Bert Konterman was een hardwerkende verdediger voor onder meer Feyenoord, Glasgow Rangers en Oranje en preekt tegenwoordig voor Geloofshelden. Dat is een stichting van gelovige topsporters die mensen wil overtuigen van het Koninkrijk van God. Mensen luisteren nu eenmaal sneller als je twaalf interlands en prijzen in Nederland en Schotland achter je naam hebt staan. Dat weet Bert ook.
Bert traint daarnaast de A1 van FC Twente, de club die Joop Munsterman bijna de afgrond in joeg. Omdat FC Twente geen geld meer heeft voor een assistent, staat Bert er nu alleen voor. VICE Sports ontmoette hem diep in de Biblebelt, in Nunspeet, om te praten over de situatie bij FC Twente, christelijk terrorisme, het Legioen van Feyenoord en de opkomst van laptoptrainers.
Videos by VICE
VICE Sports: Hé Bert, hoe is met je?
Bert Konterman: Het is best wel goed, eigenlijk. Ik ben getrouwd, heb drie kinderen en we zijn allemaal gezond, dus we hebben het wat dat betreft privé goed voor elkaar. Zakelijk kan het beter, maar ik mag niet klagen. Ik train bij FC Twente de A1. De successen zijn nog niet zo groot, daar baal ik wel een beetje van. Daar moet ik nog enorm mee aan de slag.
Waar komt dat door?
Dat heeft te maken met de crisis die we bij de club hebben gehad. Het is de laatste twee jaar natuurlijk één grote chaos geweest. Ik kwam vier jaar geleden bij FC Twente toen de bomen nog tot in de hemel groeiden. Ik keek mijn ogen uit, want ik was net technisch directeur bij PEC Zwolle geweest. Ik wist dus heel goed hoe de salarissen en bedragen lagen in het voetbal. Bij FC Twente was alles mogelijk, het leek wel een paradijs. Ongekend. Daarna is de klad er natuurlijk enorm in gekomen. De academie was verwaarloosd. In de hogere teams hebben we daar nu last van.
Heeft jouw inkomen ook een deuk opgelopen door de situatie bij FC Twente?
Nee, dat niet. Toen ik bij FC Twente kwam, zeiden ze: “Laten we eerst even een proeftijdje doen.” Na drie weken zeiden ze dat het goed ging, maar ze stelden voor de proeftijd op te rekken. Ik had er vertrouwen in dat het wel goed zou komen. Ik reed elke dag een uur heen en een uur terug. Die auto rijdt ook niet voor niks. Uiteindelijk moest ik keihard knokken om wat reiskosten vergoed te krijgen en kreeg ik wel een contract, maar dat loopt komende zomer af. Het kan best zijn dat ik daarna weg moet.
Je traint een leeftijdsgroep, onder 19, waar veel kritiek op is. Wat vind jij van de jonge generatie voetballers?
Ze hebben heel veel moeite met tegenslagen en kritiek, maar ik vind het te makkelijk om dat allemaal op de jongens af te schuiven. De ouders, maar ook wij, trainers, hebben daarvoor gezorgd. Alles wordt maar voor ze geregeld. Tasje wordt ingepakt en gedragen, ze worden gehaald en gebracht naar de club, hun eten wordt zelfs voor ze gekookt. Het is een gespreid bedje. De spelers van nu zijn snel afgeleid, maar dat komt door alle prikkels die er tegenwoordig zijn.
Je hebt eens gezegd dat je het zelf fijn vindt om in de luwte te leven, omdat de wereld zo snel gaat.
Klopt, ik ben altijd een jongen geweest die graag alleen is. Tijdens mijn hectische tijd bij Feyenoord spraken veel mensen me aan op straat en ik was zo opgevoed dat ik altijd wel even de tijd nam voor een babbeltje, handtekening of foto. Maar dat kostte me veel energie. Ik reed dan vaak uit Rotterdam naar Hierden naar mijn vriendin, om de paardenstal uit te mesten. Dan zat ik gewoon in mijn eigen wereld te ontspannen door het schoonmaken van zo’n stal. Even chillen, mijn hoofd leegmaken en alles op een rijtje zetten. Daarna at ik dan wat met mijn vriendin en de volgende dag moest ik om half drie in de Kuip weer een topprestatie neerzetten. Zo zit ik nog steeds in elkaar. God heeft ons ook niet voor niks een rustdag gegeven.
Je was in de jaren negentig een van de eerste voetballers die over zijn geloof begon in interviews. Hoe reageerde de voetbalwereld er toen op?
De voetballerij heeft het imago van een machowereld en dat klopt ook wel, want er wordt veel gepraat over vrouwen, auto’s en geld. Dan komt er opeens een pipo die over god wil vertellen. Maar daar werd niet moeilijk over gedaan. Ik ben er nooit om uitgelachen, gepest of belachelijk gemaakt. Niet door hooligans, niet door tegenstanders. Johan Derksen heeft op televisie wel eens gezegd dat de bijbel een sprookjesboek is, maar verder heb ik geen nare dingen gehoord.
