Een gespannen middagje sake drinken met de Japanse Yakuza

japanse yakuza

Het begon allemaal met een bezoek aan de tatoeagestudio van de legendarische tebori-kunstenaar Horiyoshi III. Hij is een van de beste tatoeëerders die er rondlopen en een favoriet van de Yakuza. Toen ik hem vroeg waarom zoveel Yakuza-leden zijn studio bezoeken zei hij, vol zelfvertrouwen: “De Yakuza drinken bij de beste bars, ze leggen het aan met eersteklas vrouwen en nemen eersteklas tatoeages.” Toen vervolgens een paar jonge Yakuza-leden zijn shop binnenwandelden was dat dan ook geen enorme verrassing. Ze vroegen me of ik van oicho-kabu-kaarten had gehoord, en of ik gokken tof vond.

Ik vertelde ze dat ik een paar maanden geleden ben gestopt met pianospelen, wat een soort bargoense verwijzing was naar het gokken op pachinko-gokautomaten. Ze lachten. Ik wist niet zeker of het een spottende lach was, of dat ze de verwijzing daadwerkelijk geestig vonden. In ieder geval boden ze me aan oicho-kabu te leren spelen. De kaarten kwamen op tafel, naast een stalen bak met HOPE-sigarettenpakjes, aanstekers en Japanse dominospelletjes.

Videos by VICE

Terwijl we speelden spraken we over de Yakuza en het imago dat het grote publiek van hen heeft, maar dat grotendeels niet klopt. In Japan staan ze bekend onder de naam Gokudō. Meestal worden ze een transnationaal misdaadimperium genoemd. Het Japanse equivalent van de Maffia, dus. Ik heb vele verhalen gehoord van Yakuza-boefjes: keurig in ‘t pak, de haren blond geverfd, onderwijl mensen in nachtclubs tot moes aan het rammen en buitenlanders gigantische rekeningen laten betalen in bordelen.

Hun hyperstrikte regels zijn eveneens legendarisch – volledig toegespitst op het bewaken van hun idealen over eer en glorie. Het deed me sterk denken aan mijn eigen ervaringen met mijn lidmaatschap van een motorbende, waar respect alles is.

“Respect” is een deugd die overal ter wereld gecorrumpeerd is, maar het is er een waar de Yakuza heel fel op is.

Na een paar gerookte sigaretten en verprutste domino-spelletjes vertelde ik ze eerlijk over mijn lidmaatschap van een motorclub. Ze waren erg geïnteresseerd in het feit dat als je in Australië tot criminele organisatie bent bestempeld, je niet langer tatoeage-studio’s kunt runnen. Dat gebeurde bij de bende waar ik lid van was, ondanks het feit dat dat vak al sinds de jaren zeventig niet los te denken is van de motorbendecultuur.

Op hun beurt vertelden de Yakuza-leden me over de overheidsvervolging waar zij mee te kampen hebben, waardoor ook zij niet langer aan bouwcontracten konden komen en ook andere beroepen waar ze eeuwenlang mee verbonden waren niet meer konden uitoefenen. Ik vroeg: “Staan jullie open voor een interview om deze zaken en de rol van Yakuza in hedendaags Japan te bespreken?” Meteen gedroegen ze zich weer formeel en gesloten. Ze fluisterden naar elkaar en vertelden dat iemand me zou bellen met een tijdstip en een locatie.

1504194913278-1503989746000-L2120100
Jonge Yakuza-leden bij Horiyoshi’s zaak

De volgende dag, toen ik de metro in Tokyo uitliep, stopte er een busje naast me. De deur gleed open en er staken een hand en pols uit met een diamanten Rolex eromheen, die vastzaten aan een man met een witte coltrui. Hij stelde zich voor als ‘meneer S.’, en legde uit dat hij “wat meer van me moest weten” voor zijn baas de meeting goed zou kunnen keuren. Hij keek me gortdroog aan terwijl hij zijn sikje aaide met een stompje waar ooit een duim zat. “Koffie?”, vroeg-ie.

Ik boog en stemde vol angst toe, wetende dat cafeïne me waarschijnlijk verder in het moeras van paranoia zou doen wegzakken.

