Razende techno en dode geiten-polo op het Silk Road Festival

Eind juni was ik op het Silk Road Festival, tussen de Hindu Kush-bergen in de Afghaanse Bamyan-provincie, ver weg van de door drugs gevormde spiritualiteit van Union Park. Duizenden Afghanen kwamen gedurende de dag aan in een stroom van oude pick-ups en Iraanse motors, en vulden de weide, die aan alle kanten omgeven was door gouden bergen. De bergtoppen vormden een handig, natuurlijk amfitheater voor de optredens van de dag.

Het festival was de vorige avond al begonnen met een exclusief gala voor politici en de crème de la crème uit de lokale maatschappij. Een voor een gaven ze speeches voor een ongeïnteresseerd publiek in een uitgestrekte conferentiezaal. Maar gelukkig maakte de praatjesmakers al snel plaats voor waar het publiek op zat te wachten: live optredens van een scala aan lokale en nationale artiesten. De melodieën van hun

Videos by VICE

damburas

—een tweesnarig instrument dat veel gebruikt wordt in Hazara volksmuziek—warmde het publiek op, dat langzaam maar zeker losser werd, totdat ze explodeerde van uitzinnigheid toen Abdul Hameed Sakhizada het podium opkwam.

Abdul is een nationale superster en de winnaar van het razend populaire televisieprogramma The Voice of Afghanistan. Zijn optreden was zo energiek dat zelfs een paar van de zwaarbewapende patrouillerende bewakers de verleiding om te bewegen niet konden weerstaan. De bewaker die naast me zat was zijn Kalishnikov zorgwekkend enthousiast tegen de betegelde vloer aan het slaan.

Het driedaagse festival bestaat vijf jaar en is opgezet door de Bayman Tourism Development Board, gesteund door de Aga Khan-stichting. Het doel van het festival is om de rijke cultuur die de regio heeft te vieren en te laten zien, omdat dat eeuwenlang werd onderdrukt. In 2001 was er zelfs nog een bloedbad toen 6.000 Hazara vermoord werden door de Taliban nadat de bezetters het grootste gedeelte van de expressieve muziek en dans al hadden verboden.

Maar tijdens het festival—terwijl 10.000 Afghanen uit de regio dansten op de vlaktes rond het slaperige dorpje Bamyan—konden de donkere dagen tijdens de bezetting van de Taliban niet verder weg lijken.

De energie bleef hangen tot laat in de avond, toen de menigtes oplosten in de heuvels en er maar een paar getuigen over waren om een intiem akoestisch optreden in de legendarische ruïne bovenop een steile heuvel mee te maken. De ruïne heet Gholghola, of “Stad van de Schreeuwen”, en is vernoemd naar de inwoners die vermoord zijn door Genghis Kahn. De kamers met hoge koepelplafonds die overgebleven zijn in de geruïneerde stad zorgden voor zeer goede akoestiek voor de spookachtige, melancholische muziek.

Voordat het hoogtepunt bereikt werd met de grote sluitingsceremonie, bevatte de laatste dag nog veel optredens van de lokale cultuur, inclusief bizarre interpretatieve dans en een touwtrekwedstrijd. Maar het meest memorabele was Buzkashi, een spel met paarden in een grenzeloos gebied, met het onthoofde karkas van een geit in plaats van een bal. Tijdens onze wedstrijd moesten twee teams van twintig mensen het levenloze dier in een gat in het veld zien te krijgen. Achteraf gezien was het iets minder bourgeois dan polo.

Na de wedstrijd verzamelde het publiek zich voor een groot podium voor de grote finale, wat voornamelijk inhield dat er werd gedanst op dumbara-muziek totdat een stroomstoring het publiek in duisternis hulde. Maar kort daarna deden de antieke stroomgenerators het weer en werd er met een Perzische variant op techno het festival afgesloten.