Hoe ging dat met teamgenoten?
Een keer waren we in de seizoensvoorbereiding met Feyenoord in Belfast, waar geloof natuurlijk een grote rol speelt. Dat vergeet ik nooit meer. Toen hebben Peter van Vossen, Kees van Wonderen, Ulrich van Gobbel, Jean-Paul van Gastel en ik een uur over de problematiek en religie gepraat. Het is een hele bijzondere subcultuur, die voetballerij. Het maakt niet uit wat je bent of waar je in gelooft, er is wederzijds respect. Als ik nu kijk naar Oranje onder 19, waar ik assistent ben geweest, of de jongens die ik nu train, zie ik dat daar niet veel aan is veranderd.
Toch is er in de voetballerij nog nooit iemand uit de kast gekomen. Hoe kijk jij naar homoseksualiteit?
Ik ga met homo’s om zoals ik met iedereen omga. Ik had een oom die homoseksueel was. Hij heeft het er verschrikkelijk zwaar mee gehad. Echt triest, ook binnen de familie. Bij hem zag je ook vluchtgedrag op een gegeven moment. Hij ging in Duitsland wonen, zo ver mogelijk bij zijn broers en zussen vandaan. Dat is wel heftig, hoor. Dat vind ik niet oké.
In 2001 vertrok je naar Glasgow Rangers. Zij hebben een hevige rivaliteit met Celtic. Merkte je veel van de strijd tussen protestant en katholiek daar?
Ik heb altijd gevraagd, ook voor de Old Firm daar, waar we nou zo moeilijk over doen. Het protestants en katholiek geloof hebben zoveel raakvlak. Maar Willem III heeft in Ierland met de Oranjemarsen haat gecreëerd tussen katholieken en protestanten. Ik zei in Glasgow dat ik bij Willem II had gespeeld en als protestant vaak de polonaise liep met carnaval. Dat konden ze zich daar niet voorstellen, dat katholiek en calvinistisch in Nederland mengen. De Schotse regering strijdt nu ook tegen het sektarische. Er mogen geen liedjes meer over de paus of de tijd van Willem III gezongen worden in het stadion. Maar ik weet dat er nog keiharde groepen zijn van de IRA en de Ulster Freedom Fighters die echt gek zijn.
Wat kregen jullie daar als spelers van mee?
Ik weet nog dat Ronald de Boer naar Rangers kwam en nog geen appartement had. Hij sliep toen in een hotel. De nacht voor een wedstrijd tegen Celtic lieten Celtic-supporters het brandalarm afgaan zodat gasten als Ronald naar buiten moesten. Die avond zat er toevallig ook een terrorist van de protestantse kant in het hotel. Die man had een keer bij een begrafenis in Ierland een handgranaat gegooid, waardoor mensen omkwamen. Toen het brandalarm afging en iedereen naar buiten moest, werd Ronald de Boer herkend en ging hij met wat mensen op de foto. Daar bleek die terrorist tussen te zitten. Ronald wist natuurlijk niet wie die gast was, maar de tabloids zorgden voor een hoop ophef. Dan zie je hoe dicht het bij elkaar zit.
Hoe was het contact tussen jou en de supporters van Rangers?
In het begin moeizaam, omdat ik gelijk een enorme blooper beging. Ik was in die tijd enorm fan van Simple Minds. Ik zei bij een van mijn eerste interviews: “Simple Minds, I like that music. Good songs, favourite music of me.” Wat bleek nou? Jim Kerr, zanger van Simple Minds, was aandeelhouder bij Celtic. Ik had nog geen bal getrapt en had toen al een krasje opgelopen bij de achterban van Rangers. Ik ging ook vaak in tegen de Johan Derksens van Schotland, kreeg ruzie met alle tabloids en werd afgeschilderd als de Master of Disaster. Ik was voor zestien miljoen gulden gekocht en had best wat moeite om mijn draai te vinden in het Schotse voetbal.
Je hebt in de bekerfinale wel een schitterend doelpunt gemaakt tegen Celtic.
Dat was het kantelpunt voor mij. Toen ging ik van Master of Disaster naar Hero. Dat is de betrekkelijkheid van de voetballerij.
Je stond op het veld bij het laatste kampioenschap van Feyenoord. Voel je je nog verbonden met die club?
