“Darlington en Prosper, thuis in Assen” was het motto van het actiecomité dat een jaar lang op de barricades heeft gestaan om de broers Isaacs in Nederland te houden. Darlington (29) en Prosper (27) waren 14 en 11 jaar toen ze voor de burgeroorlog in Sierra Leone vluchtten en in Drenthe belandden. Ze kregen in eerste instantie geen verblijfsvergunning, omdat de IND twijfelde aan het land van herkomst – de papieren uit Sierra Leone werden niet legitiem bevonden. Na vijftien jaar kregen Darlington en Prosper op 6 december toch een verblijfsvergunning.
De broers Isaacs kunnen nu eindelijk een toekomst gaan opbouwen in Nederland: een rijbewijs halen, een baan zoeken, en af en toe door rood fietsen zoals elke Nederlander (zonder verblijfsvergunning kan door rood fietsen leiden tot uitzetting.) “Nederland is een mooi land, maar zonder verblijfsvergunning is er niks aan,” aldus Prosper.
Videos by VICE
Darlington en Prosper praten liever niet over hun tijd in Sierra Leone. “Maar ik vertel wel gewoon wat ik wil vertellen,” zegt Darlington. “We zijn gevlucht, het land was niet veilig en we waren jong. De situatie was heel heftig, we hadden geen ouders meer.” Zonder begeleider vluchtten ze met een boot naar Nederland. Dat ze in Nederland waren, wisten ze niet toen ze met de boot de haven van Rotterdam binnenvoeren. “We zijn gewoon op een boot gezet, zonder plan. Het enige wat we wilden was weg uit Sierra Leone. De reis was verschrikkelijk, daar praten we liever niet over,” zegt Prosper.
Eenmaal in Rotterdam aangekomen, begon er een nieuwe fase van hun leven. Darlington vertelt: “We gingen naar de politie en ik zei: ‘We hebben geen ouders meer’. Vanaf dat moment werden we van hot naar her gesleept. We moesten een zwaar verleden achter ons laten, wat erg moeilijk was. Alles was onbekend en we waren jong; het was angstaanjagend. We hadden geen idee wat er met ons ging gebeuren.” De broers meldden zich in 2001 in Zevenaar en kwamen dezelfde avond nog in het asielzoekerscentrum in Lochem terecht. “Daar hebben we een halfjaar gewoond,” zegt Prosper. “Langzaamaan kregen we vertrouwen in onze omgeving en we leerden de Nederlandse taal.”
Maar een verblijfsvergunning kregen ze niet. Assen werd in 2002 hun nieuwe woonplaats, waar de broers een studentenkamer deelden. “Een tekort aan documenten zorgde ervoor dat we geen verblijfsvergunning kregen, en de documenten die we hadden waren volgens de IND niet legitiem. Ze vonden dat het onze eigen verantwoordelijkheid was, maar we waren destijds te jong en hadden te veel haast om weg te komen uit Sierra Leone om aan die documenten te denken,” zegt Prosper. De vraag ‘waarom hebben jullie geen paspoort meegenomen?’ werd allesbepalend. In Sierra Leone was niemand meer die het papierwerk voor Darlington en Prosper kon regelen. “Tijd om een ‘inpaklijstje’ te maken hadden we simpelweg niet,” zegt Darlington, “en dat werd niet begrepen. En als je dan geïrriteerd reageerde op de vraag ‘waarom hebben jullie je documenten niet gecontroleerd?’ dan werd er genoteerd dat je ‘agressief’ was.”
“Ik denk dat onze situatie te complex was voor de IND en dat ze dachten: we kijken wel hoelang deze jongens het hier volhouden. Misschien zouden we vanzelf wel weggaan,” aldus Prosper. De IND stelde voor om Darlington en Prosper bij verschillende ambassades te presenteren: Nigeria, Ivoorkust, Ghana, enzovoorts – landen waarbij de kans op een verblijfsvergunning in Nederland vrij klein is. En zo deed de IND volgens de broers alles om hen maar Nederland uit te krijgen.
Ondertussen zaten Darlington en Prosper niet stil. “Mijn ouders hebben ervoor gezorgd dat we zo vroeg mogelijk Engels leerden spreken,” zegt Darlington. “Ze vonden dat we moesten studeren, dat zou ons een toekomst en perspectief in het leven geven. Je kan het je misschien niet voorstellen, maar wij wilden zó graag naar school en studeren.” In Assen gingen ze naar de middelbare school. Langzaam klommen ze op van het mbo naar het hbo, en Darlington haalde zelfs een diploma op het vwo. Maar vanaf dat moment werd het ontbreken van een verblijfsvergunning een groot probleem – zonder verblijfsvergunning hadden ze geen recht op studiefinanciering, en konden ze geen officieel diploma krijgen.
Toch rondde Prosper een hbo-opleiding civiele techniek af, en studeerde Darlington software engineering en haalde zelfs een masterdiploma aan de universiteit in Groningen. “Vrienden zeiden tegen mij: ‘Kennis kan je nooit worden afgenomen’,” zegt Darlington. “Ik liep drie krantenwijken om mijn studies te financieren. Ik stond om drie uur ‘s nachts op om kranten te lopen, en dan ging ik daarna door naar school. Maar op een gegeven moment voelde ik me geen mens meer; het was niet te doen. Bij zaken die voor Nederlanders heel normaal zijn, kregen wij automatisch te horen: stop maar, dit gaat je niet lukken, want het is onmogelijk zonder verblijfsvergunning.”
