Crime

Het is bij de Verenigde Naties bijna onmogelijk om seksueel misbruik aan te kaarten

Het VN-hoofdkwartier in New York

Toen Greta* in 2017 thuiskwam in haar appartement in Genève, zag ze dat ze heel veel berichtjes en gemiste oproepen van Emir had, die destijds haar baas was. Ze voelde zich niet goed en was in de war. Hun verhouding was heel vriendschappelijk begonnen, maar was na een verloop van tijd steeds giftiger geworden.

Ze besloot hem toch terug te bellen.

Videos by VICE

Ze werkten op dat moment allebei voor een gespecialiseerde organisatie binnen de Verenigde Naties. Emir was ouder en had een hogere functie dan Greta. Ze was bang voor hoe hij de volgende dag zou reageren als ze hem zou blijven negeren. Emir, die getrouwd was, zei tegen haar dat hij van zijn vrouw wilde scheiden. Hij voelde zich niet lekker en wilde met haar afspreken om te benadrukken hoeveel hij voor haar voelde.

De maanden daarvoor waren voor Greta erg stressvol en ingewikkeld geweest. Al snel nadat ze bij de VN begon te werken, realiseerde ze zich dat haar afdeling geen gezonde werkplek was. In een gezaghebbend intern rapport stond destijds dat er “roddels rondgingen” en er “gesaboteerd” werd. Leidinggevenden werden gewaarschuwd dat ze beoordelingsgesprekken niet “als wapen” mochten gebruiken. Greta werd vanaf dag één gepest en vanaf het begin van 2017 werd dat alleen nog maar erger. Ze besloot bij Emir, haar directe leidinggevende, te klagen.

Vanaf dat moment toonde hij interesse in haar. In eerste instantie ging ze niet in op zijn avances, maar omdat hij haar maanden bleef lastigvallen en ze zich onder druk gezet voelde, begon ze ook bepaalde gevoelens voor hem te ontwikkelen, al gebeurde er verder niks fysieks. Greta voelde zich machteloos, had constant migraines en kreeg zelfs suïcidale gedachten.

Toen Emir bij Greta aankwam, gingen ze samen naar haar slaapkamer in het souterrain om over de situatie te praten. Daar begon Emir pusherig te doen en probeerde hij haar uit te kleden. “Ik kan dit niet,” zei Greta. “Je weet dat ik dit niet kan.” Ze duwde zijn handen weg en hoorde de stof van haar jurk scheuren, omdat hij die nog steeds vasthield. “Ik kan dit niet doen,” zei Greta nogmaals. Ze begon zich wanhopig te voelen, maar hij bleef doorgaan.

Na afloop voelde Greta zich leeg en gebruikt. “Ik voel me beter, maar ik ben nog steeds ziek en heb je hulp nodig,” zei Emir tegen haar. “Als je me gaat haten, zou ik daar kapot aan gaan.” 

Een paar dagen later ging ze naar een psycholoog. “Het was waarschijnlijk mijn eigen fout,” zei Greta. “Misschien wekte ik op een bepaalde manier zijn interesse. Het kan geen verkrachting zijn, want niemand was me aan het slaan.” De psycholoog zei dat ze symptomen vertoonde van het stockholmsyndroom – ze voelde sympathie voor haar gijzelnemer.

Weer een paar dagen later ging ze terug naar haar werk. Ze had niet meer op Emirs appjes gereageerd, en ze vond het pijnlijk om hem op de gang zien lopen. Hij deed alsof er niks was gebeurd. Het werd nog erger toen Emir haar een week later vertelde dat er een anonieme klacht tegen haar was ingediend, over “een ongeoorloofde externe activiteit” – ze had in haar vrije tijd namelijk wat advieswerk gedaan voor een andere VN-organisatie, wat ze een maand eerder al tegen hem had gezegd. Emir zei dat er een officieel onderzoek zou worden ingesteld, en dat ze misschien maar beter ontslag kon nemen om haar reputatie te redden. Greta was ervan overtuigd dat Emir de klacht zelf had ingediend, wat hij zelf ontkende. 

