Bij de naam Lous and the Yakuza is het makkelijk om in je hoofd een verhaal voor je te zien over ingewikkelde intriges bij de maffia in Tokyo. De werkelijkheid is veel minder Japans en zeker minder gewelddadig, maar niet per se minder mythisch. Lous is de artiestennaam van zangeres Marie-Pierra Kakoma, en met de Yakuza doelt ze op haar hele team.
Lous groeide op in Congo, verhuisde op haar vierde naar België, maar toen haar ouders als arts konden gaan werken in Rwanda keerde ze terug naar Afrika. Op haar vijftiende besloot ze opnieuw in België te gaan wonen en van Brussel haar thuis te maken. Dit ging niet zonder slag of stoot – ze was zelfs een korte periode dakloos.
Videos by VICE
Maar terwijl de buzz rond haar naam ook op het gebied van muziek groter en groter werd, vooral na haar single Dilemme en bijbehorende video, lag het debuutalbum wat ze een paar jaar geleden al maakte stof te vangen op een plank. Eerst zou het dit voorjaar verschijnen, toen zou het in juni echt komen, maar uiteindelijk hebben we tot vandaag moeten wachten om te kunnen luisteren naar Gore, een plaat die de grimmigste kanten van het leven – verkrachting, diepgewortelde eenzaamheid, rassenhaat – in een perfect uitgedacht licht zet op producties van El Guincho, die we ook kennen van zijn werk met Rosalía.
De eerste keer dat ik haar zag was in een kroeg in Groningen, tijdens Eurosonic, die stampvol zat met mensen uit de muziekindustrie die liever zichzelf horen praten dan te luisteren naar een artiest op het podium. Als ik haar daaraan herinner, barst ze in lachen uit, en vertelt ze me dat we inmiddels gelukkig in een hele andere fase van haar carrière zitten.
VICE: Heb je je verbaasd over de muziekwereld, de afgelopen maanden?
Lous and the Yakuza: Het is een gekke wereld. Je bent een artiest die gewoon wil zingen en wil laten zien wat je kunt. Meer niet. Totdat je ineens midden in de industrie staat en merkt hoe weinig je eigenlijk zingt. Opeens ben je iedereen aan het pleasen, behalve de artiest in jezelf die ervoor heeft gezorgd dat je staat waar je staat. Dat is zo niet wie ik ben. Daar ben ik veel te hardcore voor.
Wat bedoel je daarmee?
Ik doe wat ik wil, waar ik om geef, en waar de cultuur ook daadwerkelijk iets aan heeft – daarin probeer ik mijn ego zo min mogelijk te laten spreken. Als ik in de studio ben, draait het alleen maar om de kunst die ik maak, en doe ik er alles aan om de mensen iets te laten voelen. Soms kijk ik naar een schilderij en ben ik diep ontroerd. In die ontroering voel ik hoe geruststellend het is om in staat te zijn iets prachtig te vinden. Ik wil dat ook voor anderen.
Ik kan me voorstellen dat het het juist supermoeilijk is om een beetje grip te houden op je ego, als je zo hard gaat.
Ik steek daar wel veel tijd in, ja. Ik probeer het te controleren door die tijd te steken in de echt belangrijke dingen. Je ego is essentieel als het gaat om voor jezelf zorgen – krijg ik genoeg slaap? Eet ik goed? Ben ik gezond? – maar het moet niet liggen in mijn muziek of de dingen die ik doe voor anderen. Dit klinkt alsof het supermakkelijk is, maar dat is onzin. Ik ben jong, ik ben hebberig, ik zeg domme shit, ik ben egoïstisch. Maar ik probeer dat wel uit te spreken en er bewust van te zijn, dat is denk ik de eerste stap in controle krijgen over je ego.
Het is compleet idioot hoeveel aandacht je krijgt als artiest. Denk eens na over dit interview. Je vraagt mij over m’n leven, mijn perspectieven, mijn visie. Het is ik, ik, ik. Alles draait om mij. Dat is toch gek? Ik denk dat artiesten daar voorzichtig mee moeten zijn, en dat het heel belangrijk is om steeds tegen jezelf te zeggen wat het precies is dat je wil, en waarom dat zo is. Ik ben nu al zo veel meer dan ik wilde toen ik hiermee begon.
Wat wilde je zelf, toen je begon?