Geen studiefinanciering en geen diploma was niet het enige waardoor de broers Isaacs geen toekomst konden opbouwen. Prosper zegt: “Zonder verblijfsvergunning mag je niet werken, ook geen bijbaantje. Daarnaast kan je het land niet uit, je mag geen rijbewijs halen, niet trouwen, geen huis huren en geen verzekeringen afsluiten.” Alle zaken waarbij je een identiteitsbewijs moet laten zien waren onmogelijk: zelfs een pakje ophalen bij Post NL of een abonnement afsluiten bij de bibliotheek.
“We hebben veel aan elkaar hoor,” zegt Prosper. “Samen staan we sterk en we vormen een goed duo. Maar goed, je kan vast begrijpen dat wij op een gegeven moment echt geen toekomst meer zagen. En toen hebben we contact gezocht met Luc.” Luc Rengers is raadslid voor de PvdA in Assen, en besloot een jaar geleden om zich in te gaan zetten voor de broers. Er werd een actiecomité gevormd en de inwoners van Assen sprongen op de barricaden: er werd geprotesteerd, gezongen, geflyerd en een petitie gestart – alles om Darlington en Prosper in Nederland te houden. Daarnaast ging deze club iedere dinsdagochtend om acht uur mee met Darlington en Prosper naar de vreemdelingenpolitie om een stempel te halen, zodat ze nog een week in Nederland mochten blijven.
Luc wilde de publiciteit opzoeken, dat leidde namelijk bij Mauro Manuel, die als kindvluchteling uit Angola naar Nederland kwam, tot een verblijfsvergunning. “We wilden eigenlijk niet de media opzoeken,” zegt Darlington, “maar het was een laatste optie. Het actiecomité bleef zich maar uitbreiden en dan denk je: wat!? Is dit echt!? Er zijn gewoon mensen die om zeven uur ‘s ochtends denken: nou, ik doe dit niet voor mezelf maar ik ga voor die twee jongens een uur buiten in de kou staan. Dat heeft mij echt sterker gemaakt en vertrouwen gegeven.”
“De publiciteit zorgde er in mijn ogen voor dat de IND ons serieuzer ging nemen,” zegt Prosper. “Ze wisten wie we waren, we waren niet alleen maar een dossier of nummertje meer. Nadat we met het actiecomité in september naar Den Haag gingen en daar praatten met Kamerleden en de directeur van de IND, kregen we opeens een W2-document.” Met dit vreemdelingenidentiteitsbewijs konden ze in ieder geval rechtmatig verblijf in Nederland aantonen – een stap in de goede richting. “Met het actiecomité hebben we er nieuwe vrienden en familie bijgekregen. Ik geloof weer in mensen, ze kunnen je verrassen. Een kleine groep mensen met een goed hart kan veel bereiken. Ik was verbaasd toen ik zag dat er mensen om ons moesten huilen,” aldus Darlington.
Op 6 december kregen Darlington en Prosper dan toch, na vijftien jaar in Nederland, een verblijfsvergunning. Dat werd gevierd met taart, knuffels en tranen in het gemeentehuis van Assen door Assenaars, raadsleden en de burgemeester. “We zijn zo opgelucht en blij,” zegt Prosper. “Eerst mochten we niks en nu mogen we alles, ik weet niet waar ik moet beginnen.”
De precieze motivatie van de IND om de broers Isaacs nu wel een verblijfsvergunning te geven is onduidelijk. “Het is jammer dat we de media hebben moeten opzoeken om dit voor elkaar te krijgen,” zegt Darlington. “En daarnaast: niet iedereen krijgt half Assen achter zich. Er zijn meer mensen die in dezelfde situatie zitten. Ik heb tegen Kamerleden en raadsleden gezegd: ‘Je snapt toch wel wat dit met ons doet, we zijn aan het doodgaan.’ Het leven is op een gegeven moment niks meer. Het was niet zo dat we de overheid vermeden: ze wisten waar we waren, we gingen iedere dinsdag stempelen en deden ons best. Er moet binnen al die regels en wetten absoluut iets veranderen.”
Op dit moment woont Prosper in Groningen en Darlington bij de familie Altena in Assen. Darlington zegt: “Ik had geen woning en geen inkomen. De familie Altena bood mij een kamer aan. In het begin was het wat onwennig, maar ik werd door hen omarmd, en mijn broertje ook.” Nu is er een echte toekomst voor Darlington en Prosper. Darlington vulde zijn dagen voorheen met programmeren of films kijken. “Ik kon me niet lang focussen, de situatie haalde me continu onderuit. Maar nu kan ik gaan werken, ik heb al een baan gevonden.”
De broers willen zich hard gaan maken voor mensen in dezelfde situatie. Het is volgens hen onmenselijk om mensen vijftien jaar in onzekerheid in Nederland te laten verblijven. “Verder ben ik sinds ik ben afgestudeerd in 2013 werkloos,” zegt Prosper, “dus ik ga op zoek naar een baan. En ik wil gaan reizen, en uiteindelijk een fijn huis met een gezin. Of ik in Assen ga wonen weet ik nog niet. Ik hou niet zo heel erg van drukte, maar goed, zelfs op een vrijdagavond is het hier in de stad niet heel druk. Oké, misschien eindig ik toch wel in Assen.”