De Yakuza zijn meer dan afgehakte vingers, films van Beat Takeshi en pardoes uitbrekend geweld. Hun geschiedenis voert meer dan honderd jaar terug, tot aan de Meiji-periode, waarin vogelvrije hosselaars uit twee groepen bestonden: tekiya – zij die in gestolen goederen handelden – en bakuto – mensen die zich met gokoperaties bezighielden.

De hedendaagse Yakuza zien zich echter liever als de spirituele nakomelingen van de ronin (samurai zonder meesters) uit de zeventiende eeuw. Echo’s van deze klassen vind je terug in de initiatieceremonies van de Yakuza, waar saké-rituelen van de tekiya en bakuto in terug te vinden zijn.

Vandaag de dag vormen de Yakuza een stil taboe. Voor velen vormen ze een smet op het blazoen van de trotse Japanse degelijkheid. Mensen willen niet over ze praten. Zodra ik er ergens over begon, stuitte ik op antipathie en rancune. Een barman zei: “Japan heeft zoveel mooiers te bieden.”

Voglens The Economist zijn de afgelopen 13 jaar de misdaadcijfers in Japan flink gedaald. Het aantal moordcijfer is met 0,3 doden per 100.000 mensen een van de laagste ter wereld. In dit steeds veiliger wordende moderne Japan is wel gesteld dat de Yakuza ofwel passé worden door strenge nieuwe wetgeving, of gewoon wegkwijnen door gebrek aan nieuwe aanwas.

1504194955104-1503990115381-L2120241
Het interview met meneer S. in een kantoor van de Yakuza.

In het busje doorbrak meneer S. eindelijk zijn zwijgen door de vertaler te vertellen dat ik er “zoet” uitzag. We reden verder, en ik had geen idee waar we heen gingen – geen ramen achterin het busje. Uiteindelijk kwamen we aan op de bestemming. Het was een groot kantoorgebouw, wat kennelijk hun hoofdkwartier was. Vier zwaar getatoeëerde mannen hielden wacht voor de deur. Ze keken alert op toen we uit het busje stapten en bogen toen voor ons.

Het eerste wat me opviel was hoe oud die mannen die wachthielden waren – allemaal eind 20 of ouder. Een van de mannen ritste het vest van zijn Champion-trainingspak omhoog – twee vingers waren bij de tweede knokkel afgehakt. Hij keek naar me en maakte een geintje in het Japans en stak daarbij zijn hand op. De vertaler vertelde dat hij zei dat hij zijn vingers had laten wegvliegen. “Yubitsume!”, schreeuwde een ander, wat een verwijzing is naar de rituele daad van je vingers korter maken als manier om boete te doen – een fysieke demonstratie van een verontschuldiging.

De Yakuza is de enige criminele organisatie die automutilatie gebruikt als dubbel teken van zowel moed als straf. Als leden iets doen wat schaamte of problemen voor de organisatie oplevert, wordt van hen verwacht dat ze onmiddellijk hun eigen vinger afsnijden om het goed te maken. ‘Supersorry jongens, hier is een stukje pink.’ De vingers worden afgesneden met een dolk of kort samuraizwaard. Met iedere vergissing, met iedere vinger die ontbreekt, verslapt de grip van de soldaat, waardoor die meer en meer moet terugvallen op de groep waartoe hij behoort.

Ik vroeg meneer S. wat hem zo aantrok in de Yakuza, gezien de gruwelijke reputatie van de bende. “Ik denk dat er over het algemeen twee paden zijn die leiden tot toetreding”, zei hij via de tolk. “De ene is dat iemand een moeilijke jeugd heeft gehad en al vanaf jonge leeftijd wild is. Die komen dan bij de Yakuza om roem te zoeken. De andere manier is dat adolescenten via een ander lid toetreden om wat bij te verdienen. Mensen zoeken werk. Zo ging het bij mij.”

1504195024513-1503990399952-L2120184
Een Yakuza-lid toont me zijn koi-tatoeages

Twee mannen hielden de deuren naar het kantoor open. Het was duidelijk dat ze ons verwachtten. Meneer S. legde uit dat we zoveel foto’s mochten maken als we wilden, als daarop maar niet de mensen op foto’s die in het gebouw hingen te zien waren, noch de gezichten van Yakuza-leden.

