Dit jaar lijkt studeren weer een beetje op hoe het er voor de pandemie aan toeging. Er kunnen weer liters bier en mierzoete shotjes gedronken worden in de kroeg, de collegezalen zitten weer ongemakkelijk vol, en vanaf dit weekend kan er zelfs weer tot middernacht gedanst worden in een club. En dat is natuurlijk heerlijk, maar soms kan het ook leiden tot vervelende situaties.
Begin van deze zomer bracht Amnesty International de resultaten van een onderzoek naar seksueel geweld onder studenten in het hoger onderwijs naar buiten, en een aantal van die resultaten waren behoorlijk schokkend. Zo is één op de tien vrouwelijke studenten tijdens haar studietijd verkracht. Veel van hen lopen hierna rond met problemen, die ook invloed hebben op hun studie. Toch is er maar drie procent van deze groep die na het meemaken van seksueel geweld hulp zoekt bij de universiteit of hogeschool – het lijkt erop dat mensen vaak niet goed weten waar ze hulp kunnen krijgen.
Videos by VICE
Naar aanleiding van deze resultaten heeft Amnesty samen met studenten een manifest opgesteld dat onderwijsinstellingen kunnen ondertekenen. Door dit manifest te ondertekenen, beloven instellingen onder meer dat ze alle studenten inlichten over waar zij hulp kunnen vinden als ze seksueel geweld meemaken, workshops aan gaan bieden over hoe te handelen als je getuige bent van seksueel grensoverschrijdend gedrag en ook trainingen aan docenten en vertrouwenspersonen te geven, zodat iedereen op een traumasensitieve manier omgaat met slachtoffers.
De Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam heeft het manifest in augustus als eerste ondertekend. Nu het studiejaar echt is begonnen, voeren studentenactivisten van Amnesty International deze week door het hele land actie om alle hogescholen en universiteiten aan te sporen het manifest ook te ondertekenen. Julie de Jong (21) voerde actie op de VU, waar het manifest al is ondertekend. Fenna Timsi (20) voert deze week actie op de Technische Universiteit (TU) Delft. VICE sprak hen over het actievoeren, over seksueel geweld en wat onderwijsinstellingen daar aan zouden kunnen doen.
VICE: Hoi, waarom zijn jullie aan deze actie begonnen? Julie de Jong: Ik ben eerder betrokken geweest bij de campagne van Amnesty die erop gericht was om de verkrachtingswetgeving aan te passen. In de wet is namelijk opgenomen dat er bewijs moet zijn van dwang wil iemand kunnen aantonen dat er een verkrachting heeft plaatsgevonden. Ik vind daarentegen dat iemand strafbaar moet zijn voor verkrachting als diegene wist dat de ander geen seks wilde, en dat toch heeft doorgezet. Het was voor mij dus een logische vervolgstap om consent ook bespreekbaar te maken op mijn eigen universiteit. Het is een erg relevant onderwerp, dat weet ik helaas ook uit eigen ervaring.”
Fenna Timsi: Ik begon afgelopen maart als activist voor deze campagne. Ik heb van jongs af aan gemerkt dat mannen en vrouwen anders worden behandeld. Op de universiteit hoorde ik steeds meer verhalen over seksueel geweld in mijn directe omgeving. Ik was dan ook niet verrast door de onderzoeksresultaten, maar wel teleurgesteld. Seksueel geweld is een structureel probleem dat in het hoger onderwijs voornamelijk vrouwelijke studenten benadeelt. Omdat ik zelf vrouw en student ben voelde ik me geroepen om me hiertegen uit te spreken.”
Hoe zorg je ervoor dat onderwijsinstellingen naar jullie luisteren? Julie: Fenna en ik zijn beiden activistenleider voor de Let’s Talk About YES-campagne van Amnesty International, maar we hebben veel vrijheid gekregen in hoe we het aanpakken. Ik heb zelf een groep gevonden die met me mee wilde doen. We wilden het manifest breed onder de aandacht brengen, dus hebben we al voor de zomer contact opgenomen met het College van Bestuur van de VU. Die zijn gelukkig snel met ons in gesprek gegaan hierover, we voelden ons meteen serieus genomen. De toenmalige rector magnificus vond het belangrijk om het manifest te ondertekenen, en op die manier een bijdrage te leveren aan de cultuurverandering die nodig is als het gaat om de sociale veiligheid van studenten.
Fenna: Ik heb ook zelf mensen om mij heen verzamelt die samen acties willen organiseren. Een klein oproepje op sociale media leidde tot heel veel reacties, maar ik heb ook zelf mensen aangesproken. Zo heb ik bij een workshop speksteen snijden een andere student aangesproken: ‘Ik hoorde dat jij van vrouwenrechten houdt!’ Kennelijk leeft het onderwerp onder studenten veel meer dan werd aangenomen, en niet alleen onder vrouwelijke studenten. Ik was ook echt blij dat twee mannelijke studenten zich hebben aangemeld, want dit onderwerp gaat hen ook aan. Delft heeft sowieso veel mannelijke studenten, dus is het extra belangrijk dat zij er ook bij betrokken worden. Deze week organiseren we met onze groep studenten van alles om het probleem van seksueel geweld onder de aandacht te brengen. Zo dragen mensen polsbandjes met ‘Let’s Talk About YES’, waardoor hopelijk gesprekken ontstaan, hebben we een lezing met een seksuologe, een workshop en een buitenbioscoop georganiseerd en een podcast opgenomen over het onderwerp.