Greta vond het geen prettig idee om naar de politite te stappen. Ze was nog aan het verwerken wat er was gebeurd en had haar handen vol aan haar eigen mentale toestand, die steeds fragieler werd. Als senior personeelslid van de VN had Emir diplomatieke onschendbaarheid, waardoor hij was vrijgesteld van de Zwitserse nationale wetten. Die immuniteit is er natuurlijk niet voor bedoeld dat VN-werknemers niet vervolgd kunnen worden voor aanranding, maar maakt het onbedoeld wel moeilijker. In plaats van meteen een zaak te kunnen beginnen, moesten de Zwitserse autoriteiten eerst toestemming krijgen van de de directeur-generaal van Greta’s VN-organisatie, die moest bepalen in hoeverre de immuniteit van toepassing was op dit specifieke geval.

Greta diende een interne klacht in tegen Emir, wegens verkrachting, intimidatie en machtsmisbruik. Ze wist alleen niet dat dit zou leiden tot een langdurig en pijnlijk onderzoek achter gesloten deuren, door twee afzonderlijke risico-adviesbureaus die op de loonlijst stonden van haar werkgever. Dat blijkt uit documenten die werden gezien door VICE.

De immuniteit maakt deel uit van een VN-conventie uit de begindagen van de organisatie. 26 juni 1947 om precies te zijn. Toen arriveerde de Amerikaanse minister van Buitenlandse zaken George C. Marshall bij het toenmalige hoofdkantoor – een betonnen gebouw in Nassau County, in de Amerikaanse staat New York, dat de VN deelde met een wapenfabrikant. Daar ging Marshall de met groen beklede kamer van de Economische en Sociale Raad binnen, en tekende hij het Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de Verenigde Naties – een sleutelmoment voor de toen nog jonge organisatie.

De gedachte was: als de VN er daadwerkelijk in wilde slagen om voor vrede, veiligheid en mensenrechten op te komen, dan moest de organisatie onafhankelijk en autonoom kunnen opereren. En al helemaal te midden van alle landen die na de Tweede Wereldoorlog in het machtsvacuüm wilden springen én met de Koude Oorlog in aantocht.

De onafhankelijkheid is gewaarborgd, omdat dit verdrag is ondertekend door 162 van de 193 lidstaten. Het zorgt ervoor dat de organisatie absolute immuniteit geniet, senior werknemers diplomatiek onschendbaar zijn en de rest van het personeel “functionele immuniteit” heeft. Het wordt zo genoemd omdat die immuniteit alleen van kracht is wanneer de werknemers met officiële werkzaamheden bezig zijn. Wie op een waarnemingsmissie is in een oorlogsgebied, zou bijvoorbeeld niet gearresteerd mogen worden omdat hij te veel observeert. En een diplomaat mag bijvoorbeeld niet gearresteerd worden als hij dictators erop wijst dat er mensenrechten worden geschonden.

Maar deze immuniteit heeft ook gevolgen voor VN-medewerkers die seksueel misbruikt of geïntimideerd worden – een probleem waar de organisatie al langer mee worstelt. De vooruitzichten op gerechtigheid zijn meestal klein voor slachtoffers van seksueel misbruik: verdachten van verkrachting worden vaak niet vervolgd omdat het te lastig te bewijzen is, of omdat er überhaupt geen aangifte wordt gedaan. En voor VN-medewerkers is de kans op gerechtigheid zelfs nog veel kleiner. Zaken die met seksueel geweld te maken hebben zijn tijdgevoelig, en de extra tijd die nodig is om te bepalen of de immuniteit van toepassing is of opgeven moet worden, kan van invloed zijn op het politieonderzoek of de strafrechtelijke vervolging. En aangezien het geen onafhankelijke politieagenten zijn die de feiten in eerste instantie vastleggen, maar VN-medewerkers, is de kans ook groter dat er met bewijsmateriaal wordt gesjoemeld of dat getuigen of slachtoffers worden bedreigd.

Stéphane Dujarric, een woordvoerder van de secretaris-generaal, wil graag duidelijk maken dat de immuniteit niet bedoeld is voor persoonlijke doeleinden. “De immuniteit is alleen van toepassing op operaties van de Verenigde Naties,” zegt hij. “En de organisatie zal waar nodig altijd samenwerken met nationale autoriteiten om zulke misdaden te vervolgen.”

