Sport

Hoe Amine Ennali na Lazio Roma in de bungalow van Achilles’29 belandde

Hij speelde sinds begin 2016 in de jeugdopleiding van Lazio Roma, maar verscheurde daar afgelopen winterstop zijn contract.

Nu gaat Ennali, die in Nederland in de jeugdopleiding van Vitesse speelde, weer anoniem door het leven. Maar hij wil nog steeds profvoetballer worden. Bij Achilles’29 werkt hij hard aan die droom. Een vakantiepark vlakbij de Duitse grens is zijn nieuwe basis. Daar woont Ennali samen met twee ploeggenoten in een bungalow van de club. VICE Sports zocht hem daar op. Dit is zijn verhaal.

Videos by VICE


“Het is wel grappig hè, van Rome naar een bungalow in Groesbeek. Van een grote club als Lazio Roma terug naar het amateurvoetbal. Veel mensen zullen me niet snappen, maar het is een bewuste keuze. Ik ben hier gelukkiger dan in Italië. Ik ben teruggegaan naar Nederland om het geluk te vinden en weer lekker te voetballen.

Ik wil hier in een korte periode slagen, via Achilles weer doorbreken. Ik moet me eerst bewijzen in het beloftenteam, maar mijn kans komt dit seizoen nog wel. Ik wil over twee jaar minimaal in de Jupiler League spelen. In de afgelopen jaren heb ik wel geleerd dat het heel snel kan gaan in het voetbal.

Alle foto’s door Rebecca Camphens.

Mijn voetbalavontuur begon in 2013. Ik ging naar de jeugd van Vitesse. Het ging goed, binnen een jaar tekende ik mijn eerste profcontract en daarna maakte ik mijn officieuze debuut in een oefenwedstrijd tegen Cercle Brugge. Peter Bosz was in die tijd hoofdtrainer van Vitesse. Jongens als Davy Pröpper, Bertrand Traoré en Zakaria Labyad zaten in de eerste selectie.

In die periode merkte ik wat het profvoetbal kan doen met je. Na mijn debuut, toen ik met de eerste selectie mee mocht trainen, had ik ineens heel veel vrienden. Ik kreeg felicitaties van familieleden die ik niet eens kende.

Ik woonde in die tijd nog in Amsterdam en reed bijna iedere dag naar Vitesse. Dus het was kiezen. Ik moest om 5 uur ’s ochtends vertrekken om voor de kantoormensen binnen te zijn, óf ik ging een uurtje later weg met de kans dat er file stond. Een aantal keer had ik gewoon een uurtje langer slaap nodig. Daardoor kwam ik in de file te staan en was ik een paar keer te laat.

Ik kreeg binnen de club het stempel dat ik altijd te laat was. Je kunt altijd hard trainen, een goed mens zijn en het beste voor iedereen over hebben, maar het beeld dat mensen van je hebben is bepalend. En er ontstond een verkeerd beeld van me. Ik brak niet door en uiteindelijk heb ik samen met de club besloten dat het beter was om een nieuwe stap te zetten en weg te gaan bij Vitesse.

Iemand in dienst van Fulham hoorde dat ik op zoek was naar een nieuwe club en benaderde me. Via een Italiaanse zaakwaarnemer meldde ook Lazio Roma zich bij me. Het klonk allebei goed, dus ik zou bij allebei de clubs een week op proef gaan, om te kijken hoe fit ik was en of er een klik zou zijn. Eerst ging ik naar Lazio. Na een week trainen zeiden ze dat ze tevreden waren en me nog een paar dagen wilden zien.

Ik heb mijn moeder gebeld voor advies. Zij zei: ‘Je bent aan iets begonnen bij Lazio, maak het eerst daar af.’ Ik heb naar haar geluisterd en een paar dagen later kreeg ik van Lazio een contractaanbieding voor 3,5 jaar. Lazio voelde goed, het is toch een Europese topclub. Ik ben uiteindelijk nooit bij Fulham langsgeweest.

Bij Lazio speelde ik in het beloftenteam als basisspeler. Ik kon het goed vinden met mijn trainer, Simone Inzaghi, ook al sprak hij niet zo heel goed Engels. De eerste wedstrijd waarin ik inviel riep hij de hele tijd ‘punta, punta, punta’ tegen me. Ik sprak geen Italiaans, dus begreep hem niet. Ik dacht dat ik de bal snel moest passen, maar hij bedoelde juist dat ik moest dribbelen en mijn acties moest maken. Dat is het beste dat een trainer kan zeggen tegen een buitenspeler. Hij gaf me een vrije rol en begreep hoe het werkt.

Inzaghi is een emotionele coach. Hij behandelde ons alsof wij zijn kinderen waren. Hij gaf veel liefde, maar kon ook enorm boos worden. Je kon toen echt zien dat hij net gestopt was met voetballen. Hij leefde heel erg mee tijdens de wedstrijden en stond te springen langs de lijn. Dat vond ik mooi. Het was allemaal met de bedoeling om ons beter te maken. Hij deed ook vaak mee tijdens de trainingen. Tijdens voetvolley bijvoorbeeld, dan kon je goed zien dat hij nog veel kwaliteiten had. Hij verloor bijna nooit.

Inzaghi zag dat ik me moest aanpassen aan het Italiaanse voetbal. Na de training liet hij me nog vaak tien of twintig minuten extra werk doen. Dat kwam eigenlijk altijd neer op alleen maar hardlopen. Zo kreeg ik een betere conditie.