In de foyer vroeg ik waarom hij het gevoel had dat het imago van de Yakuzo zo nauw bewaakt moest worden. “De Yakuza roepen iedereen tot de orde. Als de jonge kids niets zouden hebben om bang voor te zijn, zouden ze doen wat ze willen en niemand zou er iets aan kunnen doen”, zei hij. “Ze vechten op straat en creëren chaos. Maar als Yakuza-leden langskomen en ze de club uittrekken voor een pak slaag, neemt de chaos af.”

We liepen langs een grote vergaderzaal waar mannen aan een tafel zaten, een kopje thee erbij. Ik zag een paar bekende gezichten van de avond ervoor bij Horiyoshi’s studio. Ze stonden glimlachend op. Twee van hen vroegen om mijn e-mailadres, ze wilden de foto’s van de tatoeages zien die ik de avond ervoor had gemaakt.

1504195104887-1503990496831-L2120245-copy
Deze tatoeages staan, samen met de afgehakte vingers, voor loyaliteit aan de baas.

Dit jaar werd er in Japan een nieuwe anti-terreurwet aangenomen, waarin staat dat een hele groep veroordeeld kan worden als een enkel lid van de groep een misdaad beraamt. De wet is controversieel en wordt bekritiseerd omdat het ‘misdaden’ als het kopiëren van muziek en paddenstoelen plukken in een beschermd bos gelijkstelt aan terreurdreigingen.

Meneer S. vindt de wet bespottelijk. “Er staat wel ‘De rechten van mensen zijn gelijk volgens de grondwet’ maar het is oneerlijk. We kunnen niet eens gaan golfen,” zegt hij. “De mensen die de wetten opstellen, maken ze op een manier die gemakkelijk is voor henzelf. Als politici slechte dingen doen, vinden ze altijd een uitweg. Zij zijn misschien wel veel erger dan de Yakuza.”

Ik vertelde hem dat er in Australië een soortgelijke wet bestaat waardoor mensen van sommige motorclubs – waaronder de mijne – niet met meer dan twee personen in de publieke ruimte mochten zijn. We mogen niet met een groepje rijden, wat uiteindelijk het hoofddoel is van een motorclub, laat staan dat we een rondje golf mogen spelen.

1504195170342-1503990932306-L2120083
Een Yakuza-lid die aan het wachten is bij Horiyoshi

Ik begreep heel goed hoe de Yakuza zich voelen. Het is alsof de overheid probeert om ze het zwijgen op te leggen. Volgens Meneer S. is de reden achter het hardhandige optreden van de Japanse overheid een stuk complexer dan enkel streng optreden tegen misdaad.

“Het kan ook aan de invloed van Amerikaanse bedrijven liggen,” zegt hij. “Er zijn conflicten tussen organisaties verwant aan de overheid die dingen proberen op te zetten, zoals legale pachinko-gokhallen en dingen in de bouwsector, dingen die historisch gezien gerund werden door de Yakuza. De overheid probeert onze industrie over te nemen. Ze nemen gepensioneerde agenten aan. Pachinko is een miljardenindustrie, dus het is niet niks.”

“Dit is omdat die bedrijven verbonden zijn met de overheid en ze met elkaar samenwerken. Politici en politie hebben ook een donkere kant. Niet dat ze niet zouden moeten bestaan, maar waarom worden alleen de leden van de Yakuza gecontroleerd, gemonitord en gereguleerd? Waarom worden wij in de boeien geslagen?”

1504195202114-1503990641432-L2120173
De ruimte boven het kantoor, gereserveerd voor rituelen en offergaves

Ik merk op dat het misschien te maken heeft met het feit dat de Yakuza in het verleden nogal gewelddadig waren. Hij geeft me gelijk. “Natuurlijk doen we ook slechte dingen. Maar er is ook een noodzakelijk kwaad in onze maatschappij waar we niet voor terugdeinzen. We hebben bijvoorbeeld contracten met clubs en bars. Wij helpen ze als ze in de problemen zitten. Stel, je runt een bar en er breekt een gevecht uit tussen wat klanten. Je belt de politie, maar tegen de tijd dat die er zijn, namen opschrijven, bewijs verzamelen en verklaringen optekenen, is de avond verpest. Het feest is voorbij en jij bent failliet.”

