Tech

Doe een vluchteling een mini-zonnepaneel cadeau (en houd er zelf ook een)

Dit Nederlandse bedrijf maakt gebruik van alle chaos rondom de Consumer Electronics Showc (CES 2016) om aandacht te trekken voor het wereldwijde vluchtelingenprobleem.

WakaWaka (de naam betekent “schijn licht” in Swahili) maakt een serie van draagbare opladers op zonne-energie, die gebruikt kunnen worden om de meeste USB-apparaten op te laden, zoals telefoons en tablets, en het apparaat functioneert ook als LED-zaklamp.

Videos by VICE

Het bedrijf steekt uit boven de andere draagbare opladers die al op de markt zijn, door hun interessante en afwijkende bedrijfsmodel: voor ieder apparaat dat wordt gekocht (voor $79 per stuk), stuurt WakaWaka een gratis exemplaar naar het International Rescue Committee (IRC). Dit is een hulporganisatie die vluchtelingen helpt door hun gezondheidszorg en educatie te bieden, en andere sociale diensten te verlenen.

Het bedrijf vertelde mij op CES dat zij met hun “koop er een, geef er een”-model als doel hebben over de hele wereld mensen die geen goede verlichting hebben, te helpen.

“De gemiddelde Amerikaan is niet op de hoogte van het gebrek aan elektriciteit, ook al hebben de VN en andere NGO’s al tientallen jaren aan dit probleem gewerkt,” vertelde Jehmu Greene, CEO van WakaWaka. “Er bestaan 3 miljard mensen over de hele wereld die last hebben van gebrek aan elektriciteit. Dit bedrijf is opgericht om licht en elektriciteit te brengen naar de plaatsen waar het het meeste nodig is.”

Tijdens CES doneert het bedrijf maximaal 1.000 LED-zaklampen aan het IRC voor iedere Twitter- en Instagramselfie met de hashtag “#ShareTheSun, waarbij men met gesloten ogen op staat (om aan te geven hoe het is om geen licht te hebben). Tot en met donderdagmiddag zijn er al 200 selfies gedeeld, vertelde WakaWaka me.

“Iedereen heeft recht op betrouwbare elektriciteit,” zegt Camille van Gestel, mede-oprichter van WakaWaka. “Het maakt niet uit of iemand van $2 of $2.000 per dag leeft. Iedereen verdient toegang tot elektriciteit en dat is waarom wij hier zijn.”