Muziek

Een interview met hardcore-legende Neophyte

Jeroen Streunding is een imposante verschijning. Door zijn brede postuur en gemillimeterde haar ziet hij eruit als iemand die er niet voor terug zou deinzen om je een dreun te verkopen. Zijn uiterlijk past bij de muziek die hij maakt: hard, compromisloos en anti-establishment.

Onder de naam Neophyte had hij in de jaren negentig (samen met twee vrienden) groot succes. Het logo van de groep is, naast dat van Thunderdome, één van de bekendste beeldmerken in de hardcore-scene. In de afgelopen twintig jaar is Neophyte uitgegroeid van drie herriemakende gasten tot een bedrijf. Gehuisvest in twee monumentale panden in het centrum van Dordrecht, waar een groot team hard zit te werken. Er zijn studio’s, vergaderruimtes, kantoren en een magazijn waar alle merchandise opgeslagen ligt.

Videos by VICE

Toch is er niet veel bekend over de man achter dit gabberimperium. Interviews met Streunding zijn op één hand te tellen, en verdere informatie beperkt zich tot posts op Partyflock, waar mensen met namen als St0ny en Ravelicious bakkeleien over of de mensen achter Neophyte nou wel of geen racisten zijn (spoiler: nee).

Je zou denken dat twintig jaar lang hardcore maken en overal ter wereld optreden, met alles wat daarbij komt kijken (drank, drugs), flinke sporen achterlaat. Maar Streunding ziet er opvallend gezond en jeugdig uit. Doodnormaal, zou ik willen zeggen. Hij heeft echter één handicap: de man stottert. Ieder woord lijkt een gevecht, waarbij zijn gezicht soms vertrekt in een pijnlijk uitziende grimas. Het effect is wonderlijk: zodra hij begint te praten, verandert hij van een spierbundel met een stierennek ineens in een mens van vlees en bloed, die – hoe moeizaam ook – gepassioneerd en openhartig kan vertellen over zijn leven en zijn werk.

Je bent niet heel vaak geïnterviewd, zag ik. Hoe komt dat?
Ik was meer in mezelf gekeerd. In de jaren ’90, nadat we wat hits hadden met Neophyte, ben ik heel erg mensenschuw geworden. Ik kwam in een andere wereld terecht, een wereld van snelle publishers, managers en mannen met mooie verhalen. Het was soms moeilijk om de mensen met goede bedoelingen eruit te vissen. Er werd door de platenmaatschappij veel druk op me gelegd om opvolgers te maken van de radiohit Always Hardcore. Ik wilde dat helemaal niet. Daar heb ik wel een tijdje depressief mee rondgelopen. Verder hield ik sowieso nooit echt van naar buiten treden, al is dat de laatste tijd wel aan het veranderen. Zoals nu dit artikel. Maar ook Facebook: vroeger had ik dat helemaal niet, dan was het alleen maar muziek, muziek, muziek. Ik dacht altijd: die dingen eromheen, het zal allemaal wel. Vroeger was het veel simpeler: je had muziekverkoop en boekingen. Nu draait alles om je imago.

Is het imago van Neophyte nu belangrijker dan vroeger?
Nee, eigenlijk niet. Vroeger deden we gewoon waar we zin in hadden. Toen vielen we op omdat we anders waren, gek en wild. Maar dat was écht, en dat was waarom we goed verkochten. Je had geen dingen als Twitter en Facebook. Nu is dat gekke er wel een beetje vanaf, ik ben 43, ik ga nu niet meer elke week een hek slopen. En om mijn muziek onder de aandacht te brengen, en het label en alles wat er omheen zit, moeten we meer bezig zijn met marketing. Dat deden we vroeger nooit, toen dachten we alleen aan muziek. En of het nu leuker is of minder leuk, dat weet ik niet. Het is anders.

Wat me opvalt aan gabber is dat het twee gezichten heeft: aan de ene kant heb je een beeld van ‘lang leve de lol’, boefjes die kattenkwaad uithalen, en aan de andere kant is het heel demonisch en duister. En dan heb je ook nog de achterkant, wat ik hier in je kantoor zie, en die is heel zakelijk en steriel bijna.
Ja, dat zakelijke gezicht is iets van de laatste tien jaar. Voor de buitenwereld lijkt het heel wild, maar het is best berekenend allemaal. Zoals eigenlijk alles in de hele muziekwereld. Wat dat andere betreft: je hebt gimmicks, dat lollige, wat je in het begin had, en het serieuze werk. Wij waren altijd meer van het gimmick-gerichte: lachen en gek doen. Maar je had ook van die serieuze jongens die alles heel duister wilden hebben en vooral bezig waren met wat wel of niet geloofwaardig is. Daar heb ik eigenlijk nooit iets mee gehad.

Hoe ben je ooit begonnen met muziek maken?
Ik begon met draaien, en na een tijdje zocht ik iemand die de ideeën die ik had kon vertalen naar muziek. Ik ontmoette iemand die een Amiga had, zo’n ouderwetse computer, daar kon je muziek mee maken. Vanaf dat moment wilde ik elke minuut van de dag daar mee bezig zijn. De eerste twee keer werd onze demo afgewezen door Paul Elstak. Nou, terug de studio in, en de derde keer was het goed. Dat was in ‘93.