Zeker. Ik dacht vroeger dat ik niet bij Feyenoord zou passen, omdat ik als klein jongetje op de tribune bij PEC Zwolle ooit een keer onder het bier en strijkers was gegooid door Feyenoord-supporters uit het vak naast mij. Maar toen ik bij Feyenoord ging voetballen, zag ik ook de mooie kanten van Het Legioen. Je hebt daar een familiegevoel. Het zit zo diep; ongelofelijk hoe zij ermee bezig zijn en de club steunen. Dat sadomasochistische vind ik ook heel fascinerend aan Feyenoord. Als ik nu in Rotterdam kom, geeft dat wel een kick. Ik ben daar een van hen. Dat is veel intenser dan bij PSV of Ajax. Ik ben en blijf die Feyenoorder voor heel veel mensen in Nederland.
Denk je dat ze kampioen kunnen worden dit jaar?
Ik vond dat ze goed op koers lagen, maar het positiespel baart me zorgen. In moeilijke tijden moet je daarop terug kunnen vallen, dat geeft rust en vertrouwen. Dat mis ik nog steeds een beetje bij Feyenoord. Ze kunnen daar niet op terugvallen als het even tegenzit. Wij hadden dat wel in 1998/99. Ajax komt nu ook weer aanzetten met steeds beter voetbal en goede spelers.
Wat vind je ervan dat bij Ajax iemand als Nemanja Gudelj niet meer op de bank wil zitten?
Gewoon weg ermee, toch? Eigenlijk zou je hem ook niet meer moeten betalen, want hij wil in principe niet meer werken. Onbegrijpelijk. Als het even voor jezelf niet lukt, moet je wel zo mans zijn om er nog voor elkaar te zijn. Daar heeft Gudelj moeite mee.
Er is ook veel kritiek op Nederlandse trainers. Je ziet nauwelijks meer Nederlandse trainers bij topclubs. Waardoor komt dat volgens jou?
Dat valt of staat bij de prestaties van het Nederlands elftal. Als het Nederlands elftal knalt in de wereld, kunnen we overal terecht. Ik denk dat wij nog steeds de betere trainers op de wereld en een hele goede trainersopleiding hebben, alleen is de visie van de KNVB iets te veel door onze strot geduwd. Ik vind dat je meer ruimte moet laten aan trainers in opleiding om ook naar het buitenland te kijken. Hoe ziet een jaarplanning in Duitsland, Spanje, Italië of Engeland er bijvoorbeeld uit? Nee, we bleven kijken naar de methode van Raymond Verheijen. Daar zijn we een beetje stug en arrogant in geworden.
In Duitsland is er nu een opkomst van zogenaamde laptoptrainers, gasten die zelf niet altijd prof zijn geweest en veel statistieken gebruiken.
Je bent echt een manager als je hoofdtrainer bent bij een BVO. Ik begrijp dus heel goed dat ze jongere pientere gasten aanstellen. Een mooi voorbeeld is Hoffenheim. Daar hebben ze Alfred Schreuder, die tactisch heel sterk is, als eerste assistent naast een jonge jongen gezet die een team aanstuurt met verder een goede fysieke trainer, psycholoog, diëtiste enzovoorts. Dat is het moderne voetbal.
Maar die laptoptrainers zijn niet alleen een manager. Ze zijn ook tactisch anders bezig dan hoe wij hier in Nederland bezig zijn.
Klopt. Ze zijn ook veel meer met statistieken bezig. Zij kunnen aan de hand van statistieken snel in een groep kijken, en zien wat ze nodig hebben of wat ze beter kunnen maken. Dan komen visie, psychologie en management samen, aan de hand van statistieken. Daar zijn we in Nederland nog wat arrogant in, omdat we het vroeger anders deden. In Duitsland gaat het veel meer over details. Door mensen van buiten te halen, krijgen ze een intensere visie op de ontwikkeling van het individu en de speelwijze.
Is dat iets waarin jij jezelf ook nog moet ontwikkelen als trainer?
Ja, ze zijn daar vooral verder in een andere manier van trainen. Ik denk wel dat ze wat dat betreft in Duitsland voorlopen. Op scholen wordt er anders omgegaan met docenten, er is meer respect voor de politie, dus de houding voor autoriteit is wat anders. Dat is voor de Duitse werkwijze prettiger om de stof toe te passen. Onze brutaliteit is goed, maar we moeten ook luisteren.
Straks loopt je contract af. Wat is daarna het doel?
Ik heb vorig jaar mijn laatste diploma gehaald en ik zou graag een van de beste trainers van Nederland willen worden. Dat kan via een club in de Jupiler League, maar ook via een assistentschap bij een club als Groningen, Feyenoord of Vitesse. Ik heb ook nog mijn lijntjes in Engeland en Schotland uitliggen. Maar ik ga eerst afwachten wat FC Twente van plan is. We gaan zien wat de komende jaren gaan brengen.
Dit is een interview uit de serie Het Nieuwe Leven, waarin gestopte profvoetballers vertellen over hun nieuwe carrières. Zie hier alle verhalen uit deze serie.
—
Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.