De tranen van de Oranjevrouwen zijn niet alleen tranen van vreugde

Schermafbeelding 2019-07-04 om 15

Het WK kan tot nu toe niet mooier voor Nederland. Ja, natuurlijk kan het voetbal zelf mooier, maar de strijdlust en de ongebroken keten van gewonnen wedstrijden, daar kan geen Hugo Borst tegenop. Maar behalve de plek in de finale, de doelpunten en de ‘vechtmachine’ die het team is geworden, is er nog iets wat onvergetelijk is dit WK: de tranen die vloeien. Niet alleen huilden de Oranjevrouwen gister van vreugde en opluchting, ook andere spelers lieten – natuurlijk – een traantje om verloren wedstrijden. Er werd gister zelfs in de studio van de NOS gegriend, en er werd in het geheim in kleedkamers gesnotterd.

Al die tranen die we hebben gezien betekenen veel meer dan alleen geluk of verdriet. We nemen je even mee op het tranenpad van keeper Sari van Veenendaal, de huilende vrouwen van het uitgeschakelde Japanse team, de verborgen tranen van Sarina Wiegman en de veteranentranen van Daphne Koster.

Videos by VICE

Solidariteitstranen

1562246487264-Schermafbeelding-2019-07-04-om-121913

Natuurlijk schud je als goede sporter voorafgaand en na afloop van de wedstrijd de hand van je tegenstander. Op EK’s en WK’s ook, en vaak worden die handjes zelfs knuffels, omdat spelers clubgenoten tegenkomen met wie ze de rest van het jaar samen op het veld staan. Nadat Nederland Japan versloeg in de achtste finale – op het nippertje en dankzij een gelukkig gegeven penalty – waren de vrouwen van Japan eventjes ontroostbaar. Het was ook zuur, want Japan speelde in tegenstelling tot Nederland een fenomenale laatste dertig minuten; het verlies was onverdiend.

Na het laatste fluitsignaal zakten een hoop van de Japanners naar de grond van ellende, of ze sloegen de handen voor hun gezicht en probeerden hun schokkende schouders te verbergen. Eigenlijk waren de Leeuwinnen op dat moment met andere dingen bezig, namelijk vieren dat ze door waren, maar dat kon wel even wachten: ze troosten hun tegenstanders, die ook gewoon collega’s zijn. Sterker nog: ze huilden mee. Shanice van de Sanden pakte het hoofd vast van Kumagai, haar ploeggenoot bij Lyon. Ze drukte haar hoofd tegen haar borst en samen huilden ze. Sari kwam ze nog even knuffelen voor extra support, en elders op het veld omarmde Miedema haar oud-teamgenoot Iwabuchi.

Natuurlijk strijden de vrouwen tegen elkaar voor de winst – maar samen hebben ze nog een veel groter en belangrijker doel: vrouwenvoetbal onuitwisbaar op de kaart zetten. Die saamhorigheid zie je terug in het spel en na afloop: binnen het team, als Beerensteyn en Van de Sanden elkaar knuffelen, of als matchwinnaar Jackie Groenen zegt dat het oprecht niet uitmaakt wie het doelpunt scoort. En buiten het team, als de huilende Japanners in de troostende armen van de Nederlanders liggen. Een regelrechte tranentrekker.

Veteranentranen

1562246705113-Schermafbeelding-2019-07-04-om-152430

“We komen gewoon van zo ver,” zei verslaggever en ex-prof Daphne Koster grienend voor de camera’s van Studio France, waar ze al het hele WK zit voor de nabeschouwingen. De Oranjevrouwen stonden springend hun winst te vieren in het gigantische stadion van Lyon, en Koster kon even niet verder praten door de tranen. Dat ze moest huilen is hartstikke logisch: ze stond aan de basis van het succes van deze generatie. Ze debuteerde in 1997 in het Nederlands elftal, en twaalf jaar later, in 2009, speelde ze als captain in de halve finale van het EK. Ze speelde bij AZ, Telstar en ten slotte Ajax – dat pas in 2012 begon met een vrouwenteam. In 2017 werd ze manager van het vrouwenvoetbal bij Ajax, en nu zit ze naast Pierre van Hooijdonk als analist bij het wereldkampioenschap.

De zoute We komen gewoon van zo ver-tranen, daarin zit de inspanning die Daphne, en alle andere veteranen van het vrouwenvoetbal (denk aan Vera Pauw, aan Kirsten van de Ven, en natuurlijk Sarina Wiegman) vanaf het begin van hun carrières in het vrouwenvoetbal hebben gestopt. Er lijkt nu echt verandering te komen, na al die moeizame jaren, waarin een gebrek aan geld, faciliteiten en het überhaupt serieus genomen worden als vrouw in het voetbal aan de orde van de dag waren. De plek van vrouwenvoetbal in Nederland is opgeëist, met dank aan de veteranen, die de weg hebben vrijgemaakt.

Emancipatietranen

1562246919500-Schermafbeelding-2019-07-04-om-152652

Er keken gister vijf miljoen Nederlanders naar de wedstrijd. Dat is de best bekeken interland in het vrouwenvoetbal ooit. Op het Radio 1-journaal werd gesproken over ‘het Nederlands elftal’ en ‘het WK’ – het woord vrouwen werd achterwege gelaten. Op de site van de NPO, prominent op de homepage, zijn alle wedstrijden en samenvattingen van dit wereldkampioenschap terug te vinden. De vrouwelijke analisten zijn aan het schitteren op televisie. Dat het vrouwenvoetbal op de emancipatietoer is, da’s onmiskenbaar.

Maar emancipatie komt natuurlijk ook voort uit de uitstekende prestaties van Oranje. Al drie keer hebben de vrouwen op dit kampioenschap geschiedenis geschreven: nog nooit behaalden ze een kwartfinale, een halve finale en een finale op een wereldkampioenschap. Een olympisch ticket was ook nog niet eerder gelukt. Ze hebben tien opeenvolgende wedstrijden gewonnen, ook niet de minste verdienste.

Die regen van records is nou ook weer niet zó gek, als je kijkt naar de geschiedenis van het vrouwenvoetbal. Tot 1971 was vrouwenvoetbal bij de KNVB verboden. In 2007 werd er pas een eredivisie voor vrouwen in leven geroepen. Dit is pas de tweede keer dat Nederland meedoet aan een wereldkampioenschap – in 2015 deden we voor de allereerste keer mee. En hoewel de vrouweneredivisie zeker de populariteit van de Oranjevrouwen nog niet evenaart qua bezoekersaantallen, helpen de prestaties van de Oranjevrouwen wel mee. De voetbalbond, de sponsors en het publiek kunnen na het optreden op dit wereldtoneel écht niet meer achterblijven – ook niet in de eredivisie.

En trouwens, als je bedenkt dat we nog zo vreselijk jong zijn in het vrouwenvoetbal en nu al in de finale van een wereldkampioenschap staan, stel je dan eens voor wat er zou kunnen gebeuren als de vrouwen net zo flink worden getraind als in Engeland, of in de Verenigde Staten. Om Wiegman nog maar even te citeren: “Alles is mogelijk.”

Sari’s geradbraakte tranen

1562247181956-Schermafbeelding-2019-07-04-om-150845

Minstens vijf keer, en naar het einde toe nog een stuk of vijf keer, greep Sari de bal uit de lucht vlak voor-ie haar doel in kon vliegen. Eén keer werkte de paal mee, maar verder waren het de handen van de doelvrouw die ervoor zorgden dat Nederland nu in de finale staat. Op het gezicht van Sari las je de spanning en de focus af, vanaf het moment dat ze in de spelerstunnel stond om het veld op te mogen.

In de wedstrijd zelf sprak ze haar stuntelende teamgenoten soms vermanend toe, tijdens de rust voor de verlenging gaf ze een vlammende peptalk – waarvan we de precieze inhoud waarschijnlijk nooit zullen horen. Sari kreeg het tijdens de wedstrijd nog eens flink te verduren toen een aanvaller van Zweden keihard met haar noppen op haar hand stompte. Tot op het laatste moment werd ze aan het werk gezet door Zweden, momenten waarvan zij zelf zegt “op haar sterkst te zijn.” Toen de bal voor de zoveelste keer in haar handen terechtkwam, ze op de grond ging liggen en de bal stevig tegen haar borst aandrukte, klonk het eindsignaal eindelijk in de 127e minuut.

1562247146477-Schermafbeelding-2019-07-04-om-150919

De Oranjevrouwen renden op de uitgevloerde Sari af, maakten een hoopje geluk, en toen ze zich van dat hoopje geluk loswrong, vloeiden de tranen van ontlading en opluchting. Dat huilende gezicht van de keeper, van onze keeper, was misschien wel het allermooiste moment van het hele wereldkampioenschap.

Tot slot: Wiegmans ingehouden tranen

1562247253339-Schermafbeelding-2019-07-04-om-130039

Kort na de gewonnen halve finale stond Sarina Wiegman alweer voor de microfoon van verslaggever Jeroen Stekelenburg. Ze was zichtbaar van slag, op een goede manier. Haar ogen waren rood, ze keek een beetje verdwaasd, en zei letterlijk dat ze “pas over een maand of zes” zou kunnen geloven dat dit echt gebeurd was. “Ik zie het ook wel aan je dat je het nog niet beseft, want je staat hier onderkoeld,” zei de journalist. Geen idee wat ‘onderkoeld’ in Stekelenburgs woordenboek betekent, maar wij zagen duidelijk een geëmotioneerde coach.

Inderdaad hield Wiegman haar tranen wel wat meer uit het zicht – maar verborgen hield ze ze niet. Na de winst op Italië in de kwartfinale ging ze in gesprek met dezelfde verslaggever, die haar eerst berispend vroeg waar ze eigenlijk zo lang was geweest, want “ze waren haar kwijt”. Oprecht vertelde Wiegman dat ze even aan het bijkomen was geweest, in de kleedkamer van de staf. Dat ze door deze zegen even tot rust moest komen, dat de plek in de halve finale en een ticket naar de Olympische Spelen betekende dat “de film even werd teruggespoeld”, en ja, dat dat haar inderdaad raakte. Ze slikte, haar ogen waren nog rood van de tranen die ze voor zichzelf wilde houden, maar die niet te missen waren voor welke kijker dan ook. Chique en ontroerende tranen, even mooi en onberispelijk als haar blauwe bondscoachjasje en witte overhemd.

Die teruggespoelde film, daarmee doelde ze natuurlijk op het EK van 2017, dat ze met ongeveer hetzelfde team won. Dat EK was de grootste en mooiste prestatie van de Oranjevrouwen tot dan toe. Maar de Leeuwinnen werden populairder, en dus werd de druk ook groter. Dat waren de spelers, maar ook Sarina, niet gewend.

Van de Donk gaf aan de media-aandacht moeilijk te vinden, Van der Gragt kampte na het EK opnieuw met blessures, Miedema had rust nodig, en ook een aantal spelers zaten na afloop niet lekker in hun vel. Martens en Van de Sanden kregen sponsordeals, terwijl anderen nauwelijks aandacht kregen. Het team dat onverwoestbaar leek, viel eventjes uit elkaar.

Dat werd helemaal duidelijk na de verloren WK-kwalificatiewedstrijd in Oslo, waardoor ze in de play-offs terechtkwamen. “Alsof een perfecte groep in een keer begint te borrelen,” zoals Jackie Groenen het omschreef in het boek Samen Sterk van Annemarie Postma. Sarina moest gaan lijmen, ze moest haar team weer bij elkaar brengen en vertrouwen kweken. Na de verloren wedstrijd in Oslo stapte ze hoogstpersoonlijk op het vliegtuig naar Londen, Montpellier en Lyon, om met haar spelers te praten en erachter te komen wat er mis ging – alles deed ze om het team weer in gereedheid te brengen voor het naderende wereldkampioenschap, waar we nu naar kijken.

Of ze weer samen sterk zouden zijn moest nog maar blijken, onder toeziend én kritisch oog van Nederland. Gisteravond werd duidelijk dat dit glansrijk is gelukt, en dat is ook voor de coach nauwelijks te bevatten. Je hoeft geen traan te zien om te weten dat dit haar ontzettend ontroerd.