was ook de bestuurder van een vluchtauto in de beruchte grote treinroof, waarvoor hij dertig jaar celstraf kreeg .
Roy John James werd geboren in 1935 en begon op jonge leeftijd te werken als zilversmid. Voordat hij in 1960 begon met karten, was hij al een echte sportman. Volgens de verhalen deed hij try-outs bij Queens Park Rangers en was hij bijzonder goed in waterskiën. Toen hij zijn passie voor snelheid ontdekte, kocht hij een racewagen van de grote Jack Brabham. Deze Australiër was op dat moment tweevoudig F1-kampioen en een nogal rijke man, dus het zal geen goedkope auto zijn geweest. Gelukkig kon hij dit betalen met inkomsten uit een lucratiever deel van zijn carrière: misdaad.
James probeerde later zijn criminele acties goed te praten en zei dat hij het deed om zijn echte passie – motorsport – te kunnen betalen. Eerlijk is eerlijk, het verhaal van een jonge coureur wiens talent niet wordt opgemerkt door een gebrek aan financiële ondersteuning is niet ongewoon. Maar het was niet helemaal waar wat hij zei. Hij begon pas echt met racen nadat hij een paar keer vluchtauto’s had bestuurd. James werkte voor de South-Western Gang, onder leiding van Bruce Reynolds, een man met veel connecties en interesse in motorsport. De bende pleegde veel strak geplande misdaden in Londen, Zuid-Engeland en Frankrijk.
James, die als bijnaam ‘wezel’ had, was een van de twee bestuurders van de vluchtauto’s voor een overval bij Londen Heathrow in 1962. De ander was Micky Ball. Ball werd kort na de overval gearresteerd en ging de gevangenis in. Hij vertelde de politie niks over het feit dat er twee bestuurders waren. James zou de winst van deze overval hebben gebruikt om de auto van Brabham te kopen.
1963 was een belangrijk jaar voor James, zowel op het circuit als in de criminele wereld. In de Formule Junior won hij een bijzonder aantal races (waaronder een paar met Stewart). Volgens Motor Sport magazine haalde James zestien overwinningen in Engeland en reed hij elf snelste rondes. Hij had duidelijk talent, maar de beste jonge Britse coureurs deden toen al op Europees niveau mee voor de winst.
Later dat jaar werd James door Reynolds ingehuurd om aan een grote overval mee te werken. Ze zouden een trein van de Royal Mail beroven, die gevuld was met een bijzonder grote hoeveelheid gebruikte bankbiljetten. De overval werd een van de beroemdste misdaden in de Britse geschiedenis. In totaal werd er zo’n 2,5 miljoen pond gestolen. Dat zou in verhouding tegenwoordig op zo’n 55 miljoen euro neerkomen. James’ aandeel was in ieder geval genoeg om hem een kans te geven in de Formule 1.
Het geld werd vervoerd in de nachttrein van Glasgow naar Londen. Rond drie uur ‘s nachts stopte de trein voor een nepsignaal in de buurt van Ledburn. De overvallers vielen de machinist aan en sloegen hem bewusteloos, waarna James de wagons ontkoppelde. Hij had er maanden voor getraind. De wagons werden een stuk verder gereden, waarna de dieven het treingedeelte met de bankbiljetten openbraken. Ze vormden een rij om de zakken met geld uit te laden en na een half uur hadden ze 120 van de 128 zakken uitgeladen, maar de tijd was op. De laatste zakken lieten ze achter.
De buit werd verdeeld over twee Land Rovers, die allebei dezelfde nummerborden hadden. James was teleurgesteld, want zijn voorkeur lag bij een Jaguar E-Type, maar die zou te veel herrie hebben gemaakt.
Stewarts meest beroemde moment in een auto was tijdens F1-wedstrijden op Monza, Monaco en de Nürburgring. James’ meest bekende moment was in een Land Rover op de onverlichte wegen buiten Ledburn terwijl hij naar een schuilplek racete.
Nadat ze de boerderij hadden bereikt waar ze wilden onderduiken, bleek dat ze snel weg moesten. Toen de politie erachter kwam wat er was gebeurd, kamden ze het hele gebied uit. Direct na hun vertrek zou James de vrouw van Micky Ball nog hebben bezocht. Hij gaf haar duizenden ponden als dank voor het zwijgen van haar man. Een paar dagen later reed James weer gewoon op het Goodwood Circuit en deed hij mee aan een Formula Junior-race. Een week later stond zijn gezicht op de voorpagina’s van alle kranten en kwam James niet meer opdagen voor races.
Hij vluchtte naar Londen en werd een paar weken later gearresteerd na zijn allerlaatste race – een race te voet, tegen de politie over de daken van Londen. De politie had vingerafdrukken in de boerderij gevonden die aan James konden worden gekoppeld. Hij werd opgepakt en kreeg een gevangenisstraf van dertig jaar.
De rechter noemde de grote treinroof een “misdaad van vuil geweld geïnspireerd door grootse hebzucht”. Voor de mensen die die nacht in de trein aan het werk waren was het een traumatische ervaring. Als ze niet zo gewelddadig te werk waren gegaan, had het nog gezien kunnen worden als een grote gok. Maar doordat de machinist en zijn tweede man zo waren mishandeld, werd er anders op de overval gereageerd.
Ondanks de grootte van de straf betekende het voor James niet het einde van zijn racecarrière. Hij werd al na elf jaar vrijgelaten, in 1975, en probeerde terug te komen. Dit was zacht gezegd nogal ambitieus aangezien hij inmiddels veertig jaar oud was en al elf jaar niet had geracet. Toch probeerde hij het. Hij crashte en brak zijn been, wat het definitieve einde van racecarrière betekende.
Toen zijn motorsportdromen voorgoed voorbij waren, ging zijn leven steeds meer de verkeerde kant op. In 1983 was hij betrokken bij een poging om goud te importeren zonder belasting te betalen. Dit deed hij samen met mede-treinovervaller Charlie Wilson. Kort daarna zat hij nog zwaarder in de problemen. James was getrouwd met een dertig jaar jongere vrouw waarmee hij twee kinderen had, maar de relatie ging kapot en hij kreeg de kinderen. Toch moest hij zijn ex-vrouw financieel ondersteunen. Toen hij daar niet in slaagde, kreeg hij ruzie met zijn voormalige schoonvader. James trok een wapen en schoot hem neer.
Hij gaf zichzelf aan en kreeg zes jaar voor poging tot moord. In de gevangenis ging zijn gezondheid snel achteruit. Hij had een driedubbele bypassoperatie nodig. Deels om deze reden werd hij vervroegd, in 1997, vrijgelaten. In augustus van hetzelfde jaar overleed hij door hartfalen op 62-jarige leeftijd.
Net als veel andere jonge coureurs droomde hij over de Formule 1 en zijn gedrevenheid om dat zo snel mogelijk te bereiken, dreef hem de onderwereld in. Hij brak de wet brak om zijn racedromen waar te maken. Het is hem nooit gelukt, maar het leverde hem wel een bijzondere carrière op. Geen ander racetalent kan claimen dat ze betrokken waren bij de misdaad van de eeuw.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.