“Het is niet leuk om zo voor het blok te worden gezet,” zegt Thomas Chipperfield. “Mensen denken dat ik een leugenaar ben. Ik kan helemaal niks goed doen.“
De 29-jarige Thomas is de jongste telg uit de Chipperfield-familie, die al dieren in circussen traint sinds de zeventiende eeuw. Daarom heeft hij anno 2019 een beroep dat niet veel mensen nog hebben: hij is leeuwentemmer, en heeft daar zijn hele leven aan gewijd. Maar zijn manier van leven wordt bedreigd: op 24 juli dit jaar werd in het Verenigd Koninkrijk een wetsvoorstel om wilde circusdieren te verbieden goedgekeurd, na jarenlang gekibbel in de regering. Dat betekent dat ze vanaf januari verboden zijn bij rondreizende circussen.
Videos by VICE
Een interview met Chipperfield regelen is niet eenvoudig. Omdat hij me niet kan vertellen waar hij en zijn leeuwen verblijven, ontmoeten we elkaar in een café in Oxford. Leeuwentemmer zijn maakt je niet geliefd bij het grote publiek. Mensen sturen hem boze berichten om hem te vertellen dat hij op een keer achter de tralies zal belanden. Iemand zei dat-ie hem zou neerschieten, een ander dreigde zijn huis in brand te steken.
“Tot op zekere hoogte moet je de bedreigingen serieus nemen,” vertelt hij. Zijn buren kregen een keer de boodschap dat hun kinderen niet van school thuis zouden komen – dat Chipperfield zijn huis niet wil laten zien, heeft vooral daar mee te maken. Een journalist die hem eens bezocht, zette zijn adres in een artikel, en hij wil voorkomen dat dat nog een keer gebeurt.
Je zou misschien verwachten dat Chipperfield iemand is die zich niks aantrekt van redelijke argumenten, maar niets is minder waar. Sommige media-optredens verliepen niet zo soepel – op tv probeerde hij een van zijn leeuwen te kussen, maar de leeuw wilde niet meewerken – maar als ik hem spreek kiest hij zijn woorden zorgvuldig. Hij is beleefd en verontschuldigt zichzelf als hij het idee heeft dat hij niet duidelijk genoeg is. Hij koestert duidelijk wrok richting dierenrechtenactivisten, maar als je bedenkt dat hij bedreigd is, is dat wel begrijpelijk.
Het gebruiken van circusdieren is een onderwerp waarbij niet wordt gehandeld vanuit het verstand, maar vanuit emoties. Het voelt anno 2019 niet helemaal oké dat leeuwen worden rondgereden in vrachtwagens en trucjes moeten uitvoeren voor grote menigten. De dierenrechtenorganisatie PETA laat weten het “absurd te vinden dat dieren vandaag de dag nog steeds beroofd worden van alles wat natuurlijk en belangrijk voor ze is, en gedwongen worden om trucjes uit te voeren voor het vermaak van mensen.“ De Britse Vereniging voor Dierenartsen (BVA) voegt toe: “Los van ethische standpunten kun je in een circus niet voldoen aan de welzijnsbehoeften van wilde dieren.” De 658 deskundigen die werden geraadpleegd voor het wetsvoorstel om wilde circusdieren te verbieden, concludeerden dat wilde dieren in een rondreizende circus geen “waardig leven” leiden.
Er zijn ook deskundigen die zeggen dat je prima dieren in een circus kunt laten leven. In 1990 concludeerde een van de meest vooraanstaande deskundigen op het gebied van dierlijk gedrag, Dr. Marthe Kiley-Worthington, dat een circus an sich niet tot dierenleed hoeft te leiden. In 2007 schreef de BVA dat een overheidsrapport over circusdieren had geconcludeerd dat “er weinig bewijs was waaruit blijkt dat het dierenwelzijn in reizende circussen beter of slechter is dan bij dieren die op andere manieren in gevangenschap worden gehouden.” En toen bij een Duits experiment uit 2010 werd onderzocht hoeveel stress leeuwen hadden toen ze 800 kilometer door Duitsland werden getransporteerd, bleek dat ze nergens last van hadden. Chipperfield vindt het verbod van dit jaar “een oplossing voor een probleem dat niet bestaat.” Dierenrechtenactivisten laten de afgelopen jaren steeds meer van zich horen, en de meeste mensen vinden het verkeerd dat dieren voor circussen worden gebruikt. Maar wat betekent ‘verkeerd’ precies? Zelf denkt Chipperfield dat de regering probeert te beïnvloeden wat mensen daaronder verstaan.
