Muziek

Het nieuwe album van Amenra zou zomaar de zwanenzang van de band kunnen zijn

Voor weinig artiesten is pijn zo belangrijk als voor Amenra. Het is het herkenbare geluid van de Vlaamse band, en iedereen die een van hun MASS-albums heeft geluisterd of hen live aan het werk zag, weet ongetwijfeld wat ik daarmee bedoel.

De vijf heren uit Kortrijk kwamen in 1999 al met hun eerste plaat, MASS I. Ze spelen een intense vorm van post-metal en sludge die aan je blijft plakken als pikzwarte teer. Hiermee groeiden ze uit tot een van de grootste spelers in het genre, met een trouwe en haast cultische aanhang. Na enkele albums zijn ze ook akoestisch werk beginnen opnemen, en vormden zich enkele solo- en zijprojecten zoals het indrukwekkende CHVE. De band tekende op het legendarische label van Neurosis en tourde de afgelopen jaren constant de wereld rond.

Amenra brengt in al zijn duistere klanken en occulte symboliek vooral een schouder naar voren. Een schouder waar je als luisteraar op kan leunen, als hij of zij daarnaar op zoek is. Want ieder van ons leert verlies en verdriet kennen – op een heel eigen, maar toch universele manier – en de band is op een oneindige zoektocht om een plaats te geven aan die emoties.

Na vijf jaren van relatieve stilte is de zesde plaat MASS VI eindelijk hier. Een tijdje terug maakten we al een korte documentaire over de man, maar voor deze gelegenheid hang ik aan de lijn met Colin H. van Eeckhout, zanger en frontman van de band, op een van de laatste zonnige dagen van het jaar.

Videos by VICE

Noisey: Even voor de zekerheid: toen ik voor het eerst de cover van MASS VI zag, was ik even bang dat dit jullie zwanenzang zou zijn.
Colin H. van Eeckhout: Je bent niet de eerste die het zegt. Misschien is het dat wel. Amenra is sowieso een langgerekt afscheid, dat al begon bij MASS I. Het zal ooit tot zijn eind moeten komen, maar goed, wanneer dat is weten we niet.

Het maken van deze plaat duurde ook vijf jaar. Wanneer wisten jullie dat het tijd was voor een nieuw hoofdstuk?
Toen we een telefoontje kregen van onze drummer dat zijn moeder was overleden, voelden we dat het tijd was om samen te komen. Zo’n moment roept je echt tot halt. Alle zaken die er eigenlijk niet echt toe doen kan je dan aan de kant schuiven om weer even te beseffen wat de essentie is. Dat is dan ons uitgangspunt.

Was er een bepaald verhaal dat jullie wilden vertellen met MASS VI?
We hebben nooit echt een verhaal voor ogen als we aan een plaat beginnen. Ik heb het gevoel dat als we dat zouden doen, dat dan zou mislukken. Bijna alles gebeurt bij ons op goed geluk, instinctmatig. Die laatste periode uit ons leven in muziek omzetten. Muziek die een functie heeft, in de eerste plaats voor onszelf, en dan hopelijk ook voor anderen. Dat is altijd het doel geweest.

Beginnen jullie altijd met muziek maken wanneer er iets moeilijks is gebeurd in jullie levens?
We wachten tot er genoeg redenen zijn om iets oprechts te kunnen brengen. Je voelt dat volgens mij als luisteraar ook heel erg, of een plaat gemaakt is om een plaat te kunnen uitbrengen, of omdat er een noodzaak was om iets te ventileren of om iets tastbaar te maken. Muziek waarvan ik vermoed dat het recht uit het hart komt, vind ik eigenlijk altijd beter. Sommige muzikanten blijven volgens mij schrijven en schrijven, of ze nu succes hebben of niet, gewoon omdat ze dat moeten doen. Alsof ze daarvoor op de wereld geworpen zijn.

Maar wat als er geen pijn meer is? Als jullie je allemaal op een heel goeie plek zouden bevinden, stopt Amenra dan met bestaan?
Dan zou Amenra inderdaad opzij gezet worden. We hebben daarom ons akoestische project in het leven geroepen, dat gevoelsmatig meer gericht is op onze nakomelingen. En zo zijn er nog zijprojecten, die altijd heel oprecht zijn maar niet noodzakelijk moeten baden in miserie. Maar goed, dat is het leven, hè. Om de zoveel tijd overkomt jezelf of iemand die je graag ziet iets, daar blijft sowieso niemand van gespaard.