Ik wilde me uiten, en de beste versie van mezelf zijn voor de zwarte, vrouwelijke gemeenschap. Er zijn zo weinig mensen waar wij tegenop kunnen kijken. Dus nu ik al deze kansen krijg, moet ik alles eruit halen zodat ik de weg vrij kan maken voor een nieuwe generatie. Daarmee leg ik druk op mezelf, maar ik denk dat ik te authentiek ben om iets anders te doen.
Maar om alles precies te doen zoals je dat zelf wil, kost veel meer tijd en energie dan ik had gedacht. Op het moment dat je op een vraag het antwoord weet, verwacht iedereen direct dat je overal antwoorden op hebt.
Hoe was het voor jou om ineens een soort boegbeeld te zijn in de BLM-movement?
Ik heb me altijd laten horen, het enige verschil is dat ik nu dit podium krijg. Ik spreek me al jaren uit over een genocide op native americans die niet erkend wordt. Ik spreek me uit tegen kolonisatie. Ik spreek me uit voor het homohuwelijk en een goede behandeling van mensen met een beperking. Ik wil een stem zijn voor iedereen die onderdrukt wordt, maar nu gaat het specifiek om mij en mijn gemeenschap, dus wilde ik nog luider zijn.
Ik kan ook niet anders, ik moet me laten horen. Een voorbeeld vanuit mijn label. Toen ik tekende heb ik duidelijk gemaakt dat zij zich moeten aanpassen omdat ze geen ervaring hebben met het werken met zwarte vrouwen. Als ik een clipshoot heb, moeten zij zorgen dat er een kapper is die met mijn haar kan omgaan. Als ik optreed, moet er een technicus zijn die weet dat ik onzichtbaar word als je te veel blauw licht op mij schijnt. Gelukkig snappen ze dit, en werken ze er actief aan om diverser te worden. Het is gek dat ik als 24-jarige vrouw 60-jarige bestuursleden advies moet geven, maar gelukkig betekent dat wel dat ze niet bang zijn voor verandering.
Het laat ook zien dat je overal iets kunt betekenen. Als je stil bent in deze tijd, ben je fout bezig. Mensen moeten zich uitspreken. Het is nog maar zestig jaar geleden dat Congo onafhankelijk werd, he. Als niemand zich had uitgesproken, was ik misschien nog steeds een slaaf geweest. Laat je horen. Spreek je uit. Tenzij je een racist bent, dan kun je beter stil blijven.
Ik luister veel naar luisterboeken van filosoof Jiddu Krishnamurti, en zijn lessen zijn zo belangrijk, ook in de strijd om duidelijk maken hoe zwaar witte privileges wegen. Gun jij mensen die jij niet kent, die niet op jou lijken en die je waarschijnlijk nooit gaat ontmoeten, hetzelfde geluk en dezelfde kansen die jij hebt? Als je antwoord op deze vraag nee is, ben jij het probleem.
Je komt over als iemand die overal erg lang over nadenkt. Houdt dit je niet tegen in alles wat je wil doen?
Het is moeilijk, en niet per se altijd iets goeds, maar ik heb ook niet het idee dat ik ermee kan stoppen. Ik heb drie bedrijven, een team van mensen die ik moet betalen, ik heb m’n eigen carrière, ik ben een activist. Er zijn zoveel dingen die ik moet doen, hoe kan ik stoppen met hier de hele tijd aan denken?
Op dit moment ben ik een ruimte van achtduizend vierkante meter in Brussel aan het ontwerpen.Ondertussen probeer ik ook nog een ziekenhuis te bouwen in Rwanda, om kinderen te helpen die niet kunnen lopen. Ik werd kort geleden nog gebeld door een uitgever, met de vraag of ik een boek wil schrijven. Ik ben nu op een punt in m’n carrière dat ik mezelf niet meer kan vragen ‘wil ik dit?’, voor ik mezelf heb gevraagd ‘heb ik hier eigenlijk tijd voor?’. Dat is echt raar. Maar wel het leven waar ik voor heb gekozen.
Wanneer heb je voor het laatst op de bank gezeten en niets gedaan?
Een jaar geleden? Ik kan het heus wel doen. Ik kan nu deze laptop dichtklappen en naar huis gaan, maar dan stel ik mensen teleur. Jou, andere journalisten, de pr-mensen die me hebben geholpen om dit op te zetten. Ik doe dit allemaal omdat ik prachtige kansen krijg, naast muziek, om de mensen te laten zien wat er allemaal omgaat in m’n hoofd. Hoe vet is dat?