“De secretaris-generaal heeft het recht en de plicht om elke immuniteit op te heffen als hij vindt dat de omstandigheden daar aanleiding toe geven. We willen benadrukken dat de organisatie geen personeel beschermt dat misdaden begaat.”

De eerste keer dat er openlijk werd gesproken over seksuele misdrijven bij VN-vredesmissies, was toen in 2005 het Zeid-rapport werd gepubliceerd. Volgens de huidige secretaris-generaal António Guterres maakt echter vooral het burgerpersoneel zich hier schuldig aan, en niet zozeer de vredeshandhavers. In 2019 werden er volgens een rapport van Guterres zelf alleen al 95 beschuldigingen van “seksueel misbruik en uitbuiting” jegens het burgerpersoneel geuit. Seksuele intimidatie werd daar nog niet eens bij meegerekend, omdat dat niet onder de definitie viel die gehanteerd werd. Uit een intern onderzoek van Deloitte onder 30.364 VN-medewerkers bleek echter dat een op de drie medewerkers geïntimideerd werd, voornamelijk vrouwen. De vijftien gespecialiseerde organisaties van de VN, waaronder de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldgezondheidsorganisatie, hebben hier ook geen openbare gegevens over.

Sinds #MeToo zijn er opmerkelijk meer zaken tegen hoge VN-functionarissen aangespannen. Prashanti Tiwari, die werkte voor een organisatie die was ingehuurd door het VN-Bevolkingsfonds, beschuldigde haar divisievertegenwoordiger Diego Palacios ervan dat hij haar in 2017 seksueel zou hebben misbruikt in een lift. Ze maakte melding bij de lokale politie, maar zij konden niks doen vanwege de immuniteit van Palacios. Tiwari beschuldigde de VN ervan het onderzoek te hinderen. 

In 2017 werd Ravi Karkara, een hoge functionaris die voor taakgroep UN Women werkte, beschuldigd van seksueel wangedrag met verschillende jonge mannen. Ook zijn immuniteit werd niet opgeheven, maar hij werd wel ontslagen – “de meest vergaande maatregel die binnen de VN getroffen kan worden,” aldus een VN-woordvoerder.

Deze immuniteit is al meerdere keren het onderwerp geweest van een rechtszaak. In 2004 beschuldigde de Amerikaanse medewerker Cynthia Brzak bijvoorbeeld Ruud Lubbers ervan – de Nederlandse oud-premier die destijds hoge commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) was – haar in zijn kantoor te hebben aangerand. Haar bewering werd onderschreven door een intern rapport, en ook vier andere vrouwen kwamen met aantijgingen. Toch besloot secretaris-generaal Kofi Annan om zijn immuniteit niet op te heffen, zelfs nadat het rapport was uitgelekt naar de media en Lubbers af moest treden.

Veel VN-medewerkers die seksueel misbruikt zijn, proberen ook aan de hand van het interne rechtssysteem van de VN een zaak te maken – wat heel ingewikkeld is. De zaken van medewerkers van het secretariaat, het grootste orgaan, worden afgehandeld door het Bureau voor Intern Toezicht (OIOS), dat de laatste jaren overigens wel wat kritiek heeft gekregen. Bij de gespecialiseerde organisaties lopen de processen ook nog eens erg uiteen. In sommige gevallen worden er bijvoorbeeld externe risico-adviesbureaus ingeschakeld, die vooral bedoeld zijn om de risico’s voor de werkgever in te schatten, en niet om seksueel misbruik tot op de bodem uit te zoeken en aan de kaak te stellen. Tussen 2002 en 2006 trok de VN hier 318 miljoen dollar voor uit. (Dit zijn de meest recente cijfers die hiervan beschikbaar zijn.)

“De enige rode draad binnen het VN-systeem is dat je altijd onderzocht en beoordeeld zal worden door mensen die voor dezelfde werkgever werken,” zegt Paula Donovan. Zij is medeoprichter van de Code Blue Campaign, een ngo die zich inzet om VN-personeel dat zich schuldig maakt aan seksueel misbruik daar niet mee weg te laten komen. “Vooringenomenheid zal er altijd zijn. Het is een gesloten systeem, er wordt niks aan controle gedaan.” De immuniteit heeft ook betrekking op documenten, woorden en daden bij de VN, wat het voor lidstaten en journalisten lastig maakt om er toezicht op te houden. En bij de VN bestaat er ook niet zoiets als een wet omtrent de vrijheid van informatie.

