Wat zou jij doen als je de dood in de ogen staart? Zou je je lot accepteren of zou je vechten tot het bittere eind? De Pools-Joodse danseres Franceska Mann – of Franciszka Mannówna – hoefde daar niet lang over na te denken, toen ze op weg was naar de gaskamers in Auschwitz.
Franceska Mann was een mooie en getalenteerde danseres, die zich op haar spitzen een weg baande door prestigieuze dansuitvoeringen en wedstrijden, waaronder de internationale danswedstrijd van Brussel van mei 1939, waar ze de vierde prijs won. Ze danste regelmatig in de nachtclub Melody Palace in Warschau, totdat de Tweede Wereldoorlog uitbrak en ze werd opgesloten in het getto van Warschau, waarmee haar danscarrière ten einde kwam. In 1943 werd ze uit Polen getransporteerd, wat vermoedelijk te maken had met de Hotel Polski-affaire: Joden die naar Zuid-Amerika wilden vluchten gingen naar het hotel toe om buitenlandse paspoorten te bemachtigen, maar in plaats daarvan werden ze naar concentratiekampen getransporteerd.
Videos by VICE
Volgens sommige berichten uit die tijd werd aan deze ‘uitwisselingsjoden’ verteld dat ze in Burgau waren aangekomen om daar gedesinfecteerd te worden, voordat ze de grens met Zwitserland zouden oversteken. Ze werden naar een kleedkamer naast de gaskamers gebracht. Er zijn veel variaties op het het verhaal van Franceska Mann, maar de meest sensationele komt van Holocaust-historica Cynthia Southern. Tijdens het uitkleden verleidde Mann de twee loerende bewakers met een striptease, waarbij ze haar blouse opzijschoof en haar rok omhoogtrok om haar dijbeen aan Josef Schillinger en Wilhelm Emmerich te laten zien.
Vervolgens deed ze snel haar schoen uit en sloeg ze Schillinger op zijn voorhoofd, waarna ze zijn pistool uit zijn zak trok en twee fatale kogels door zijn buik schoot, en een in het been van Emmerich. De andere vrouwen in de kleedkamer sloten zich aan bij de opstand, maar uiteindelijk lukte het niemand om te ontsnappen.
Afgelopen november stuurde @xnulz een tweet met de tekst “Name a bitch badder than Taylor Swift”. Een stortvloed aan reacties volgde, waarin oneindig veel indrukwekkende historische heldinnen werden genoemd. De tweet van @moviehistories, waarin deze versie van het verhaal van Franceska Mann staat, was het populairst en werd meer dan 35.000 keer geretweet. Maar is er glashard bewijs voor dit verhaal? Om een duidelijker beeld te krijgen sprak ik met een van ‘s werelds toonaangevende Auschwitz-deskundigen: auteur, hoogleraar en historicus Robert Jan van Pelt.
“Het is inderdaad heel ingewikkeld om erachter te komen wat er echt gebeurd is in die kleedkamer op die specifieke dag in oktober in 1943. Er is niet veel bewijs,” zegt hij. “We weten dat er een opstand plaatsvond bij een aankomend transport, omdat in een Duits document uit december 1943 staat dat Rudolf Grimm en Fritz Lackner, twee SS’ers die hielpen om de opstand neer te slaan, werden voorgedragen om een medaille te krijgen. In het document wordt niet beschreven waarom de opstand ontstond en er worden geen andere details gegeven.”
Volgens Van Pelt zijn er drie belangrijke verhalen om in overweging te nemen: Jerzy Wesolowski (alias ‘Tabeau’), die uit Auschwitz ontsnapte, beschreef het incident in een verslag dat na zijn ontsnapping werd gemaakt. Dit verslag werd eind 1944 gepubliceerd als onderdeel van de Auschwitz-Protocollen. De kernpunten van zijn verslag zijn dat vrouwen zichzelf verdedigden en dat een zekere SS’er met de naam ‘Schiller’ stierf. De vrouw die de revolver had gegrepen wordt niet geïdentificeerd.
“Rudolf Höss noemt het incident voor het eerst in zijn verklaring op 14 maart 1946,” zegt Van Pelt. “Dat was gelijk nadat hij gevangen werd genomen door de Britten. Hij impliceert hierin dat het vrouwen waren die in opstand kwamen, maar geeft geen details. En in april 1945 vertelt Stanislaw Jankowski over een vrouw die een revolver van Walter Quackernack – een nazibewaker die verantwoordelijk was voor het crematorium – afpakte en Schillinger doodschoot.”
Hoewel we de vrouw in kwestie niet echt als Franceska Mann kunnen identificeren, wordt het verhaal aannemelijker omdat ze een danseres was. “Het idee dat de vrouw danste wordt voor zover ik weet voor het eerst genoemd in 1946, door Eugen Kogon, een Holocaust-overlevende en historicus. Hij zat niet in Auschwitz, maar in Buchenwald,” zegt Van Pelt.
Hoewel het moeilijk is om de feiten op een rijtje te krijgen, weten we zeker dat er die dag een ongelooflijke daad van verzet plaatsvond van een vrouw die het lef had om terug te vechten. Zoals Auschwitz-overlevende Wieslaw Kielar schrijft in zijn memoires Anus Mundi: gevangene nummer 290 overleefde vijf jaar Auschwitz: “Het verhaal werd mondeling verspreid en verfraaid, en groeide op verschillende manieren uit tot een legende. Deze heroïsche daad van een zwakke vrouw, die de dood in de ogen staarde, gaf ongetwijfeld morele steun aan de gevangenen. We realiseerden ons plotseling dat als we het aandurfden een hand tegen hen op te heffen, die hand zou kunnen doden: ook zij waren sterfelijk.”
Zoals met alle grote legendes leeft het verhaal van Mann in fictie voort. De roman Een gebed voor Catherine Horowitzová uit 1964 van Arnošt Lustig gaat over een jonge danseres die tijdens de oorlog door de Duitse autoriteiten in Italië voor losgeld wordt vastgehouden. Ze realiseert zich dat ze toch zal sterven en schiet haar ontvoerders voor de deur van de gaskamer neer. En in Hierheen naar de gaskamer, dames en heren, een verhalenbundel van Auschwitz-overlevende Tadeusz Borowski, staat het korte verhaal De dood van Schillinger, waarin een bewaker op vergelijkbare wijze door een aantrekkelijke vrouw met zijn eigen pistool in de maag wordt geschoten.
Feit of fictie, indrukwekkender dan dit wordt het niet.