Myanmar is een land dat voor veel mensen op de wereld onder de radar bleef tot nu. Sinds de algemene verkiezingen van 2015 (de eerste sinds 1990, toen de militaire junta de uitslag ongeldig achtte en winnaar Aung San Suu Kyi onder huisarrest plaatste) is Myanmar begonnen zich open te stellen voor democratie, internationale investeringen, vrijheid van expressie en culturele samenwerkingen in andere landen.
De andere kant van de medaille is dat het land ook veroordeeld wordt omdat president en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, Aung San Su Kyi, niet optreedt tegen wat door velen gezien wordt als een uitroeiingsprogramma gericht op de stateloze, veelal islamitische Rohingya. Degenen die ontsnapten aan de genocide leven nu over de grens, in vervallen vluchtelingenkampen in Bangladesh, zonder hoop op verbetering van hun situatie.
Videos by VICE
Uiteraard zijn er in Myanmar ook subculturen, en net als overal in de wereld, is het de underground die zijn stem het hardst laat horen als dingen verschrikkelijk verkeerd gaan. In een land waar het uitspreken van je mening als artiest of activist je nog steeds in de problemen kan brengen, staat de antiautoritaire geest van punk nog fier overeind. Punks uit Rangoon (waarvan sommigen bands begonnen in de tijd van de saffraanrevolutie in 2007 die hielp met het terugbrengen van democratie in de voormalige Britse kolonie) zijn nu wereldberoemd dankzij documentaires als My Buddha is Punk.
Een van de hoofdrolspelers uit die film is Kyaw Thu Win, de zanger/gitarist van Rebel Riot. Hij is nu een controversieel figuur geworden in de punkscene van Rangoon dankzij een foto van hem in een boeddhistisch gewaad die werd gepubliceerd, en het feit dat hij probeert om punkcultuur te versmelten met de wijsheden van Boeddha. Door die foto wordt hij verguisd onder boeddhistische extremisten. Omdat hij publiekelijk zijn excuses heeft aangeboden voor de foto, zijn er nu in de punkscene ook mensen die hem haten.
Ondanks dat zijn het punkrockers als Kyaw Thu Win, samen met Darko C. van de band Side Effect, die zich uitspreken tegen de militaire acties gericht tegen de Rohingya.
De hiphopscene in Myanmar, die in de jaren tachtig ontstond en ooit vijandig tegenover de punks stond, doet het ook goed. Sommigen van hen, zoals Jonathan – een lokale, zelfbenoemde rapper en bouwkundestudent – zegt dat punks en rappers nog vaak met elkaar vechten. “Ze zijn vies en onbeleefd,” zegt hij over de punkers, waarvan sommigen het meer lijken te doen voor de fashion dan voor de muziek (ze haperen nog weleens als hen gevraagd wordt naar liedjes van bands waarvan ze patches op hun jas hebben). “Als we elkaar tegenkomen, vechten we,” zegt Jonathan.
Maar ik ben niet in Rangoon om het over hiphop of punk te hebben. Ik ben hier om iets te leren over de metalscene. Als ik een ontmoeting heb met Aung Kya Zin, vocalist van brutal deathmetalband Senanga Privuta (de enige binnen dat genre in het hele land, zegt hij), heeft hij iets anders te zeggen over de vechtende punks en rappers. Die gevechten verplaatsen zich van de straat naar online, dankzij verbeterde toegang tot het internet in het land.
Aung maakt deel uit van misschien wel de nieuwste metalscene van de planeet. Hij zegt dat de scene misschien net tien jaar bestaat. In tegenstelling tot de punks en rappers hebben de metalheads in Rangoon nog niet genoeg tijd gehad om elkaar zo goed te leren kennen dat ze elkaar kunnen minachten, al zijn er van tijd tot tijd wel meningsverschillen. Ze zijn vooral gewoon bezig met mensen zoeken die weten dat Metallica geen modemerk is.
Er zijn maar een paar plekken in Rangoon waar bands kunnen optreden. Eentje daarvan is Pirate Bar, waar punks en metalheads rondhangen. Buiten Rangoon bestaat metal niet echt. Al is er een rondreizend festival, Voice of Youth, opgericht door de internationale non-profitorganisatie Turning Tables, die daar verandering in probeert te brengen, met een mandaat om punks, rappers, elektronische muzikanten en metalheads op podia te zetten waar ze eindelijk kunnen zeggen wat ze willen.
Omdat je, als je niet in Myanmar woont, waarschijnlijk nog nooit Myanmarese metal hebt gehoord, ging ik zitten met Aung en gitarist Yel Myat Bome van de blackmetalband Jeksetra om wat saté en gefrituurde kip te eten en een korte stoomcursus over de metalscene in Rangoon te krijgen. Ze begonnen natuurlijk als eerste over hun eigen bands.