Een woordvoerder van het OIOS zegt dat ze als onafhankelijke organisatie meer dan honderd medewerkers over de hele wereld hebben, en vaak aan externe controle worden onderworpen door verschillende adviescommissies. “De bureaus, fondsen en programma’s zijn meestal gecentraliseerd en kunnen plotselinge toenames in vraag meestal niet aan – daarom wordt vaak gebruikgemaakt van externe adviseurs,” staat in het statement. “We beamen niet dat we op wat voor manier dan ook inherent vooringenomen zijn in onze aanpak.”

Zowel het OIOS als de secretaris-generaal hebben geen directe autoriteit over de gespecialiseerde organisaties, die onafhankelijk van het hoofdorgaan van de VN opereren, en dus konden allebei ook niet ingaan op de specifieke zaak van Greta. “Hoewel er via de Uitvoerende Raad van de VN voor Coördinatie wordt gepoogd om harmonie te creëren, zijn de gespecialiseerde organisaties daar niet toe verplicht,” legt Dujarric uit. Daarom huren ze adviseurs van buitenaf in om onderzoek uit te voeren.

De wettelijke normen kunnen per VN-organisatie verschillen, zegt Donovan, die zelf ooit bij het Wereldvoedselprogramma met iemand samenwerkte die seksueel misbruikt werd. Daar werd “buiten redelijke twijfel” als norm gehanteerd, maar het is in de praktijk lastig om zo’n misstand zo onomstotelijk te bewijzen. “Je legt de drempel alleen zo hoog als de straf zo extreem gaat zijn dat de daders twintig jaar in de gevangenis moeten. Dus het is belachelijk om dit in zo’n besluit terug te zien.”

De huidige secretaris-generaal António Guterres heeft gezegd dat hij er wat tegen wil doen. Een paar dagen nadat zijn ambtstermijn begon, op 18 september 2017, gaf hij aan: “Het is een morele en organisatorische noodzaak om een einde te maken aan seksuele uitbuiting en misbruik.” Dat vertaalde zich in een zerotolerancebeleid bij de VN. Volgens critici zoals Donovan was dit gebaar echter vooral voor de bühne. De enige autoriteit die de VN zou mogen hebben bij zaken van seksueel misbruik, legt ze uit, is om na te gaan of het vergrijp zich zou kunnen hebben voorgedaan voordat het aan de juiste autoriteiten is doorgegeven. “Maar de VN gaat altijd een stapje verder, en onderzoeken iets waar ze geen bevoegdheid of training voor hebben.”

In november 2017 diende Greta een klacht in bij de Zwitserse politie, om een straatverbod tegen Emir voor elkaar te krijgen. De afgelopen maanden kreeg ze aan de lopende band berichtjes en telefoontjes van Emir, die zelfs contact opnam met haar vrienden. Toen ze op een dag de trein instapte in Genève, zag ze hem in de wagon voor haar zitten. Greta raakte in paniek en rende bij het volgende station weg over het perron. Ze zag geen andere uitweg.

Toen het politieonderzoek eenmaal liep, kreeg Emir een functie bij een andere VN-organisatie, waarvoor hij ook naar een ander land verhuisde. Omdat het niet meer binnen hun jurisdictie viel, lieten de autoriteiten de zaak vallen. Daarom concentreerde Greta zich op de interne klacht. Ze had destijds nog goede hoop dat het tot de opheffing van zijn immuniteit zou leiden en hij uiteindelijk zou boeten voor zijn daden. Maar het werd een lang en pijnlijk proces.

In de zomer van 2018 zat Greta in het kantoor van haar advocaat. Tegenover haar zat een inspecteur van een klein risico-adviesbureau dat het onderzoek had overgenomen van Ernst & Young, het bedrijf dat het onderzoek was begonnen. Haar advocaat, die 26 jaar ervaring heeft met zaken waar VN-werknemers bij betrokken zijn, zat naast haar. 

