Het was kwart over negen ’s ochtends en het regende buiten. Mijn moeder belde. Ik nam op, maar hoorde geen geluid. Mijn moeder begon te huilen, ze stotterde en haar adem stokte. Ik schrok zo erg dat ik boos aan de telefoon schreeuwde: ‘‘Zeg dan! Wat is er?’’ Ze hapte naar zuurstof en zei: ‘‘Jelle heeft Laura vermoord.”
Ik stond in de keuken, en vroeg me af of het een grapje was. Mijn moeder verdween van de lijn en ik hoorde de stem van mijn tante, de moeder van Laura: ‘‘Ach, meissie. Je moeder had het niet zo moeten brengen. Blijf rustig en wees niet bang. Je vader komt je zo ophalen.” Ik moest bijna overgeven. Ik liep naar buiten en trok aan mijn haar, kneep mezelf en beet mijn tanden op elkaar. Maar het was de realiteit.
Videos by VICE
Mijn vader en ik reden direct richting het huis van mijn tante. Daar hielp de rest van de familie al mee met het politieonderzoek. Ik tikte op de schouder van mijn tante en vroeg of ik haar mocht knuffelen. Ze omhelsde me en zei: “Sorry, lieve Nina. Ik vind het zo erg dat jij dit moet meemaken.’’ Ik vond het vreemd en dacht: maar dit heeft toch meer met jou te maken? Terwijl ik haar knuffelde wist ik nog steeds niet zo goed wat ik moest voelen. Misselijkheid, walging, woede, verdriet – alles raasde door mijn lichaam heen.
Ik liep naar de tuin om bij mijn ouders te zitten. “Ik werd vannacht wakker met een slecht gevoel,” zei mijn moeder. “In de ochtend hoorde ik een kraai krassen, alsof het een teken was.” Ze vertelde dat ze op haar werk een appje binnenkreeg van een vriendin, met een nieuwsbericht getiteld: Man vermoordt ex-vriendin. De namen en de woonplaats stonden erbij. “Ik dacht dat Laura’s ex-vriend een nepartikel had verspreid om ons voor de gek te houden. Voor de zekerheid belde ik je tante, maar niemand nam op. Ik pakte mijn fiets en ging direct naar haar toe,” zei ze.
We wachtten tot de rechercheur mijn tante toestemming zou geven om de plaats delict te kunnen bezoeken. Mijn tante deed zakelijk en luchtig. Soms liep ze naar ons toe en lachte ze. Even later schreeuwde ze woedend over wat er was gebeurd. Ik vond het eng om te zien hoe ze in fracties van seconden zo van mimiek en gevoel wisselde. “Ze realiseert zich nog niet wat er aan de hand is,’’ zei mijn vader. Hij pakte mijn tantes hand vast en zei: “Je moet doorgaan. Je had er drie, eentje is gegaan, maar je hebt er nog twee. Denk aan hen.’’ Ook hij begon te huilen. Ik zag Laura’s gezicht voor me en ik realiseerde me opeens dat ze eigenlijk veel praatte over haar ex-vriend, en dat ze soms inderdaad angstig overkwam.
Laura is dertig. Tien jaar ouder dan ik. Vroeger zagen we elkaar regelmatig, omdat mijn tante vaak langskwam om op te passen. Ik noemde haar ook altijd ‘mama twee’. Ik ben enig kind, dus Laura was mijn lievelingsnicht. Ze voelde als mijn grote zus, die zich altijd om mij bekommerde.
Door de jaren heen is onze band verwaterd – zoals dat meestal gaat bij nichten en neven. Toen ik naar de middelbare school ging kreeg ik andere interesses. Zij had al een volwassen baan. Sindsdien zagen we elkaar alleen nog maar tijdens verjaardagen en feestdagen, maar we konden altijd open en eerlijk zijn. De laatste keer dat ik haar sprak was toen ze een kopje koffie kwam drinken bij mijn moeder, een maand voordat ze vermoord werd. Het was toen pas drie weken uit met haar ex-vriend.
Ze vertelde openhartig dat haar ex vreemdging, raar deed en gemene dingen tegen haar zei. Maar mijn moeder en ik hadden niet direct het vermoeden dat er iets ernstigs aan de hand was. Het komt weleens vaker voor dat mensen in een relatie gemeen tegen elkaar zijn. Ik zei tegen haar: “Laura, jij bent een koningin. Hij is jouw kleine teen niet eens waard. Besteed gewoon geen aandacht meer aan hem.’’
Haar ex-vriend was altijd al een vreemde snuiter. Hij zag er groot en sterk uit, maar tegelijkertijd was hij ook erg stil en teruggetrokken. Zijn blik leek iets te verbergen, zijn grijns verraadde dat hij zenuwachtig was, en zijn lach vloog elke keer net wat uit de bocht. Hij forceerde een schater om maar niet uit de toon te vallen. Ik voelde me daarom soms ongemakkelijk bij hem in de buurt, alsof ik al wist wat voor gruwelijke waanideeën zich afspeelden in zijn hoofd. Er was gewoon iets off aan hem.
Maar ik hou van rare mensen, want ik ben er zelf ook een. Vandaar dat ik hem ook wel sympathiek vond. Nu walg ik ervan dat hij destijds op mijn verjaardag is geweest, een kopje koffie dronk en sigaret rookte in mijn tuin, dat hij uitbundig om mijn grappen lachte, en überhaupt met mij in contact is geweest.
