Jeroen Zoet had geen makkelijke dag gisteren. Het leek zo goed te gaan: hij houdt immers een scrimmagebal tegen, net voor de lijn. Jan-Arie van der Heijden, die de bal het laatste van zijn hoofd of voet heeft laten stuiteren, draait zich om en begint te juichen. Bas Nijhuis fluit niet. Hij kijkt op zijn HawkEyehorloge en constateert wat de techniek hem influistert: geen doelpunt.De boel kalmeert binnen een paar seconden en het spel lijkt verder te gaan. Zoet klemt de bal tegen zijn borst en wil doorgaan met de wedstrijd. Maar dan trilt Nijhuis’ horloge wel: doelpunt.Jeroen Zoet, die wat achter de doellijn zit, wordt op heterdaad betrapt door de HawkEye. Feyenoord – PSV eindigt in 2-1, en de jonge keeper lijkt de schlemiel van de week te worden.
Maar de HawkEye legde gisteren namelijk niet alleen de ware aard van het eigen doelpunt bloot, maar ook de ware aard van de FOX-journalist in de catacomben van de Kuip. Aangezien kleine foutjes van voetballers een week lang in praatprogramma’s tot op het bot geanalyseerd worden en harde slidings of stevige missers dertig keer met verkrampte gezichten of een honende lach herhaald worden, vind ik dat we ook wel eens wat verder mogen inzoomen op de vragen van journalist Pascal Kamperman.
Videos by VICE
Hoewel zichtbaar behoorlijk aangeslagen, verschijnt Jeroen Zoet toch voor de camera om vragen te beantwoorden. Pascal heeft zich voorgenomen om Jeroen een stevig aan de tand te voelen over die rare bal. Zwaar bewapend met geslepen messen kleunt hij erin. Zoet heeft op dat moment waarschijnlijk net het fragment teruggezien en staat min of meer op instorten.
“Jeroen, wat dacht je bij die bal?”
“Het enige wat ik dacht is dat ik die bal van de lijn moest halen.”
“Ja, dat dacht je, maar deed je dat ook?”
“Ja, nou ja, ik ga gewoon voor die bal en wil hem voor de lijn weghalen. Het gaat in een moment. Je stelt me een vraag waar ik nu geen antwoord op kan geven, maar ik doe er alles aan om die bal voor de lijn weg te halen en ik heb net gezien hoe ver die over de lijn was. Dat was heel duidelijk volgens mij.”
Op dit moment is er nog niet zo veel aan de hand. Kamperman stelt een vraag, Jeroen Zoet beantwoordt hem, met zijn schouders ongeveer ter hoogte van zijn knieën. Alles aan Jeroen Zoet ademt dat hij nu het liefst naar huis wil, naar zijn ouders. Waar hij zwijgend aan de keukentafel kan zitten terwijl zijn moeder een bord soep voor zijn neus zet, hem eventjes door zijn haren aait en zegt dat ze tóch vond dat hij goed zijn best heeft gedaan. Maar de Foxman is nog niet tevreden, en bijt door.
“Nou ja, ik vond hem niet zo heel duidelijk eigenlijk.”
“Nee, nou ja, het systeem wel denk ik. Ik hoop dat het systeem goed is. Achteraf moeten we ook naar onszelf kijken. We hebben een kans gehad op 1-2, die hebben we niet gemaakt. Dit is ehh, ja… zwaar klote.”
Zoet geeft op zich weer prima antwoord. Hij schikt zich in de fouten die hij en zijn team hebben gemaakt. We zien een verdrietige jongen, die beseft dat hij ook zo overkomt, maar toch mans genoeg is om dat te erkennen. En precies daar gaat het mis. Want het lijkt erop dat de journalist dat niet had verwacht. Hij had een hele rits snedige vragen bedacht, voor het geval dat Zoet zou gaan zeuren over de techniek, het op de scheidsrechter zou afschuiven, of de schuld bij de enigszins kleunende Jan-Arie van der Heijden zou leggen.
“Laten we dat moment er inderdaad nog even bij pakken”, gaat Kamperman dus verder, “want natuurlijk, jij probeert hem voor de lijn te stoppen, dat is ook de bedoeling.” Zoet hapt niet. Hij antwoordt dat het niet veel zin heeft om dit nog eens te bekijken, aangezien we allemaal weten wat er gebeurd is, en al lang aangetoond is dat het een goal was. Toch is het nog niet genoeg.
Er wordt nog een filmpje teruggehaald. Zoet zegt stamelend nog eens dat hij het fragment best wil zien, maar dat het weinig uitmaakt. Maar Kamperman laat nog steeds niet los. “Maar het zou kunnen dat jij hem net misschien iets terughaalt?”
“Ja, zou best kunnen ja,” antwoordt Zoet.
“Daar is dat horloge dan blijkbaar op afgegaan,” dramt Kamperman door.
“Nou, als dat zo is, dan heb ik pech gehad en heeft Feyenoord geluk gehad omdat zij dat systeem hier hebben.”
“Je zegt net zelf al, het is niet alleen dat ene moment, want als je naar de eerste helft kijkt, laat je daar misschien al heel veel liggen?”
“Ja, zeker de eerste tien minuten, het eerste kwartier. Dan laten we ons afbluffen. Dat had echt anders gemoeten.”
“Ja, want dit was de wedstrijd waar het om ging, de laatste kans.”
“Ja, dat kun je wel zeggen, ja.”
“Maar hoe kun je dan zo beginnen?”
Maar het kan natuurlijk altijd nog lelijker. Hoe kleiner Zoet wordt, tijdens het interview, hoe feller en pesteriger de vragen van de journalist. Voor de kijkers, en natuurlijk helemaal voor Zoet, bereikt het ongemak hier een pijnlijke piek. Bij elk antwoord hoop ik dat de stem van de keeper van PSV het houdt, en hij niet breekt.
“Dit is wel een hele dure, pijnlijke nederlaag,” zegt Kamperman.
“Ja, inderdaad, heb je helemaal gelijk in,” geeft Zoet toe.
‘Want dit was de wedstrijd waarin je nog kans kon maken op de titel. Die is nu helemaal weg?”
“Nou ja, elf punten is wel heel veel.”
“Weg.”
“Elf punten is wel heel veel. Ja.”
“Dank je wel.”
Het is natuurlijk de taak en verantwoordelijkheid van de sportjournalist om kritische vragen te stellen, maar er ligt een dunne lijn tussen kritische vragen en onaflatende treiterjournalistiek. Bij gebrek aan een discutabel moment – want HawkEye neemt immers alle discussie weg – wordt die dunne lijn plotseling pijnlijk duidelijk. Pascal Kamperman bleef gisteren bijten in een aangereden hert dat al op kreunend van de pijn langs de kant van de weg lag. Ik ben benieuwd wat hij er zelf van vond.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.