Het is voor hem onmogelijk om zijn werk te doen zonder geïnspecteerd te worden. De leeuwen en hun verblijfplekken zijn jaren onderzocht door het Department for Environment, Food and Rural Affairs (DEFRA) van het Verenigd Koninkrijk, en altijd in orde bevonden. In 2017 werd zijn verzoek om dieren te gebruiken in een rondreizend circus afgewezen – om redenen die hij nog steeds onduidelijk vindt. In 2018 besloot hij dat besluit aan te vechten. Nadat zijn paard Trojan op hem was gevallen en hij zijn been brak, kon hij zich geen advocaat meer veroorloven, dus vertegenwoordigde hij zichzelf maar. Hij besefte al snel waarom advocaten zoveel geld verdienen. “Ik ben niet per se bang voor mensen,” zegt hij. “Maar toen ik mijn slotbetoog gaf, beefde mijn stem helemaal omdat er zoveel op het spel stond.” Hij verloor de zaak. En hij wist dat hij een hoop kritiek over zich heen zou krijgen.
Het verbod van dit jaar was geen verrassing voor Chipperfield. Hij voelt dat de wereld om hem heen verandert. Ondanks grote successen zoals Cirque du Soleil en de musicalfilm The Greatest Showman, zijn traditionele circussen een stuk minder populair. Er blijven er ook steeds minder over. Wat hem wel verbaasde, was de manier waarop politici hun steun voor het verbod rechtvaardigden. Een parlementslid zei bijvoorbeeld dat hij de wet steunde omdat hij de film Dumbo van Tim Burton had gezien. Lord Trees, een hoogleraar diergeneeskunde, zei dat het verbod de deuren zou kunnen openen naar meer beleid voor dierenrechten, maar dat dit dieren niet per se ten goede zou komen. Maar hij is niet tegen de wet. “Dat is het gedrag van iemand wiens gezin gegijzeld wordt.” zegt Chipperfield. “Het lijkt wel codetaal. Wat is hier aan de hand?”
Het zogenaamd dieronvriendelijke beroep van Chipperfield is amper te rijmen met zijn grote liefde voor dieren. Naast twee leeuwen heeft hij ook een tijger, een paar tortelduifjes, twee vossen, een hond, papegaaien, pony’s, een wasbeer, een Aziatische loewak, een paard en een stinkdier. Een van zijn eerste herinneringen is dat hij met zijn ouders tijgerwelpjes flesvoeding gaf. Hij heeft nooit iets anders dan het circus gekend. “Ik heb altijd al een fascinatie voor dieren gehad,” zegt hij. “Ik geloof in wat ik doe, en ik vind het echt moeilijk te accepteren om niet meer te kunnen doen wat ik al jaren elke dag doe.”
De mensen die willen dat er geen leeuwen meer in circussen worden gebruikt, denken niet automatisch dat iemand als Chipperfield niet van zijn dieren houdt; ze vinden gewoon dat leeuwen in het wild thuishoren en dat hij ze ervan weerhoudt daar te zijn.
Ik vraag me af hoe hij denkt dat PETA zou reageren als ze zouden zien hoe hij voor zijn leeuwen zorgt. “Als mensen eenmaal verankerd zijn in hun ideologie, is er weinig dat je kunt doen om ze iets anders te laten denken,” zegt hij. Chipperfield citeert graag figuren als Christopher Hitchens en wordt niet geremd door enige drang om het goed te doen bij anderen. Als ik vraag wat hem van gedachten zou doen veranderen, zegt hij dat een deskundige een grondig onderzoek zou moeten uitvoeren, en kan uitleggen waarom de uitkomst de bevindingen tegenspreekt van alle andere deskundigen die zijn dieren eerder al hebben bestudeerd.
Het is erg slecht voor zijn reputatie om geen licentie te hebben, zegt hij. Momenteel is hij met een advocaat in gesprek over de volgende stappen om er een te krijgen. Maar gelet op wat er de afgelopen jaren is gebeurd, lijkt het heel moeilijk te zijn om de stemming te doen veranderen en zijn aanvraag geaccepteerd te krijgen. Zoals junior vice-president van de BVA, Daniella dos Santos, over het verbod zegt: “De tijden zijn veranderd. Veel mensen dachten dat het al lang zou zijn doorgevoerd. Een geschikte omgeving voor een leeuw is een plek waar hij kan jagen. En hoe groot zijn kooi ook mag zijn – daarvoor is het nooit groot genoeg.“
Chipperfield merkt op dat je dit bezwaar ook net zo goed zou kunnen toepassen op dierentuinen, die vooralsnog buiten schot blijven. Ondertussen beginnen dierentuinen juist wat van circussen weg te hebben, aangezien daar ook shows plaatsvinden. Chipperfield zegt ook dat, als hij niet zou hebben voldaan aan de vereisten van de Animal Welfare Act uit 2006 (wat volgens de BVA voor iedereen geldt die leeuwen in bezit heeft), hij ergens in de afgelopen zes jaar vervolgd was geweest.
Het heeft iets ironisch dat iemand die zoveel tijd steekt in het verzorgen van zijn dieren beticht wordt van misbruik – juist omdat hij er zo open over is. De ontmoeting met Chipperfield heeft me geleerd dat mensen er te makkelijk over denken, terwijl er eigenlijk helemaal geen simpele oplossingen voor zijn. Het is vrijwel zeker dat hij de laatste Chipperfield is die leeuwen in een circus traint – en misschien is dat goed. Maar mensen zoals hij zijn niet per definitie dierenbeulen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk bij VICE UK.