Inmiddels hadden we van de recherche toestemming gekregen naar Laura’s huis te verplaatsen. We liepen via de achtertuin zodat de buren ons niet zouden zien. Mijn tante was bang dat de buren onnodige informatie zouden verspreiden aan de media of zelfs foto’s zouden maken. Ik begreep haar volkomen. Ik was namelijk ook hartstikke boos toen ik allerlei nieuwsartikelen had gelezen die klakkeloos informatie van de buren hadden overgenomen, en ik de naam van mijn nicht in al die koppen zag staan.
De artikelen die ik over de moord las en de video-interviews met omwonenden leken wel een entertainmentshow. Mensen uit de buurt – waarvan zeker ook mensen die zij niet gekend heeft – vertelden op camera over haar privéleven. Iedereen wilde zijn zegje doen. Het was alsof de hele straat zich had ingebeeld dat ze in een politieserie speelden. Ik leerde mijn nicht weer kennen op een hele wrange vreemde manier, vanuit het perspectief van onbekenden, via nieuwsmedia. Het voelde gek dat zo’n privégebeurtenis opeens een landelijke gebeurtenis was en dat anderen zich ermee bemoeiden.
Maar ik was ook blij met de media-aandacht, want het is de harde realiteit. In Nederland sterft elke tien dagen een vrouw als gevolg van (ex)partnergeweld. Het laat zien dat er meer achter een voordeur gebeurt dan je denkt. De omgeving die vermoedens heeft van huiselijk geweld wordt met de neus op de feiten gedrukt: als je niet ingrijpt, is dit hoe het afloopt.
Maar het is ook een boodschap aan de mensen die zelf in zo’n onveilige situatie verkeren: het kan ze de moed en kracht geven op tijd aan de bel te trekken. Maar hóe de media moord door partnergeweld verslaan is van groot belang – de focus zou vooral moeten liggen op de feiten, de ernst en het slachtoffer. Niet op de sensatie en de dader.
Ik bedacht scenario’s van hoe ik hem kapotmaak. Hoe hij zich zou voelen als hij geen kant meer op kon. Dat hij op de grond zou doodbloeden.
Ik was nog nooit in Laura’s huis geweest. Het voelde bizar om daar te zijn zonder haar aanwezigheid. Het eerste wat mij opviel toen ik het huis binnenliep was een hakbijl naast de slaapkamerdeur. “Laura was wel heel erg op haar hoede voor hem,’’ zei haar zus. Vanbinnen moest ik grinniken van de zenuwen. “Ik hou van absurde films, maar dat ik dit nog eens meemaak? Ik kan er niet bij.”
In de woonkamer gaf de rechercheur een reconstructie van hoe het gebeurd is: Jelle heeft bij het huis gewacht totdat Laura thuiskwam, stak een voet tussen de deur en overmande haar. Ze hebben binnen nog gepraat, en daarna schoot hij haar dood, met meerdere schoten. Volgens mijn moeder zijn er binnen nog meer gruwelijke dingen gebeurd, maar dat wil ze me niet vertellen. Ik wil het ook niet weten.
Ik bedacht scenario’s van hoe ik hem kapotmaak. Hoe hij zich zou voelen als hij geen kant meer op kon. Dat hij op de grond zou doodbloeden. En ook al is hij misschien psychisch niet in orde, ik hoopte dat hij nooit meer een straal daglicht te zien zou krijgen. Hij is iemands kind, en heeft hulp nodig – maar dat kon mij op dat moment geen zak schelen.
Even later zat ik met mijn moeder in de tuin onder een afdakje. Het regende. “Die planten had ik laatst aan Laura gegeven. Kijk hoe mooi ze groeien,’’ zei ze. Ik was blij om te zien dat Laura zo goed voor de planten had gezorgd.
Toen de lijkwagen de begraafplaats op kwam rijden en ik mijn tante, oom, neef, nicht en haar man ervoor zag lopen, voelde het alsof ik alle gebeurtenissen met mijn nicht herbeleefde. Verdronken in gedachten zit ik als een klein meisje op haar schoot, drinken we ijsthee en rijden we op de skelter in de eindeloze zomers. Ik tilde de kist op en zag mijn tante veranderen van sterke, stoere vrouw naar een kwetsbaar hoopje verdriet. Het leek alsof ze totaal geen kracht meer in haar lichaam had en ze ieder moment in stukken kon breken. Ik durfde haar niet aan te kijken of aan te raken. Ik was bang dat ik van alles verkeerd zou doen, dus daarom bleef ik maar stil en liep ik mee naar binnen.
De ceremoniemeester kondigde mij als laatste aan. Mijn familie en ik hadden afgesproken dat ik iets zou voordragen. Voordat ik opstond pakte mijn tante mijn hand vast, glimlachte en fluisterde: “Doe maar. Je kan het.” Ik nam plaats achter de katheder en ik knipperde met mijn ogen om de tranen te verbergen. Ik keek de zaal in en ik bleef enkele seconden stil voordat ik begon met mijn voordracht. Die paar seconden waren van belang, omdat ze me de moed gaven om mijn nicht voor altijd vaarwel te zeggen. Het voelde alsof ik de tekst zong, terwijl ik helemaal niet kan zingen.
We zijn inmiddels zeven maanden verder. Af en toe komt Laura nog op bezoek in mijn dromen. Laatst drukte ze een sporttas vol met brieven in mijn handen. Ze gaf me een knuffel en zei: “Maak je maar geen zorgen, alles is goed. Ik red me wel.’’
De echte namen van Laura en Jelle zijn bekend bij de redactie.
Ben je slachtoffer van huiselijk geweld, of heb je vermoedens? Bel dan 0800 2000 voor advies of chat met hulporganisatie FIER in Nederland. In België kan je gratis en anoniem bellen naar 1712 , of met hen mailen of chatten.
Bij noodgevallen bel 112.