Hoe voelde het toen jullie demo eindelijk aangenomen werd?
Weet je, ik ben geboren om muziek te maken. Het was mijn ultieme droom om een plaat uit te brengen en toen dat lukte, was dat fantastisch. Ik kreeg er ook meer zelfvertrouwen van. Het betekende alles voor me. Ik was elke dag bezig met muziek maken, tot vijf uur ‘s morgens, en dan moest ik gaan werken. Toen heb ik me een paar keer verslapen en werd ik ontslagen. Vanaf dat moment had ik nog meer tijd, en heb me echt volledig op de muziek te storten. Dat was een beetje een gok, want voor hetzelfde geld was het mislukt, maar het lukte dus wel. Ik denk wel dat je met echte passie veel kan doen.

Heb je muziekles gehad?
Nee, helemaal niet. Ik moet wel zeggen dat me dat soms tegenwerkt. Als er nu akkoorden moeten komen, moet ik iemand vragen om te helpen. Maar ik kan wel heel goed herrie maken. Dat is ook een kwaliteit, blijkbaar. Maar ik hoor ook van veel jongens dat het wel goed is dat ik ongeschoold ben, omdat ik heel anders luister en heel anders produceer. Anders ga je te diep nadenken. En bij hardcore, en eigenlijk bij alle house, zijn er in principe geen regels. Dat is het mooie van die muziek.

Hou je ook van andere muziek dan hardcore?
Ja, Slipknot vind ik helemaal geweldig. Korn ook. Ik luister echt alles, van hiphop tot rock, van house tot klassiek. En ik lees er ook veel over. Biografieën van die gasten en zo.

Wat haal je daar uit, die biografieën lezen?
Lessen, heel veel lessen. Hoe ze tot hun succes kwamen, fouten die ze maakten. Met drugs en drank en financiële keuzes. Ik heb een periode best wel veel gezopen, laat ik het maar zo zeggen. Zoveel, dat het echt niet meer goed ging. Ik kwam in een negatieve spiraal terecht. En je denkt op zo’n moment dat het normaal is, omdat je altijd maar in die wereld van gekkigheid zit. Op den duur loop je toch tegen jezelf aan. Toen ben ik biografieën gaan lezen, als een soort zelfhulp. En bij veel van die gasten komt het op hetzelfde neer: ze bezwijken onder de druk en worden opgeslokt door die gekte.



In die periode dat je veel dronk, kreeg je daar problemen mee, met optreden bijvoorbeeld?
Ja. Ja, natuurlijk. Dan denk je dat je het geweldig doet en dan blijkt achteraf dat het helemaal niet zo was. Ik heb zelfs een paar keer niet kunnen optreden. Niet heel vaak hoor. Maar als dat een paar keer gebeurd, dan ga je wel nadenken.

En toen?
Toen ben ik helemaal gestopt met drinken. En dat is wel raar hoor, als je ineens helemaal nuchter op een podium staat. De eerste maanden was dat echt moeilijk.

Weet je nog de eerste keer dat je helemaal nuchter ging optreden?
Alle impulsen en indrukken kwamen keihard binnen. Na een tijdje leer je daar mee omgaan, en nu is het echt geweldig. Je bent zoveel frisser en fitter en je leeft meer mee met het publiek. De energie van die mensen komt nu ook veel directer aan. Maar ik weet hoe lastig het is. Ik begrijp hoe het komt dat veel artiesten aan verslaving ten prooi vallen. Ik ben echt een perfectionist. In het begin was ik vaak zenuwachtig als ik moest draaien. Als ik een fout maakte, kon ik daar tijdens zo’n set de hele tijd over nadenken, maar ik moest door. En drank hielp daarbij. Het is natuurlijk ook hele stoere muziek die ik draai, heel mannelijk. Ik kan niet bibberend van de zenuwen op dat podium staan, dat ziet er niet uit. We hadden het imago van gekke gasten die heel veel dronken. Op een gegeven moment ga je je daar naar gedragen.

Mijn beeld van jullie is altijd vreselijk vertekend geweest. Dat komt door een stel gasten die gabberliedjes maakten met racistische teksten, en die onder de naam Neophyte op internet zetten. Wanneer kwam je daar voor het eerst achter, en wat dacht je toen?
Je werkt zo hard om iets te bereiken, en dan is er één malloot die het voor je verpest. Vreselijk frustrerend was dat. Ik ben een controlfreak, en als zoiets eenmaal op internet staat, krijg je het er met geen mogelijkheid meer af. Je voelt je op zo’n moment machteloos. En wat moet je dan? Je kan wel een statement op je website zetten, maar als je er aandacht aan geeft, wordt het misschien nog wel erger. Voor de duidelijkheid: ik ben één ding dus echt niet, en dat is een racist.

Zit er eigenlijk een boodschap in de muziek die je maakt?
Ja, verzet. Niet zozeer je tegen de maatschappij keren, dat is misschien wat overdreven, maar je wel afzetten tegen andere stromingen in de dance. Dat is misschien niet echt een hele zware boodschap. Het is niet zo dat we heel hard nadenken over lyrics waar we iets mee willen zeggen, maar er zit toch een boodschap in. Het is meer één kreet: alles naar de klote. Dat is waar het om gaat. Het is allemaal niet zo ingewikkeld als in ‘echte muziek’.

Ja, maak je dat onderscheid?
Nee, dat is meer hoe andere mensen het zien. Denk ik.