Om van Mali naar Marcellina, een wijk in Rome, te reizen, moet je meer dan 3000 kilometer afleggen. De twee plekken zijn werelden van verschil. Het is het verschil tussen gevaar en veiligheid, tussen religieuze vervolging en religieuze vrijheid, tussen de straat en een dak boven je hoofd. In Marcellina vind je namelijk een vluchtelingencentrum genaamd SPRAR, waar asielzoekers worden gehuisvest en hulp krijgen om te integreren in de moderne maatschappij.
De jonge Italiaanse fotograaf Serena Vittorini ontmoette er twee mannen, de 28-jarige Sidibbe en de 20-jarige Sarabba. De vluchtelingen zouden elkaar in Mali niet snel hebben ontmoet, maar hebben in het opvangcentrum een hechte vriendschap opgebouwd. In haar fotoserie Foo dëkk legt ze die vriendschap vast, en neemt je zowel mee in hun moeilijkheden als tijdens hun intiemste momenten. “Ik wilde er eigenlijk een meer symbolische serie van maken,” vertelt ze aan Creators. “Zodat je wat van hun dromen zou zien, in plaats van alleen hun sociale status.”
Videos by VICE
Foo dëkk betekent “waar woon je” in het Wolof, de taal die Sidibbe en Sarabba met elkaar spreken. Vittorini wil benadrukken dat je ergens thuis voelen losstaat van geografische plek. “Het gaat om de menselijke relatie met je omgeving,” vertelt de fotograaf. Ze wil hiermee ook de nadruk leggen op de jongens die nu in het opvangcentrum wonen, een plek die niet hun thuis is, maar waar ze binnen de globale context zich wel thuis zouden moeten voelen.
Sidibbe en Sarabba volgen verschillende lessen in het opvangcentrum, met betrekking tot taal en vaardigheden die hen kunnen helpen bij dagelijkse bezigheden. In het centrum is ook een lokaal nieuwsplatform, PiuCulture, waar de verhalen van immigranten in Rome worden verteld. Via dit kanaal kwam Vittorini in contact met Sidibbe en Sarabba.
Toen ze hen over haar idee voor een serie vertelde, reageerden de jongens vooral sceptisch. Dit zag ze als haar grootste uitdaging: “Hun vertrouwen winnen en laten zien dat ik geen bedreiging ben, was lastig. Ik wilde laten zien dat ik alleen geïnteresseerd ben in het vertellen van hun verhaal en hen in hun waarde wilde laten.” Uiteindelijk lieten de jongens de fotograaf zelfs foto’s maken op intieme momenten, zoals onder de douche of van een litteken uit de jeugd van Sarabba. Het zijn volgens Vittorini de krachtigste foto’s van haar serie, omdat ze de pijn en kwetsbaarheid van jonge jongens in dit soort situaties vertellen.
Naarmate ze meer met de jongens omging, koos Vittorini ervoor om zich steeds meer op hun passies te richten, in plaats van op de dingen waar ze moeite mee hebben. Voor Sarabba is dat voetbal, voor Sidibbe de natuur. Zo neemt Vittorini de kijker mee in het dagelijks leven van twee vluchtelingen en benadrukt ze graag wat we met hen gemeen hebben, in plaats van hoe we verschillen. “We hebben ieder ons eigen verhaal te vertellen en iedereen verdient het om gehoord te worden.”
Kijk op de website van Serena Vittorini voor meer van haar werk.