Greta was zenuwachtig – haar geestelijke gezondheid was er sinds het begin van het onderzoek niet bepaald op vooruitgegaan. Haar psychiater had inmiddels een depressie en een posttraumatische stressstoornis bij haar vastgesteld, en deze afspraken met het risico-adviesbureau werkten als trigger. De laatste afspraak, die vijf maanden eerder had plaatsgevonden, was vreselijk geweest. Greta beleefde toen haar traumatische herinneringen opnieuw, van zowel het manipulatieve gedrag van Emir als de verkrachting. De inspecteur had een agressieve toon – het leek eerder een verhoring dan een onderzoek. Halverwege ging ze naar de wc om te huilen. Twee dagen later lag ze in het ziekenhuis, omdat haar migraine zo erg was dat ze nauwelijk meer kon lopen en ze haar ogen niet open kon houden.

Dat is echt typisch voor interne onderzoeken bij de VN, zegt de advocaat van Greta, die in zijn carrière zo’n twintig zaken van seksueel misbruik bij de VN heeft gehad. Niet een keer werd iemands immuniteit opgeheven, maar een paar zaken leidden wel tot ontslag. Hij legt uit dat er vaak geen eerlijk proces mogelijk is, omdat de hoorzittingen gesloten zijn en er geen extern toezicht op de uitspraken is. Technisch gezien is hij ook niet eens echt de advocaat van Greta, maar een derde partij die haar bij deze bijeenkomsten mag vergezellen. Daarom zijn er ook grenzen aan wat hij voor zijn cliënten kan doen. Inspecteurs hebben bijvoorbeeld de bevoegdheid om hem weg te sturen als zich te veel als echte advocaat gedraagt.

Het onderzoek werd begin 2019 afgerond, en Greta’s aanklacht werd ongegrond bevonden. Zij en haar advocaat weten niet wat ze nog meer hadden kunnen doen. Ze hadden een schriftelijke getuigenis van meerdere vrienden en haar hospita ingediend, die op dezelfde dag nog hadden aangegeven dat Greta de ontmoeting als niet-consensueel en gedwongen had ervaren. Een vriendin beschreef hoe Greta haar in paniek had opgebeld. Maar in het definitieve onderzoeksrapport, dat VICE heeft ingezien, is dit allemaal verworpen. Greta zou zich er pas achteraf tegen hebben uitgesproken, wat impliceert dat ze dat niet deed omdat ze verkracht was, maar omdat ze er spijt van had dat ze met een getrouwde man naar bed was gegaan – precies het argument van Emir.

In het rapport stond wel dat Greta’s bewering over intimidatie gedegen was en dat Emir “waargenomen machtsmisbruik” had laten zien. Er stond ook in dat Emir zich niet had teruggetrokken uit het afzonderlijke onderzoek tegen Greta – ondanks het duidelijke belangenconflict. Emir, inmiddels bij de andere VN-organisatie, ontkende alle beschuldigingen. Er volgde geen straf en zijn immuniteit bleef intact. Greta voelde zich verslagen, omdat haar zaak onder het tapijt leek te zijn geveegd om de reputatie van haar bureau te beschermen. En aangezien het interne rechtssysteem van de VN zijn uitspraak al had gedaan, had ze weinig mogelijkheden om verdere juridische stappen te zetten. Bovendien was ze het fysiek niet in staat om zich weer in een nieuw onderzoek te storten, met alle paniekaanvallen die het had veroorzaakt.

Toch is de strijd nog niet gestreden. In de zomer van 2019 diende Greta een nieuwe klacht in bij Emirs nieuwe werkplek, in de hoop dat er een ander resultaat uit zou komen. In november kreeg ze een officieel antwoord van de VN-organisatie: een e-mail van twee alinea’s waarin haar aanklacht “op het eerste gezicht” was afgewezen, omdat het onderzoek al was uitgevoerd. Ze las het voor terwijl we met haar belden, en ze brak in tranen uit. “Dit is zo beledigend,” zei ze. Toen herpakte ze zichzelf en zei ze: “Er is geen gerechtigheid binnen de VN. Als je een klacht indient, word je gewoon vermorzeld.”

*Namen zijn wegens privacyredenen aangepast.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE US