Als jong persoon is het verdomd lastig om een beetje behoorlijk in de stad te wonen, en het ziet er niet naar uit dat daar binnenkort verandering in komt: het enorme woningtekort wordt de komende jaren naar verwachting alleen maar groter, wat betekent dat huizen onbetaalbaar blijven en sociale huurwoningen onbereikbaar.
Temidden van zoveel uitzichtloze ellende kan je hoop putten uit de mensen die onverminderd bezig zijn met verzet. Bewonersgroepen die zich al tientallen jaren inzetten voor lokale huurders, studenten die huurstakingen beginnen om hun onveilige woonomstandigheden aan te kaarten, krakers die ondanks herhaaldelijke ontruimingen steeds weer een nieuw pand bezetten. In het onlangs verschenen Pak Mokum Terug, uitgebracht door het krakerscollectief Mokum Kraakt, komen verschillende kanten van die woonstrijd samen. Boris*, een van de leden van Mokum Kraakt, omschrijft het boek als “een soort vrijplaats”.
Videos by VICE
Ik spreek Boris samen met Soumeya Bazi (26), lid van actiegroep Nieuw-West in Verzet, op het lommerrijke plein van de voormalige basisschool Ru Paré in Nieuw-West. Bazi zet zich in voor haar stadsdeel, waar sociale huurwoningen worden gesloopt om ruimte te maken voor mensen met meer kapitaal tot hun beschikking. In Pak Mokum Terug beschrijft ze hoe ze als vrijwilliger in de buurtkamer een bewoner tegenkomt die ziet dat er in zijn straat gesloopt wordt, maar niet weet wat er met zijn eigen woning te gebeuren staat – hij kan niet lezen, en ook zijn eigen adres opschrijven lukt niet.
Bazi leerde de kraakbeweging eigenlijk pas kennen toen ze benaderd werd om bij te dragen aan het boek. Maar het beviel haar meteen, vertelt ze. “Het eerste wat ik dacht was: mijn god, wat een leuke mensen zijn dit.”
VICE: Is het vanzelfsprekend dat krakers uit het centrum samenwerken met activisten uit Nieuw-West?
Soumeya: Ik kende de krakersbeweging nog niet zo goed, het was een ver-van-mijn-bedshow. Wel had ik al respect voor ze, omdat ze door heel directe actie een stukje van de stad willen terugveroveren. Maar inmiddels ben ik er erg enthousiast over. We delen dezelfde boosheid, maar ook een zekere liefde en passie voor de stad.
Boris: Kraken is maar één deel van de woonstrijd. Het kan niet bestaan zonder allianties. We wilden met ons boek de veelvoud van de strijd die van onderaf gevoerd wordt een plek geven, zonder daar zelf richting aan te geven. Om daarna te kunnen kijken: wat verbindt ons, wat hebben we aan elkaar en hoe kunnen we samen doorgaan?
In het manifest van Nieuw-West in Verzet staat dat jongeren die hier geboren zijn, hier graag willen blijven. Waarom is dat?
Soumeya: Daar zijn veel verschillende redenen voor. Nieuw-West is het grootste stadsdeel van Amsterdam, er gebeurt hier ontzettend veel. Er wonen veel verschillende groepen mensen bij elkaar, maar voor mij persoonlijk voelt het als een dorp midden in de stad. Het heeft een eigen karakter, een eigen identiteit. Als kind, en vooral als puber, identificeerde ik me heel erg met het stadsdeel. 5713, dat was vroeger de zone, toen er nog strippenkaarten waren.
Dat dit stadsdeel wordt gestigmatiseerd, in de media en door de politiek, speelde daar ook een rol in. Dat maakt je als kind hyperbewust van je omgeving – waar je opgroeit en waar je vandaan komt. Dat begon ik al helemaal te merken toen ik naar de middelbare school ging. Dat was een lyceum in Oud-Zuid, daar kwamen mijn klasgenoten uit heel andere buurten, rijker en witter. Soms werd ik daar wel met mijn neus op het feit gedrukt dat ik uit deze buurt kom. Eén zinnetje is me altijd bijgebleven: “daar wil ik nog niet dood gevonden worden.”
Door dat stigma voelde je je juist ook meer verbonden met de buurt?Soumeya: Je wordt je daardoor erg bewust van je eigen stadsdeel, maar ook trots. De buurtbewoners hier hebben heel veel samen meegemaakt. Niet alleen qua stigmatisering, maar ook qua woonsituatie. Veel kinderen hier groeien op in krappe woningen, in best wel slechte omstandigheden. Maar ja, je moet gewoon doorgaan en overleven. Dat vormt je gewoon heel erg. Dat geldt vooral voor jongeren die hier opgroeien, en al helemaal voor migrantenkinderen. Mijn grootouders zijn midden in hun leven ontworteld geraakt, mijn ouders ook. Ik ben de derde generatie, die is meestal hier geboren en opgegroeid. In die migratiegeschiedenis is dat dan weer de eerste keer dat je ergens kan wortelen. Dan wil je je niet laten wegjagen. Het is moeilijk om een plek die je zo gevormd heeft te moeten verlaten.
Door gentrificatie raken we deze plek kwijt, omdat het onbetaalbaar wordt. Gezinnen moeten hun woning uit omdat die gesloopt wordt, en kunnen vervolgens niet meer terugkeren. En de buurt verandert. Het wordt individualistischer. Dat zie je ook aan de architectuur van de nieuwbouw die hier komt: allemaal afgesloten doosjes. Het is onrecht. Gentrificatie vernietigt levens, gezinnen, familiestructuren, sociale structuren, culturen. Het is een dystopie. Gentrificatie is echt een dystopie.
Mokum Kraakt bezet panden in het centrum van Amsterdam. Is er daar iets soortgelijks aan de gang?
Boris: Het is niet helemaal hetzelfde, het centrum staat aan andere invloeden bloot. Daar gaat het vooral om de toeristificatie – of wat René Boer de smooth city noemt: alle spannende en onvoorspelbare dingen worden uitgeveegd. Wat voor het centrum van Amsterdam natuurlijk paradoxaal is, want dat is juist populair geworden omdat het zo’n wilde plek is. Het is niet per se gentrificatie, het centrum is altijd minder een woongebied geweest. Wel heb je er altijd een proletarische kern gehad, en een tegencultuur die zich er sinds de Tweede Wereldoorlog heel erg manifesteert. En het is op basis daarvan dat Amsterdam een reputatie kreeg, die het vervolgens kon vermarkten. En als er dan genoeg toeristen binnenkomen en er veel geld in het laatje is, dan sloop je alles wat vervelend is voor de bourgeois: de junkies, de krakers, de luidruchtige kroegen. Het asfalt verdwijnt, de auto’s gaan weg, en dan heb je een soort openluchtmuseum waar je tot in de lengte der dagen mee kunt cashen. Dat is het centrum.
Wat Soumeya hier ziet en meemaakt, dat zien wij niet. Alleen zij kan daarover schrijven. Daarom ben ik zo blij met ons boek en onze samenwerking. Er gebeuren vergelijkbare dingen, maar het is ook echt anders. Dus je moet er als activist op een andere manier op inspelen.
Soumeya: Wat mij gewoon heel erg boos maakt, en dan heb ik het specifiek over Nieuw-West, maar hetzelfde geldt waarschijnlijk ook in Zuidoost en Noord, is dat hele gezinnen, hele generaties zijn opgegroeid in shit-omstandigheden: schimmel, mensen die op de bank in de woonkamer moeten slapen, slechte isolatie. Zij hebben tientallen jaren gewacht op verbetering, op renovatie. In de tussentijd hebben kinderen astma ontwikkeld, mentale gezondheidsproblemen gekregen. En nu wordt er ineens in rap tempo vernieuwd. Maar het is niet voor ons. Je kijkt om je heen en je ziet al die hijskranen, je ziet al die gebouwen als paddenstoelen uit de grond gestampt worden. Maar het is niet voor jou. En je weet gewoon dat jij wordt buitengesloten, terwijl je er al zo lang op wacht. Dat is fucking weird.