Waarom denk je dat dit hetgeen is dat jullie aanzet tot muziek maken?
Dat weet ik eigenlijk echt niet goed. Misschien is dat gegroeid uit de serieusheid van de hardcore- en punkscene waarin we zijn opgegroeid. Dat is zeker ook geen feelgoodmuziek – je bent pissed off tegen alles en iedereen, en uit je frustratie over allerlei dingen. Van daaruit zijn we dan denk ik geëvolueerd naar een soort frustratie op emotioneel vlak, over dingen die je niet kan verhelpen en over de machteloosheid die je daarbij ervaart. Het is vergelijkbaar met therapie omdat je ook heel duidelijk je momenten uitkiest wanneer je over bepaalde gevoelens gaat reflecteren.

Word je steeds opnieuw geconfronteerd met die pijn wanneer je je eigen muziek hoort of live speelt?
Soms heb je een goeie dag en amuseren we ons erg, en dan moeten we wel echt een klik maken voor je op het podium stapt – maar dat zijn we ondertussen wel gewend. We maken die klik en gaan voor die volle zestig minuten terug naar de persoon die we waren toen we die specifieke muziek schreven. Je voelt je dan achteraf ook oprecht beter, door al die energie even te kanaliseren en die er grofweg uit te stampen. Ik stap achteraf vaak met volledig nieuwe batterijen van het podium.

Jullie spelen nu op grote festivalshows, terwijl ik persoonlijk een Amenra-optreden altijd het meest intens vond in een heel kleine, intieme omgeving.
Festivals spelen is voor ons inderdaad altijd een moeilijk gegeven. Sowieso spelen we graag met onze projecties en visuals. Dan kom je al in de problemen als je in een tent of open air speelt. Gelukkig hebben we een heel goed team van mensen die ons ondersteunen, anders zou het niet lukken. Het is vanzelfsprekend moeilijker om iemand te raken van vijfhonderd meter afstand, maar dat maakt het net een interessante oefening. Ik denk dat we toch steeds meer gaan terugvallen op kleinere shows tussendoor, om die connectie tussen toeschouwer en band meer uit te lichten.

Ik herinner me een show op de opening van een Raf Simons-collectie in Antwerpen. Geen podium, één kleine spotlight op de grond, en blazen maar. Zoiets bedoel je?
Zo is het voor ons ook begonnen, ja. Iedereen rondom ons, je kon het zweet van de mensen naast je bijna opvangen.

Ook wel cool dat jullie een show spelen op zo’n ongebruikelijke plek. Ik stond met een glaasje wijn tussen allemaal modeliefhebbers te kijken naar jullie scheurende nummers. Het is sowieso interessant dat we zulke verschillende werelden kunnen binnenstappen. Het thema waar we mee werken is sowieso heel erg universeel. We houden er niet van om bepaalde mensen uit te sluiten omdat ze er niet bepaald bij hoorden.

Dat siert. In de strikte metalscene is zoiets best moeilijk.
Het is logisch dat we niet iedereen kunnen bekoren, en dat hoeft ook niet. Het gevoel dat we bezingen is nu eenmaal wel zo universeel, het is iets dat iedereen weleens zal herkennen. Ik heb nooit gesnapt waarom je je elitair zou moeten opstellen tegenover andere mensen, bands of muziekgenres.

In onze documentaire zag ik je moeder vertellen dat ze het bijna een openbaring vond om je voor het eerst op een podium te zien. Ben je door Amenra als persoon gegroeid, ook naar de buitenwereld toe?
Vermoedelijk wel. Ik herinner me dat ik pas besefte hoe zij zich gevoeld had toen ik zelf die beelden zag. Je enige zoon, die niet te veel durf heeft, en dan opeens zo van jetje geeft op een podium. What the fuck, waar komt dat vandaan? Ook dat is denk ik best herkenbaar voor onze luisteraars: net zoals je verlies meemaakt, voelt iedereen ooit weleens de drang om alles van zich af te schreeuwen en aan te vallen in welke richting dan ook. Ik heb het grote geluk dat ik dat op deze manier kan doen.

Wil je Amenra live zien? De band staat 31 oktober in Ancienne Belgique.

Bekijk onze documentaire over Colin van Eeckhout hieronder.

Beluister ‘MASS VI’ hieronder.