Een pleidooi voor meer carnavalshits over bloemetjesgordijnen

Het gaat niet goed met de carnavalskraker. Daar waar klassiekers als ‘Unne spijker in munne kop‘, ‘Ik wil ook zo’n broek met van die zakken aan de zijkant’ en ‘Sanserveria‘, hun schoonheid danken aan het feit dat ze helemaal nergens over gaan, worden de hits de afgelopen jaren gedomineerd door teksten over hitsige vrouwen zonder mening. Indien je wel een mening hebt, dan loop je zo maar de kans dat Rob van Daal – die eerder een succes had met ‘ Hé trut’ – je schoffeert. Als Brabander, dochter van een kroegbaas én carnavalsvierder, vraag ik me af of het oké is om te hossen op seksistische, beledigende teksten.

Elk jaar weer doen grapjassen uit het hele land hun best om dé carnavalskraker van dat jaar te scoren. De voorwaarden voor zo’n succesnummer zijn dat het eenvoudig klinkt en een marsritme heeft, want dat deint het lekkerst. Tekstueel gezien moet zo’n plaat vooral voor iedereen grappig en simpel zijn, het liefst zelfs inhoudsloos: na twee keer horen moet je ‘m voluit mee kunnen blèren, ook na 23 bier.

Videos by VICE

Toch lijkt het wel of het steeds lastiger is om krakers te maken die aan die criteria voldoen. Vaak, en volgens mij steeds vaker, gaan populaire hits over geile vrouwen die met hun kontje moeten schudden en verder het beste hun mond kunnen houden.

Het dieptepunt werd afgelopen weken bereikt toen Rob van Daal zijn plaat dropte met als hoofdtekst Oh Sylvana, wat ben je toch een zielepiet. Oh Sylvana, waarom pak jij je koffers niet. Je trekt alles uit z’n verband. Waarom ga jij niet emigreren, ‘t is met jouw weer kut met peren, je trekt alles uit z’n verband.Volgens van Daal is het maar ‘ gewoon een liedje‘ dat niet over Sylvana Simons gaat, maar over een Russisch meisje. Enige verbeeldingskracht is hier wel voor vereist, zo stelt de zanger in BN de Stem. Dat is eigenlijk altijd de regel: carnavalsliedjes moet je altijd maar met een korreltje zout nemen, en als je je beledigd voelt dan ligt dat vooral aan jezelf.

Als je van boven de rivieren komt, dan is het soms moeilijk om te begrijpen wat er in het zuiden van het land gevierd wordt. Brabanders zijn daarom niet altijd blij wanneer ‘onbekend’ volk bij ze op bezoek komt tijdens carnaval. Dit gaat zelfs zo ver, dat Breda (Kielegat) actief Rotterdammers weert tijdens carnaval. Ze zouden het feest niet begrijpen, denken dat alles maar mag, komen alleen om te matten en grijpen vrouwen zonder pardon bij het kruis. Als dit klopt is dat inderdaad een goede reden om niet zo’n zin te hebben in bussen vol Rotterdammers, alleen, wat moeten die Rotterdammers denken als vervolgens het hele café vervolgens lallend in polonaise loopt op ‘ Daar moet een piemel in‘?

In Brabant is het natuurlijk gewoon altijd en overal gezellig, en er wordt verwacht dat je als vrouw gewoon gezellig zo’n liedje meezingt. Ik moet bekennen dat ik me daar wel eens ongemakkelijk bij heb gevoeld. Natuurlijk kan ik lachen om ‘ oe hoar zit los, oe hoofd zit strak, ge lèkt wel vacuüm verpakt‘, maar als dezelfde zanger vervolgens in een ander liedje een Surinamer imiteert inclusief accent, zwarte schmink en pruik, en zingt dat hij zo graag likt, dan heb ik al weer een stuk minder zin om mee te doen. Evenmin scandeer ik met mijn vriendinnen ‘ wijn en piemels‘ als reactie op het ‘bier en tieten’. Ik ben meer het type dat los gaat op een speciale frikadel die het hele jaar op sjanternel gaat van zijn uitkering en ik vind het jammer dat er niet nog veel meer van dat soort onnozele liedjes worden gemaakt.

Toch denken sommige mensen daar anders over. Een paar kneiters van een hits als ‘ Derin, Deruit‘ en ‘Captain Jack werden de afgelopen jaren gescoord door Vieze Jack, die zich in zijn videoclips graag omringt met aantrekkelijke en altijd gewillige vrouwen die alles voor hem doen, maar vooral waarbij hij alles mag doen. De ideale vrouw is tenslotte de vrouw die altijd zin heeft, aldus Pap en Pudding. Voegt ze niets toe aan je avond? Dan laat je haar thuis, achter het fornuis. Zo gemakkelijk kan het zijn.

Maar wat als het niet gaat over de mooie tieten van Mariëlle, waarbij geen man kijkt naar haar gezicht als ze topless ligt? Dan gaat het al snel over ‘ lelijke wijven die na tien bier wel mogen blijven‘. Bij het horen ervan, vraag ik me altijd af hoe onzekere pubermeisjes zichzelf voelen als zo’n liedje wordt gedraaid in een overvolle kroeg. Ik kan me voorstellen dat zo’n situatie ongemakkelijk is, maar gelukkig is er hoop voor ze: ‘ Zo’n meisje dat alleen staat op een feest, maar nu gaat ze tekeer hier als een beest. Vroeger had ze pukkels over heel haar lijf,maar nu is het gewoon een lekker wijf’. Sta je dan, alleen met je pukkels.

‘Het is natuurlijk allemaal maar een grapje’, zou je kunnen denken. Waarschijnlijk dacht Rob van Daal hetzelfde toen hij het liedje over Sylvana schreef. Door een gebrek aan subtiliteit en creativiteit, zitten populaire carnavalshits vaak vol beledigingen, seksisme en wansmaak: vrouwen moeten doen wat mannen willen en worden beoordeeld op uiterlijke kenmerken. Volgens mij is dat niet waar het volksfestijn, dat bol staat van trots en diepgewortelde tradities, over gaat. Zullen we daarom vanaf nu gewoon alsjeblieft alleen maar liedjes maken over onderwerpen als natte pannen in de kast, een kamerbreed tapijt of bloemetjesgordijnen? Pas dan hoor je dit wijf niet meer zeiken.

Bovenste foto door Casper van Aggelen