Als je hier de straat uitloopt, kom je in de Jacob Geelbuurt. Daar stonden vroeger blokken van sociale huurwoningen. Hele gezinnen zijn daar opgegroeid. Op een gegeven moment zei De Alliantie tegen de bewoners: “het wordt tijd om dit te verbeteren. Als jullie dit ondertekenen, want we hebben minstens zeventig procent akkoord nodig van jullie, dan kunnen we beginnen met sloop”. Maar de bewoners kregen niet alle details. Ze zetten uit dankbaarheid, uit wanhoop, hun handtekening onder zo’n voorstel. En vervolgens heb je misschien één of twee buurtbewoners die wel de tijd en de energie hebben om al die stukken te lezen en onderzoek te doen. En die komen dan ineens achter wat er in al die kleine lettertjes staat. En die weten dan, fuck, als dit wordt gesloopt, kunnen wij niet meer terug in de buurt. Want wat hiervoor in de plaats komt zijn koopwoningen. Die worden verkocht voor 6 tot 7 ton. Letterlijk. Dat gebeurt nu, as we speak. Het is een sneaky spel dat de dat woningcorporaties aan het spelen zijn. En dat is heel frustrerend. Want het kost gewoon heel veel tijd en kracht om al die mensen die hier wonen van informatie te kunnen voorzien. Wooncorporaties zeggen dan: de buurt participeert niet, de buurtbewoners vullen de enquêtes niet in. Ja, fuck jou met je domme enquête. Wat ga je doen met die enquête, want je plan is toch al gesmeed?
Is er iets wat we hiertegen kunnen doen?
Boris: Ik denk zelf dat in actie komen de enige manier is om je geestelijke gezondheid te bewaren. En vooral samen, niet in je eentje, want dan word je een soort Don Quichot. Voor mij betekent in actie komen, collectief in actie komen. Wat ga je anders doen? Anders voel je je gewoon constant verloren. Alle maatregelen die er tot nu toe zijn genomen hebben geen enkel effect, niks hieraan gaat uit zichzelf veranderen. Dat kan alleen door collectieve actie. Het heeft geen zin om af te wachten totdat het wordt opgelost. Niemand gaat het voor je oplossen. Dus kom in actie.
Soumaya: Een goed voorbeeld is het verhaal van Mohammed Sadiki, die echt een fucking strijder is. Vier kinderen heeft-ie. Maar hij kwam erachter dat er na de sloop van de flats in de Johan Greivestraat en de Piet Mondriaanstraat veel minder sociale huur zou terugkomen. Daarbij wordt een groot deel van die sociale huur “jongerenwoningen”, dus gezinnen kunnen daar niet naar terug. Hij heeft toen allianties gezocht met andere buren en buurtcommissies, en ze zijn met hun gezinnen in een busje naar het hoofdkantoor van wooncorporatie Lieven De Key gegaan, om daar gewoon te staan met bordjes. Dat had De Key niet zien aankomen, die dachten: ach, die mensen begrijpen het toch niet, ze spreken de taal amper. Ze gingen ervan uit dat ze vrij spel hadden, maar nu was er toch een tegenreactie. En toen kwamen er onderhandelingen met de buurtbewoners. Die verliepen moeizaam, maar er komen nu wel iets meer sociale huurwoningen terug. Nog steeds een druppel op de gloeiende plaat misschien, maar het laat wel zien dat verzet werkt.
Pak Mokum Terug: woonstrijd in een krakende stad is hier te bestellen.