Studenten krijgen relatief vaak met seksueel geweld te maken, maar dat vindt niet per se plaats op de universiteit of hogeschool zelf. In hoeverre is het de taak van onderwijsinstellingen om seksueel geweld aan te pakken? Julie: Als onderwijsinstelling heb je de taak om een veilig klimaat te scheppen voor al je studenten. Dit betekent in mijn visie ook dat je een meldings- en klachtenprocedure duidelijk zichtbaar maakt voor studenten in geval van seksueel misbruik. Ook moeten studenten die slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik de mogelijkheid krijgen om te praten met een vertrouwenspersoon, zodat er psychische nazorg geboden kan worden. Veertien procent van de studenten die seksueel geweld hebben meegemaakt zegt namelijk problemen te hebben tijdens hun studie.
Fenna: Het is heel makkelijk om tegen studenten te zeggen; ‘jullie ervaren het, dus jullie moeten het zelf oplossen.’ Maar het is ook belangrijk dat het overkoepelende orgaan waar deze studenten rondlopen ziet dat ze een grote rol kunnen spelen in het voorkomen van seksueel geweld, en dat ze hulp kunnen bieden.
Hoe zouden hoger onderwijsinstellingen dat dan moeten doen? Julie: Op middelbare scholen ligt het accent bij informatievoorziening met name op het gebied van veilige seks in de vorm van het voorkomen van zwangerschappen en soa’s. Er wordt te weinig aandacht besteed aan het belang van consent: seks met wederzijdse instemming. Het is daarom extra belangrijk dat deze informatie in het hoger onderwijs wel beschikbaar is. Onderwijsinstellingen zouden trainingen kunnen aanbieden aan studenten, zoals de omstanderstrainingen van Fairspace. Ook is het belangrijk dat mentoren, vertrouwenspersonen en andere medewerkers die zijn aangesteld voor het welzijn van studenten, goed worden getraind bij het bieden van hulp wanneer er sprake is van bij seksueel geweld.
Fenna: Ik hoor van studieadviseurs dat ze dit probleem ook graag zouden aanpakken. Zij weten bijvoorbeeld vaak niet waar ze iemand heen kunnen sturen die seksueel geweld heeft ervaren, terwijl dit wel belangrijk is. Goede training is daarom essentieel. Daarnaast is het belangrijk dat een oplossing niet top down tot stand komt, maar dat studenten actief worden betrokken bij het beleid.
Denken jullie dat universiteiten en hogescholen het manifest gaan ondertekenen? Julie: De VU heeft op 24 augustus als eerste Nederlandse hoger-onderwijsinstelling het manifest tegen seksueel geweld ondertekend. Het kwam voor hen precies op het goede moment, omdat ze al langer bezig waren met dit onderwerp. Het is super dat ze het zo snel hebben ondertekend, en ik hoop dat andere hogere onderwijsinstellingen hun voorbeeld zullen volgen.
Fenna: Soms heb ik wel het idee dat we een beetje van het kastje naar de muur worden gestuurd, dat gebeurt sowieso vaak als het over dit onderwerp gaat. De politiek wijst naar onderwijsinstellingen, onderwijsinstellingen wijzen naar studenten en studenten naar elkaar. Elke instantie heeft het gevoel dat zij zelf de volledige verantwoordelijkheid moeten nemen, maar dat is niet waar deze actie op draait. Het gaat uiteindelijke om een shared responsibility om een veilig studieklimaat en om een cultuurverandering teweeg te brengen. De onderwijsinstellingen zijn daar zeker een belangrijk onderdeel van omdat ze een groot verschil kunnen maken. Wij zijn nog in gesprek met TU Delft en verwachten dat ze gaan tekenen omdat veel studenten belangstelling voor onze actie tonen. Dat laat zien dat het probleem leeft onder studenten en geeft een duidelijk signaal af.”
Als iedereen het manifest heeft ondertekend, zit jullie werk er dan op? Julie: Ik zie het ondertekenen van het manifest als een symbolische eerste stap. Nu ligt het accent op het naleven van de aanbevelingen die in dit manifest zijn neergelegd.
Fenna: Ik hoop dat meer onderwijsinstellingen het manifest gaan ondertekenen. Het wordt ze op die manier makkelijker gemaakt om het probleem van seksueel geweld aan te pakken, niet moeilijker. Maar het manifest ondertekenen is inderdaad maar een eerste stap. Het moet ook daadwerkelijk worden nageleefd, op een constructieve en effectieve manier. Het is een lang proces, maar een cultuuromslag kost altijd veel werk en energie. We moeten toe naar een ondersteunende cultuur als het gaat om seksueel geweld.