Dus is mensen laten zien wat er zich afspeelt in jouw hoofd het ultieme doel?
Ik ga hier niet over liegen: ik doe het ook voor het geld. Het ontwerpen levert me gewoon veel geld op – zeker nu ik niet op kan treden – om dus dat ziekenhuis te kunnen bouwen. Ik schaam me daar niet voor, ik werk keihard en ik verdien dat geld ook echt.
Natuurlijk hoef je je niet te schamen, zeker niet als je het geld gebruikt om anderen te helpen.
Toen ik mijn deal tekende kocht ik alles wat ik ooit wilde hebben; een nieuwe iPhone, een nieuwe laptop, een idiote hoeveelheid kleding, een hele bibliotheek aan boeken. Maar na die week had ik het gevoel dat ik nooit meer iets nodig zou hebben, en eigenlijk is dat alleen maar erger geworden.
Ik leef een gratis leven. Ik ben hierheen gekomen, maar heb zelf niet betaald voor m’n vervoer. Niets wat ik vandaag eet hoef ik zelf te betalen. De kleren die ik nu draag krijg ik opgestuurd. Merken weten dat ik van grote ringen houd, dus ik kan een grote ring dragen om elke vinger. Mijn huis – waar ik ongeveer vier nachten per maand slaap – is een van m’n enige vaste lasten.
Als je jezelf hebt geholpen – en geloof me, dat heb ik gedaan – kun je andere mensen gaan helpen. Mijn ouders zijn allebei dokters, en ik wil heel graag helpen om de gezondheidszorg in Afrika te verbeteren – om te beginnen in Rwanda en Congo. Dus daar zijn we nu mee bezig. Ik heb contact gezocht met het ministerie van gezondheid in Rwanda, en zij hebben ons een project aangewezen waar we konden helpen. Nu gebruik ik het geld wat ik bijvoorbeeld heb verdiend met Louis Vuitton, Adidas en Chloe voor medicijnen en om kinderen opnieuw te leren lopen.
Je bent met zoveel mooie, verschillende dingen bezig. Toch is je debuutalbum maar tien nummers lang. Heb je het gevoel dat je alles kon zeggen wat je wilde?
Nee. Tien nummers is maar tien onderwerpen, terwijl er per dag misschien wel een miljoen dingen door m’n hoofd razen. Maar je moet uiteindelijk keuzes maken om tot een resultaat te komen.
Het nummer wat me het meeste pakt is Quatre Heure du Matin, al spreek ik geen woord Frans. Wat kun je daar over vertellen?
Het nummer gaat over verkrachting, en ik denk dat dit het duisterste nummer van het hele album is. De eerste verse is geschreven vanuit het perspectief van het meisje, en de tweede vanuit de verkrachter zelf. Verkrachting is zo’n enorm probleem. Het is letterlijk overal. Maar iets wat zo diep geworteld is, kan alleen opgelost worden als we het probleem begrijpen. Verkrachtingen zijn zo ondenkbaar verschrikkelijk en verwerpelijk, dat we er uit instinct niets over willen horen. Maar om de wereld een veiligere plek te maken denk ik dat we de daders beter moeten begrijpen.
Ik heb altijd medelijden gehad met mensen die rampzalige keuzes maken, en ik laat me inspireren door de duistere kanten van het leven. Het album heet niet voor niets Gore. Toen ik negentien was heb ik me aangemeld voor een soort programma, waardoor ik gevangenen – verkrachters, pedofielen – kon ontmoeten die normaal gesproken geen bezoek krijgen. Ik heb ook veel gesproken met de psychologen die hen behandelen. Gewoon om het verhaal te horen en proberen te begrijpen. Ik zal nooit in m’n leven proberen goed te praten wat deze mensen hebben gedaan, maar als ik iets verschrikkelijks op m’n geweten had zou ik ook willen dat ik iemand had om mee te praten.
Denk je dat dit – praten met deze mensen, willen luisteren, erover zingen – iets op gaat lossen?
Nee. Ik weet het niet. Ik weet maar een ding zeker: als je ervoor kiest om niet te praten gaat er sowieso nooit iets gebeuren.