Frank Telli is de Belg achter de miljoenenclips van Nederlandse rappers

De clips van Lil’ Kleine, Boef en Ronnie Flex harken de miljoenen views in een rotvaart binnen. Het grootste deel van deze video’s komt niet uit het brein van een Nederlandse regisseur, maar uit dat van een 26-jarige Belg met de naam Musa Mutalibov. Hij werd geboren in Tsjetsjenië, maar vluchtte op zijn negende naar België voor de oorlog in zijn thuisland. Met zijn alter ego – Frank Telli – heeft hij inmiddels de hele Nederlandse hiphopgame veroverd. Zijn laatste werk, Lil’ Kleine’s Krantenwijk met Boef, is in een kleine maand meer dan tien miljoen keer bekeken. Omdat hij normaal gesproken geen interviews geeft, blijft zijn naam doorgaans onopgemerkt in de credits. Daarom leek het ons een uitstekend idee om de regisseur eens aan je voor te stellen.

Noisey: Hé Frank! Je bent een Belg die clips maakt voor Hollanders. Is het daarom moeilijk om je zin te krijgen als je een video schiet met heethoofden als Boef of Lil’ Kleine?
Frank Telli: We hebben met Krantenwijk écht veel discussies gehad. Voor grote artiesten die altijd hun zin krijgen is het heel moeilijk om met iemand als mij te werken. Ik heb totaal geen groot imago en moet ze dan zeggen dat we bepaalde dingen niet gaan doen. Maar ik zal hen ook niet vertellen hoe ze hun muziek moeten maken. Er zijn vaak discussies en die praten we altijd rustig uit. In mijn hoofd denk ik dan: ik beslis, punt uit, haha. Soms weiger ik ook liedjes omdat ik ze niet voel of omdat ik niets voor hen kan betekenen. Dat begrijpen ze meestal wel.

Videos by VICE

Hoe ben je in dat wereldje beland?
Als kind haalden mijn vrienden en ik vaak pranks uit op school en smeten we die op YouTube. We waren toen allemaal fan van dat keidramatisch Amerikaans worstelen, dus ik had twee vrienden laten vechten in een klaslokaal en dat op internet gezet. Maar toen werd ik bij de directeur geroepen, en snel probeerde ik nog het filmpje offline te halen, alle bewijzen te vernietigen. Ze vonden het toch en dus mocht ik als enige nablijven terwijl mijn vrienden gewoon straf moesten schrijven. Later begon ik muziek te maken, maar omdat we geen geld voor clips hadden, heb ik ze zelf gemaakt. Dat ben ik blijven doen.

Maar hoe ben je van klaslokaalgevechten naar videoclips gegaan?
Top Notch vroeg me of ik niet de clip voor Mandela van SBMG wilde maken. Ik moest toen een hele tour door Nederland doen om al die rappers in hun stad te filmen. Het was superleuk en die straatvideo’s waren toen echt mijn ding. Ik heb wel direct tegen Top Notch gezegd dat ik misschien meer wilde dan alleen straatvideo’s, anders blijf je constant voor dezelfde dingen gevraagd worden. Daarna heb ik Moeilijke Tijd van Lijpe gedaan en dan is het echt vertrokken. Ook al had ik tijdens die shoot wat problemen met de Antwerpse politie.

Je kent de Nederlandse scene nu door en door. Hoe is die in vergelijking met die van België?
Het grootste verschil is dat de Nederlandse scene altijd al bewoog. Zeker toen Spotify kwam, konden artiesten in de charts eindigen zonder op de radio te komen. In België is dat pas later gekomen. Nederlanders zijn ook niet bang om iets commercieels te doen, in België zijn ze daarin wat conservatiever. Ik wacht nog steeds op een Belgische Drank & Drugs. Daarnaast zijn de producers in Nederland professioneler. Goede rappers waren er altijd al met Hef en Kempi, en met producers als Jack $hirak hebben ze nu de beats die ze verdienen. Ik probeer ook wat Belgische producers te linken met Nederlandse, want België moet echt nog groeien.

Waarom gebruik je eigenlijk de naam Frank Telli en niet je eigen naam?
Ik wilde op een bepaald moment met een schone lei beginnen en Frank Telli klonk gewoon cool. Het is niet dat ik voor ‘Frank’ koos omdat je met een exotische naam als Musa minder werk krijgt. Dat is misschien zo als je solliciteert bij een bank, maar niet in hiphop. In hiphop telt alleen je werk en niet je afkomst. Jim van Yellowclaw zei me voor de grap ooit: “Als ik wist dat je echte naam Musa was, had ik je nooit zo’n budget gegeven.” Wanneer ik een clip maak, is dat voor iemand anders en daarom gebruik ik de artiestennaam. Als ik ooit een Vlaamse film maak, doe ik dat met mijn eigen naam. Want dan is het mijn persoonlijke project en kan je je niet verstoppen.

Je werkt ondertussen vooral in Nederland, maar je woont nog in België. Heb je verhuisplannen?
Ik krijg die vraag vaak van mensen, maar het is er zo fucking duur. Je leven wordt direct drie keer duurder en ik zit goed in België. Dichtbij mijn ouders, ik zie die al zo weinig. Nu wonen ze nog bij mij in de buurt, dus als ik tijd heb kan ik gewoon even langs gaan om bij te kletsen.

Zijn je ouders zo belangrijk voor je?
Absoluut. Ze zijn er altijd voor mij geweest, ook al hebben ze het zelf niet altijd makkelijk gehad. Met het hele gezin zijn ze van de oorlog in Tsjetsjenië naar België gevlucht, een land waar ze de taal niet spraken en opnieuw werk moesten zoeken. Als kind was ik niet altijd even makkelijk. Niet dat ik veel fout deed, maar ik hing vooral met mijn vrienden en maakte muziek. Met school was ik niet bezig. Mijn ouders zijn specifiek naar België gevlucht omdat het onderwijs hier zo goed was, dus je kan je inbeelden hoe teleurgesteld ze waren toen ik mijn school niet afmaakte. Dat zij nu fier op me zijn, is hetgene waar ik het trotst op ben. Het feit dat zij zulke risico’s hebben durven nemen, motiveert mij ook omdat je ziet wat een mens allemaal gedaan kan krijgen.

Hoe heeft dat jou gemotiveerd om video’s te maken?
Ja. Er was een tijd dat ik iedereen wilde helpen met hun video’s. Ik wilde aan iedereen duidelijk maken dat ik er voor hen was. Na een tijd kreeg ik daar niks voor terug, dus ik had het gehad met al die gunsten. Ik heb toen mijn alter ego gecreëerd en vanaf dat moment wilde ik alleen nog met grote Nederlandse artiesten werken. Mensen dachten dat ik gek was en zeiden dat het te hoog gegrepen was. Ik ben vervolgens gewoon zonder plannen naar Nederland gegaan en nu heb ik met grote artiesten gewerkt. En nu denk ik al: what’s next?