Het domein van het anti-Europese sentiment vormt een wereld op zich. Het meest kenmerkend voor deze wereld is – los van de haat tegen de EU – misschien wel het vocabulaire dat gehanteerd wordt in online discussies en monologen. Mocht je door de bomen het bos niet meer zien, of jezelf in een discussie met andersdenkenden willen mengen over de toekomst van het Europese continent en haar regering, lees dan snel door. We hebben namelijk de speerpunten van de anti-Europese woordenschat even voor je gerangschikt. Van aasgier tot zakkenvuller, hier volgt (naar Grieks voorbeeld) een Anti-Europa-ABC.
A is voor Aasgieren, dat zijn het allemaal,
Videos by VICE
B is voor Brussel, die plukken ons kaal,
C staat voor Crisis, veroorzaakt door paars,
en D666 met hun Dronkenmanspraat,
E van Eurabië, dat komt eraan,
De F is van Foetsie, zoals Henks goeie baan,
G staat voor Graaien en Grote zak geld,
Hoge Heren in het Haagse, loop naar de Hel,
De I staat voor te Ingewikkeld en log,
J is van Jarenlang list en bedrog,
K staat voor Karrenvracht geld naar de Grieken,
de L staat voor de Linkse windmolenwieken,
De M is van Minder, dat willen we nu!,
Nexit is Nederland uit de EU,
Opkrassen met de Oost-Europeanen,
P is voor Polen die Pikken de banen,
Q dat is Quitte, dat spelen we niet,
R is de Roversbende die ons geld verschiet,
S is de Staatsruif, die wordt leeg getrokken,
stem Tegen vandaag in lokale stemhokken,
De U is van Unie, daar moeten we Uit,
geef het Vierde Rijk nu een tegengeluid,
W is van Wantoestand en Witte boord,
Xenofobie, wat betekent dat woord?
Y is voor EYPΩ, doe mij maar de gulden,
Laat Zakkenvullers zelf opdraaien voor schulden!