Senanga Privuta
Er bestaat een stroming in de deathmetal die veel te danken heeft aan Amerikaanse bands als Disgorge en Gorgasm – niet heel technisch, maar in plaats daarvan gefocust op repetitie. Senanga Privuta en een boel andere bands uit de regio hebben dit geluid nagenoeg perfect in de vingers.
Hoe komt het dat dit deel van de wereld zich zo goed leent voor het verspreiden van brutal deathmetal? De vochtige hitte? Het politieke klimaat en de onderdrukking? Gewelddadige regimes? Natuurrampen – orkanen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen – die elk moment kunnen losbarsten? Al deze dingen vragen om kunst die de verwoestende kracht van de natuur reflecteert. Senanga Privuta heeft het geluid van de onvermijdelijke dood gevonden. Hun teksten gaan vaak over peta’s, wezens uit de boeddhistische mythologie die intens moeten lijden voor fouten die ze hebben gemaakt.
Jeksetra
Het is niks nieuws dat black metal opduikt buiten de bevroren landschappen van het verre noorden, maar in het broeierige, conservatieve Myanmar is het nogal baanbrekend. Blackmetalband Jekstra maakt een rauwe, primitieve variant van het exportproduct van Scandinavië. Volgens de bandleden zitten ze aan de depressieve kant van het inktzwarte spectrum. Ze zoeken nog nieuwe bandleden, wat lastig is in een land waar metalcore de klok slaat en waar black metal, net als in de vroege jaren van het genre, gezien wordt als een duister buitenbeetje.
Last Days of Beethoven
Metalcore dus. In de rest van de wereld staat dit genre stil, maar Last Days of Beethoven weet indruk te maken. Ze zijn een van de populairste bands in Rangoon, en kregen een Myanmar Music Award voor Best Metal Song in 2014. De band flirt met technische tempowisselingen en het versmelten van verschillende stijlen gaat ze goed af. Als er een band uit Myanmar is die kan doorbreken in de rest van de wereld, dan is het deze.
Nightmare
De metalcore van deze band is wat meer rechttoe-rechtaan dan hun collega’s van Last Days of Beethoven. Nightmare kiest voor een huwelijk tussen zwaar en toegankelijk. Clean vocals, dan geschreeuw. Heldere tonen, dan distortion. Je kent het wel. Een van hun liedjes, Phyit Pyat Khae The uit 2014, klinkt als een hommage aan Killswitch Engage. Ander werk, zoals Parasite, slaat de zoetigheid over en klinkt een stuk bruter. Ach, voor de scenekids in Myanmar draait alles toch om de breakdown. Als er maar ruimte is voor karatetrappen vinden ze alles best.
Blood of Century
Blood of Century gaat de kant op van vroege Amerikaanse metalcore-bands zoals All That Remains en Shadow Falls, aangevuld met de technische tweaks van Between the Buried and Me. Deze vierkoppige band heeft nu een EP uit op YouTube, en in mid-2017 begonnen ze aan het lange proces van het opnemen van een album in een studio in Yangon. Tussen de festivals en concerten door renden ze de studio in om de gitaar, bas en vocals op te nemen. Als je succes kan meten in het aantal enthousiaste fans dat komt headbangen op de shows, dan is Blood of Century aan hun live-video’s te zien een lokale favoriet. Ze spelen zo’n beetje overal, van donkere nauwe barretjes tot de onderzijde van een viaduct.
Maze of Mara
Metalcore vol synths in hetzelfde straatje als Lacuna Coil en The Agonist. Maze of Mara bouwt op een basis van toegankelijke hardrock, en met nummers zoals Stay Strong Beautiful laat de band hun diepe grommen er zelfs helemaal uit. Hier laten ze zien dat ze zowel harde tracks als radiovriendelijke, Avenged Sevenfolds-achtige ballads in hun mars hebben. Het stembereik van leadzangeres Zee is even indrukwekkend als haar persoonlijkheid op het podium, hoe groot of klein dan ook.
Self Butchered
Er zweeft zoveel metalcore rond Rangoon dat je aardig wat terugslag kan verwachten. Dit kwam in de vorm van de brute tonen van Self Butchered, die geleid worden door Eric Lin. Hij is een van de pioniers van de ontluikende deathmetalscene in Rangoon. Deze primitieve slam crew omarmt de schrille vocals en zware baslijnen van Aziatische tegenhangers zoals Gorepot en Myocardial Infarction. Self Butchered is er niet op uit om super innovatief te zijn, en dat is helemaal prima. Soms is een gezonde dosis slam metal alles wat een headbanger nodig heeft.