“Als ze ons bellen, richten wij ons op de gast die het gevecht begon, en kan iedereen de rest van de avond genieten. We sleuren hem mee naar buiten en waarschuwen hem weg te blijven uit de bar als hij blijft etteren. Je kunt dingen erg makkelijk regelen als je ons belt.”

Meneer S. verzekerde me dat het hoofddoel van de Yakuza draait om het beschermen van mensen. “We voelen ons verantwoordelijk voor de lokale bevolking, of ze nou bij onze groep horen of niet. Als ik weet dat wat jonge gasten problemen hebben met drugsmisbruik, zijn wij verantwoordelijk om te zorgen dat ze daarmee ophouden. Je moet gewoon goed zorgen voor de jongere generatie en ze laten zien wat goed en slecht is. Of ze nou in onze hiërarchie horen of niet.”

1504195674398-1503990760602-L2120089
Een jonge Yakuza toont zijn Horiyoshi-tatoeage

Om zijn punt te bewijzen, begint hij over de tsunami van 2011. Volgens berichten in de media waren de Yakuza sneller met het bieden van noodhulp dan de overheid – een prestatie waar ze nog altijd extreem trots op zijn.

“Na de aardbeving reed onze groep met tien busjes vol spullen naar de mensen in Fukushima. Er was totale paniek op de snelwegen en het was extreem druk bij tankstations. Maar we hadden grote stickers op onze busjes waarop stond dat er noodhulp in zat,” zegt Meneer S. “Bij het tankstation zeiden ze dat we maximaal twintig liter benzine per busje mochten tanken, waarop wij zeiden ‘We luisteren niet naar dit gelul. Dit is een noodgeval, mensen hebben ons nodig.’ Dus we drongen voor in de rij en namen zoveel benzine als we nodig hadden. We zien er eng uit en zij waren bang. Op zo’n moment is het handig om Yakuza te zijn.”

1504195261922-1503990847117-L2120212
Meneer S.

Ik vraag meneer S. wie de toekomstige leden van de Yakuza zijn. “Er zijn niet zoveel jonge gasten die proberen om erbij te komen,” gaf hij toe. “Om eerlijk te zijn, levert het een hoop ongemak op om lid te zijn. Jongeren weten dat wij streng zijn en dat de overheid erg streng is voor ons. We mogen geen bankrekening openen, we kunnen geen appartementen kopen, geen auto’s, zelfs geen potje golfen. We kunnen onze kinderen niet naar school sturen. De slechte jongeren worden liever lid van straatbendes dan dat ze Yakuza worden.”

Het klonk allemaal erg herkenbaar. Ik herinnerde me wat de voorzitter van mijn motorclub vertelde toen ik lid wilde worden: als je hier bent om geld te verdienen, zullen je zakken snel leeg zijn. Als je een vriendin hebt, zal ze vrij snel bij je weggaan. De enige vakantie die je hebt is als je een tijd de bak in moet. Niet per se een prestigieus bestaan.

Toen we klaar waren met praten, nam meneer S. me mee naar zijn lievelingsrestaurant. De eigenaar kwam snel sake brengen en we dronken glas na glas. Het regende delicatessen. Ik ben vaker een avondje uit geweest met onderwereldfiguren, maar het diner met meneer S. voelde niet als een oefening in het tonen van status of invloed. Het was een gepassioneerde uitnodiging in hun cultuur en hun wereld.

Ik probeerde heimelijk mijn deel van de rekening te betalen, omdat meneer S. me de hele dag al had getrakteerd op koffie, eten en sigaretten. De eigenaar stak er direct een stokje voor en riep hem. Meneer S. hief zijn hand met de afgesneden vingers omhoog en zei zachtjes: “Ik snij liever nog een vinger eraf dan dat ik een gast van de Yakuza laat betalen.”