Deze man liet een stuk hersenen verwijderen en voelt nu geen angst meer

operatie pe creier ramas fara frică

Tot zijn 28ste vond Jody Smith het een heel eng idee dat hij ooit dood zou gaan. Dat kwam misschien wel doordat zijn vader en broer allebei waren overleden toen hij nog jong was, of doordat hij een defect aan zijn zenuwstelsel had. De angst zat hoe dan ook in zijn hoofd en ging niet weg – totdat hij een stukje uit zijn hersenen liet wegsnijden.

Hij liet zijn rechter amygdala weghalen, om precies te zijn. Deze kern van neuronen wordt ook wel de amandelkern genoemd en staat in verbinding met de cortex orbitofrontalis en ventromediale prefrontale cortex. Het circuit speelt een centrale rol bij onder meer het reguleren van angst.

Videos by VICE

Smith is inmiddels 32 jaar oud en kent geen angst meer. “Als ik zeg dat ik geen angst meer voel, bedoel ik daar niet zomaar elke angst mee,” zegt Smith, die nu in New York woont, in een e-mail. “Mensen gebruiken de woorden ‘bang’ en ‘angst’ voor allerlei dingen, zoals dat je bang bent voor meisjes of bang om te falen. Maar ik heb het over angst voor de dood of ernstige ongelukken. Die angst heb ik niet meer.”

Sinds zijn hersenoperatie is zijn “reptielenbrein-achtige gevaarontwijking” vervangen door “een wat logischere variant,” zoals hij het zelf omschrijft.

Selfie in de spiegel van Jody Smith met verband om zijn hoofd en bedrading.
Smith onderging een hersenoperatie omdat hij intense angst- en paniekgevoelens had.

Op zijn 26ste werd Smith met epilepsie gediagnosticeerd. Drie keer per dag kon hij vanuit het niets heel heftige emoties krijgen, die hem het idee gaven dat er iets ergs stond te gebeuren, of juist net gebeurd was, waardoor er een paniekerige vecht-of-vluchtreactie ontstond. Zelfs voor iemand die zijn hele leven lang al angstige gedachten had gehad, was dit een geheel nieuwe ontwikkeling.

Het was niet meteen duidelijk dat het epileptische aanvallen waren. In eerste instantie leek het niet veel voor te stellen, maar de ene keer bleek het toch nogal wat erger dan de andere keer te zijn.

Toen Smith een keer bij een familiebijeenkomst was voelde hij zijn klachten opspelen. Hij liep naar buiten om een frisse neus te halen en viel daar flauw. Twee minuten later kwam hij bij en zag hij dat hij in de tuin van de buren was gestruikeld. Hij herinnert zich niks meer. Niet veel later kreeg hij de diagnose.

“Een operatie was de enige manier om te voorkomen dat de aanvallen erger zouden worden en mijn brein nog verder beschadigd zou raken,” legt Smith uit. “Of nog erger – dat ik misschien wel dood zou gaan.” Na twee jaar lang verschillende medicijnen te hebben uitgeprobeerd, besloot hij onder het mes te gaan.

De operatie bestond uit twee delen. Eerst zouden de chirurgen diep in zijn brein sondes aanbrengen en daarna een week lang een aanval proberen uit te lokken, zodat ze erachter zouden komen waar de oorzaak precies lag. Smith zegt dat hij zichzelf doelbewust aan het “martelen” was om dit voor elkaar te krijgen, wat hij vooral probeerde door niet te slapen en op vol volume naar Skrillex te luisteren. Op een zeker moment schreven de artsen hem nog een biertje voor om het proces een extra zetje te geven.

Na een week volgde er een neuropsychologische test en besloten de artsen zich op de temporale kwab te richten: ze zouden de voorste helft van de rechterkwab verwijderen, en ook de amygdala en hippocampus aan de rechterkant. Drie dagen later mocht Smith het ziekenhuis weer verlaten. En hij merkte meteen dat er iets in hem was veranderd. “Ik hoorde geluiden die normaal gesproken tot een aanval zouden leiden, maar waar ik nu alleen gestrest van werd,” zegt hij. “En ik ontwikkelde ineens geheugenproblemen en ADD.”

Twee weken later gebeurde er ook iets anders: zijn angst voor de onvermijdelijke dood was ineens verdwenen. In eerste instantie leek dat vooral een positieve ontwikkeling, maar een ruim jaar na de operatie realiseerde hij zich wat de effecten daarvan waren op zijn angstreacties an sich.

Op een dag liep hij over straat en was er een vrouw die ineens heel hard begon te schreeuwen richting een groepje mannen aan de overkant. Ze wees ondertussen naar hem. De mannen staken over en renden in de richting van Smith. Hij wist zeker dat ze hem in wilden sluiten om hem te beroven, maar in plaats van ineen te krimpen van de angst liep hij gewoon dwars door ze heen – tot verbazing van de mannen, maar ook van hemzelf. “Ze waren blijkbaar best onder de indruk van mijn gebrek aan angst.”

Later reageerde hij een keer opvallend stoïcijns toen hij werd gebeten door een spin. “Ik keek er gewoon naar en probeerde hem niet eens meteen weg te slaan,” herinnert hij zich. “Ik dacht: oh, ik ben gebeten. Dat deed pijn. Wat moet ik nu doen?”

Smith begon te experimenteren met deze nieuwe vaardigheid en wilde de grenzen van zijn eigen dapperheid achterhalen. Hij begon enge situaties op te zoeken, zoals op een hoge rand staan en naar beneden in de diepte turen. Een verhoogde hartslag, klamme handjes, tintelende voeten – daar was Smith naar op zoek. Maar er gebeurde niets van dat alles.

“Ik hou erg van wandelen, dus ik kom wel vaker bij hoge kliffen, maar dit keer was het heel anders,” zegt hij. “Ik wilde nog steeds niet vallen en merkte nog steeds wel spanning als ik per ongeluk iets uitgleed, maar eng werd het niet. Dat was het moment dat ik echt met mijn angst begon te experimenteren: doelbewust langs de afgrond lopen om te kijken wat dat met mijn instinct zou doen.”

Het gebrek aan angst kwam vrij onverwachts voor Smith. Niemand had hem verteld dat de twee ingrijpende hersenoperaties ertoe zouden leiden dat hij eigenlijk helemaal geen angst meer zou kennen; dat het hem niet alleen zou verlossen van zijn chronische doodsangst, maar ook van zijn instinctieve reacties op gevaarlijke situaties. Verbaasd waren de medici ook niet, toen hij het vertelde. “Ik zei tegen mijn neurochirurg dat ik niet meer bang was voor de dood, en toen zei hij: ‘Ja, best logisch. Ik heb je rechter amygdala eruit gehaald.”

Beelden van de operatie.
Beelden van de operatie.

Sanne van Rooij, universitair docent psychiatrie en gedragswetenschappen aan de Emory-universiteit in de Amerikaanse staat Georgia, doet al jaren onderzoek naar de verwijdering van amygdalae. Het verbaast haar ook niet dat Smith helemaal geen angst meer ervaart. “Het lijkt me erg waarschijnlijk dat je geen angst meer kunt voelen als je je rechter amygdala laat verwijderen,” schrijft ze in een e-mail. “Dat zou volledig in lijn liggen met eerdere gevallen van mensen met epilepsie die een soortgelijke ingreep hebben ondergaan.”

In 2020 was Van Rooij betrokken bij een onderzoek naar twee patiënten bij wie een posttraumatische stressstoornis was vastgesteld, wat vooral betekende dat ze heftige angstreacties kregen bij dingen die hen aan hun trauma’s deden denken. Nadat bij beiden de rechter amygdala was verwijderd, voldeden ze geen van beide meer aan de criteria voor PTSS.

“De basolaterale amygdala is van cruciaal belang om angstige prikkels te verwerken en die te verbinden met informatie uit de hippocampus,” legt Van Rooij uit. “Door de hele rechter amygdala te verwijderen, kun je dit proces enorm beïnvloeden. Het kan ertoe leiden dat je geen angst meer ervaart wanneer je sensorische informatie binnenkrijgt die normaal gesproken tot een angstreactie zou leiden.”

Langs de rand van een afgrond lopen triggert bij Smith dus geen van de eerdergenoemde kettingreacties die tot een angstig gevoel leiden. De sensorische informatie wordt waarschijnlijk naar de temporale kwab gestuurd, maar het deel van de amygdala dat er normaal gesproken voor zorgt dat de alarmbellen afgaan, ontbreekt nu. Er volgt geen adrenaline, geen prikkeling van de zintuigen – want er ontbreekt een cruciale dominosteen.

Zoals gezegd zijn er meer van dit soort gevallen bekend. De klimmer Alex Honnold was in juni 2017 bijvoorbeeld de eerste persoon die zonder touwen de 2307 meter hoge bergwand El Capitan in Yosemite National Park wist te beklimmen, en hij zou een beduidend kleinere amygdala hebben. Daar kwamen neurowetenschappers achter toen ze een MRI-scan van zijn hersenen maakten en hem ondertussen beelden lieten zien die een vecht-of-vluchtreactie zouden moeten aanwakkeren, zoals van spookhuizen en oorlogsgebieden.

Het bleek onmogelijk om zijn amygdala te stimuleren. Dat zou volgens wetenschappers op z’n minst gedeeltelijk zijn schijnbare gebrek aan angst kunnen verklaren – en in het verlengde daarvan zijn vermogen om zorgeloos en zonder touwen een berg op te klauteren.

Zou je dan ook kunnen zeggen dat mensen zonder amygdala makkelijker in gevaarlijke situaties belanden? Lopen Smith en Honnold meer risico’s als er geen alarmbellen afgaan? Niet per se, als we afgaan op de huidige kennis.

“Angst is voor de mens van oudsher een belangrijk overlevingsmechanisme geweest, maar in de huidige samenleving geldt dat een stuk minder,” zegt Van Rooij. “Vroeger waren we afhankelijk van zintuiglijke prikkels, maar tegenwoordig leren we zelf al aan wat de gevaarlijkste bedreigingen zijn.” Sterker nog, je hebt er zelfs vrij weinig aan om sterk te reageren op prikkels die verband houden met een stressvolle gebeurtenis uit het verleden, als dat geen levensbedreigende situatie was.

Dat komt overeen met het verhaal van Smith. Hij is dan wel niet meer zo bang voor de dood, maar kan nog wel gewoon gevaar registreren: zintuiglijke informatie bewust interpreteren, de situatie analyseren en bepalen wat er moet gebeuren om zichzelf niet in gevaar te brengen. Dat bedoelde hij met die “logischere variant” van angst.

“Ik wil nog steeds gevaar vermijden, maar mijn instinct om dat te doen is vrijwel weg,” zegt hij.

En dat niet alleen: hij is ook veel extraverter en spraakzamer geworden, en zijn afkeer van onhygiënische dingen is ook afgenomen. “Vroeger was ik vaak bang dat mijn handen vies zouden worden, maar nu denk ik gewoon dat het zichzelf wel oplost,” zegt hij. En afgezien van een paar momenten waarop zijn gebrek aan angst hem in de problemen bracht, is hij eigenlijk veel voorzichtiger geworden sinds hij bewust moet nadenken over mogelijk gevaar. Los van de wat kleine geheugen- en concentratieproblemen voelt hij zich beter dan ooit: zijn leven is veel makkelijker geworden.

Dat roept ook de vraag op waarom we die amygdala überhaupt hebben. Levert dat ding niet meer problemen op dan het oplost, door steeds maar weer op dat paniekknopje te drukken en elke keer ons brein te overladen met stress? Zouden we, zoals Smith, niet beter af zijn zonder dit ding in ons brein ?

Niet helemaal. Van Rooij legt uit dat er een belangrijk verschil zit tussen een goed functionerende amygdala en een slecht functionerend angstsysteem, zoals bij Smith het geval was. Deze mensen lieten hun amygdala weghalen omdat ze sporadisch stress en paniek kregen van dingen die eigenlijk helemaal niet relevant zijn voor het leven hier en nu.

In zulke gevallen is het beter om een schakel uit de keten te halen – maar verder kun je die keten het beste gewoon intact houden.

Selfie in de spiegel van Jody Smith met verband om zijn hoofd en bedrading.
De chirurgen verwijderden de voorste helft van de rechter temporale kwab, amygdala en hippocampus.

“Normaal gesproken heb je je amygdala nodig om angst te verwerken en daar informatie uit de hippocampus bij te betrekken – dat is belangrijk om je gedrag in goede banen te leiden,” zegt Van Rooij. “Er is geen reden om aan te nemen dat iemand die verder gezond is er baat bij zou hebben om geen angst meer te voelen. Maar als je amandelkern overdreven actief is en je angst niet op een goede manier wordt gereguleerd, zou het verwijderen van de rechter amygdala een manier kunnen zijn om niet in een constante staat van waakzaamheid te blijven zitten.”

In dat soort situaties wegen de voordelen om de amygdala te laten verwijderen volgens haar op tegen de mogelijke risico’s – vooral als je bedenkt dat mensen dan nog steeds gevaar kunnen herkennen.

Selfie van Jodie Smith, hij loopt buiten en lacht ontspannen naar de camera.
Smith, die inmiddels 32 is, kijkt nu totaal anders tegen angst aan.

Angst is belangrijk, maar ergens ook weer niet zo. Het is een van onze primitiefste emoties, maar tegelijkertijd ook maar een instinct: een reflex van het brein, een razendsnel samenspel van zintuiglijke input, chemische output en signalen. De meesten van ons kunnen er niet aan ontsnappen. En daar is niks mis mee, want het heeft ons ook beschermd. Maar we hebben het ook niet meer per se nodig om te overleven.

“Angst is mechanischer dan ik dacht,” zegt Smith. “Het is eerder te vergelijken met een soort hoofd- of buikpijn dan met gedachten of emoties. Het is fantastisch hoe simpel mijn brein en gevoelens eigenlijk blijken te zijn. Mijn verlammende angst voor de dood was gewoon niet helemaal wie ik was.”

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE US. Volg VICE België en VICE Nederland ook op Instagram.