Tech

Glyfosaat wederom in opspraak, ditmaal om het veroorzaken van leververvetting

Vorig jaar was er hevige commotie rondom glyfosaat, het hoofdingrediënt in onkruidbestrijdingsmiddel Roundup van Monsanto, dat wereldwijd naar hartelust wordt gebruikt door boeren. Het leek er in eerste instantie op dat de licentie voor het gebruik van glyfosaat zonder problemen zou worden verlengd, maar er ontstond paniek in de tent toen de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) een rapport publiceerde waarin gepleit werd voor de afschaffing van glyfosaat. Volgens de WHO veroorzaakt het ingrediënt namelijk lymfeklierkanker bij dieren en waarschijnlijk ook bij mensen. De Europese Voedselgezondheidsautoriteit (EFSA), een instituut dat ook bepaalt welke zoetstoffen in ons voedsel gebruikt mogen worden, bracht niet veel later een eigen onderzoeksrapport uit in reactie op het rapport van de WHO. “Het is onwaarschijnlijk dat glyfosaat een kankerverwekkend gevaar vormt voor mensen,” oordeelden zij met veel fanfare. Op basis van dit rapport bepaalden zij in juni 2016 dat glyfosaat nog minstens anderhalf jaar gebruikt mag worden.

Monsanto kneep hun handen dicht, maar wat EFSA er minder expliciet bij vertelde was dat een van de onderzoeken waar zij hun oordeel op baseerden – en waarin glyfosaat enorm positief uit de bus kwam – voor een groot deel was geschreven door Monsanto zelf.

Videos by VICE

Lees hier meer over hoe deze situatie destijds in elkaar zat.

Goed, en nu weer terug naar 2017. Want terwijl deze hele heisa gaande was, ontdekte een ander onderzoeksteam dat glyfosaat naast lymfeklierkanker ook nog eens leververvetting veroorzaakt – zelfs bij een minuscule dagelijkse inname. Zij schreven hun rapport al in juli 2016, maar het onderzoek is afgelopen maandag pas online gepubliceerd. Erg wrang, want als zij hun rapport een maand eerder hadden geschreven dan had de EFSA mogelijk anders geoordeeld over glyfosaat.

Het onderzoeksteam, geleid door Robin Mesnage, onderzoekswetenschapper in cellulaire en moleculaire toxicologie, onderzocht twee jaar lang hoe ratten reageerden op een dagelijkse blootstelling aan een minuscule hoeveelheid glyfosaat. Aan hun drinkwater werd Roundup toegevoegd, waardoor een verhouding ontstond van 0,05 microgram glyfosaat per liter water. De ratten hadden vrije beschikking over hun drinkwater. (Gemiddeld drinken ratten 20 tot 50 milliliter water per dag, dus dat zou 0,001 tot 0,0025 microgram glyfosaat per dag betekenen.) Deze Roundup-ratten, zoals zij door de onderzoekers werden genoemd, hadden na twee jaar bijna twee keer hogere vetwaardes in hun bloed dan de controleratten. Bovendien hadden zij significant vaker last van leververvetting.

Bij leververvetting gaat er iets mis in de vetstofwisseling (het vetmetabolisme), waardoor er te veel vet in de lever wordt opgeslagen. Vervetting van de lever is bij een goede behandeling weer omkeerbaar, maar het onderzoeksteam maakt zich vooral zorgen over de verstoorde vetstofwisseling die glyfosaat veroorzaakt. Zij roepen in hun conclusie dan ook andere onderzoekers op om meer onderzoek te doen naar “de mogelijke rol van een lage glyfosaatdosis in de ontwikkeling van het metabool syndroom.”

Het metabool syndroom ontstaat vaak als gevolg van obesitas. Bij dit syndroom treedt er een verstoring op in de stofwisselingsregulatie door de hersenen. Mensen met het metabool syndroom hebben daardoor zestien keer meer kans op een aandoening aan hart- en bloedvaten dan mensen die het syndroom niet hebben.

De ratten kregen 0,05 microgram glyfosaat per liter water, maar het is bijna onmogelijk om uit te zoeken hoeveel glyfosaat wij eigenlijk binnenkrijgen via onze voeding. Desalniettemin kan ik wel berekenen hoeveel glyfosaat er op onze landbouwgrond wordt gebruikt. Hoeveel daarvan uiteindelijk op ons bordje komt kan ik niet zeggen. (Ironisch genoeg geldt er in Nederland een verbod op het gebruik van glyfosaat, behalve in de landbouw: daar mag het gewoon gebruikt worden.)

Nederland heeft ongeveer 22.644.000 vierkante kilometer landbouwgrond. Het CBS geeft cijfers over glyfosaatgebruik, maar volgens Greenpeace kloppen deze niet met de verkoopcijfers van glyfosaat in Nederland, en zijn de werkelijke cijfers vijf keer hoger dan het CBS beschrijft. Volgens die verkoopcijfers wordt in Nederland per jaar ongeveer 779.818 kilo glyfosaat gebruikt, wat neerkomt op 34 gram glyfosaat per vierkante kilometer per jaar – als je er van uitgaat dat de verdeling compleet gelijk is. Dit staat gelijk aan 34.000.000 microgram per vierkante kilometer. Bovendien eindigt glyfosaat soms in het drinkwater. Voor de ratten was een dagelijkse dosis van 0,002 microgram genoeg om leververvetting te oorzaken, en er zou eigenlijk een grootschalig onderzoek moeten worden gestart om te onderzoeken hoeveel glyfosaat wij in Nederland binnen krijgen en welke gevolgen dat heeft.

Jammer genoeg is het onderzoek van Mesnage op zeer kleine schaal uitgevoerd, namelijk op 10 Roundup-ratten en 10 controle-ratten. Op dit moment zullen deze resultaten dus waarschijnlijk weinig grote gevolgen hebben. Maar als onderzoekers inderdaad ingaan op de oproep van Mesnage’s team om op op grote schaal onderzoek te doen naar de rol van glyfosaat in leververvetting en het metaboolsyndroom, dan kunnen zij misschien hun resultaten dit jaar nog presenteren. Dat zou precies op tijd zijn: in december van dit jaar loopt de licentie van glyfosaat namelijk af en moet de EFSA het ingrediënt opnieuw onder de loep moet nemen.