Na een paar maanden werd Inzaghi doorgeschoven naar het eerste team, sindsdien is hij daar hoofdcoach. Op de dag voor een wedstrijd tegen Udinese werd Luis Alberto ziek. Ik moest me van Inzaghi ineens melden op het trainingsveld van het eerste team. Stond ik met spelers als Ciro Immobile, Felipe Anderson en Miroslav Klose op het veld. Na de lunch was ik aan het wachten totdat ik definitief te horen zou krijgen dat ik mee mocht doen tegen Udinese, tot Inzaghi vertelde dat het beloftenteam me harder nodig had. Achteraf wel jammer. Ik had die dag liever op de bank gezeten.

Nadat Inzaghi de hoofdcoach werd bij Lazio, kwam Michele Santoni als coach van het beloftenteam. Hij is een Nederlandse Italiaan en heeft eerder bij Ajax gewerkt. Ook met hem kon ik goed opschieten. Michele is echt een toptrainer. Italianen zijn tactisch sterk en hebben een goede inzet, maar hij bracht ook techniek in het team. Passen en trappen, twee keer raken bij positiespelletjes. Iedereen had er moeite mee in het begin, maar hij bracht voetbal in de ploeg. In combinatie met die Romeinse vechtersmentaliteit waren we echt een goed team. Ik denk echt dat Michele ooit aan de top gaat komen.

Ook buiten het veld konden we goed met elkaar opschieten. Hij legde me dingen uit, hielp me bij het regelen van kleine dingen. Een bankrekening openen, een Italiaanse simkaart kopen, van die zaken waar je veel Italiaans voor moet praten. Maar ook Michele ging snel weg als coach van het beloftenteam. Toen Frank de Boer naar Internazionale ging, vertrok Santoni om te assisteren. Een onbekende Italiaanse jeugdtrainer (Andrea Bonatti, red.) werd mijn derde coach in een jaar tijd. Daar ging het mis voor mij.

Hij is ambitieus en wil net als Inzaghi doorgroeien naar het eerste team. Alles draaide bij hem om winnen. De trainer vergeleek ons team eens met schaken. Tijdens een gesprek met mij zei hij: ‘Jij bent mijn koningin. Het schaakstuk waar ik alles mee kan. Die misschien wel wedstrijden voor me kan winnen. Maar ik geloof in eenheid, niemand is hoger dan de ander. Daarom heb ik alleen pionnen nodig.’

Bonatti had ook een soort codetaal in het team gebracht. Een voorbeeld: als je op de achterlijn stond als aanvaller, moest de bal altijd richting de penaltystip. Stond je in de buurt van de cornervlag, moest de bal naar de tweede paal. Maar ik ben een creatieve speler, hou van een vrije rol. Op die manier leek het alsof ik met handboeien om moest spelen.

Ik vond het ook moeilijk om met hem te communiceren. Er kwamen wat irritaties, waardoor ik het zwaar kreeg. Joop Lensen, het hoofd jeugdopleiding van Lazio Roma, was Nederlands. Met hem had in eenzelfde band als met Santoni. Als er problemen waren, ging ik naar Joop. Maar dat wekte juist irritatie bij Bonatti.

Ik verloor mijn plek bij de selectie van het beloftenteam. Ik keek op een zaterdag vanaf de tribune naar de wedstrijd, zondag waren we vrij en maandag was er een uitlooptraining. Het kwam er op neer dat ik bijna drie dagen niets deed. Ik kwam daardoor in een depressie, ging veel nadenken over mijn toekomst. Ik ben altijd een familiemens geweest. Dat zijn de meeste Marokkanen, denk ik. Ik miste de mensen om me heen.

Door die depressie wilde ik afgelopen winter verhuurd worden aan een Nederlandse club, maar dat zag Lazio niet zitten. Zij vonden het beter als ik op huurbasis naar een club in de Serie B of C zou gaan. Dat wilde ik niet, dan hield ik dezelfde problemen. Zat ik alsnog alleen ergens in Italië. De enige oplossing mijn contract ontbinden, dus dat heb ik uiteindelijk gedaan.

De periode in Italië heeft me mentaal wel sterker gemaakt. Ik ben ervan overtuigd dat de beste voetballers uit Marokko komen, omdat wij een sterk Afrikaans lichaam hebben en voetballend wel Europees ingesteld zijn. Die mix is perfect. Het probleem zit alleen altijd in het koppie – mentaal. Daar ben ik enorm in gegroeid in mijn tijd bij Lazio.

Daar zag ik dat een voetballer moet leven als een militair. Trainen, eten, slapen. Meer is er niet. In Nederland zijn spelers alleen maar bezig met andere dingen. Ze lopen liever in de stad of de club. Zo van: kijk mij eens, ik ben voetballer. Jongens die twee, drie duizend euro verdienen staan iedere week in de club. Maar mannen als Klose en De Vrij doen in hun vrije tijd niets anders dan boeken lezen en Netflixen. En zij zijn miljonairs hè.

Na mijn periode in Italië mocht ik op proef komen bij VFL Bochum. Gertjan Verbeek was daar toen nog trainer, maar werd in die periode net vader. Daarom had hij vaak verlof. Jan de Jonge deed de trainingen meestal. Als hij er wel was, kwam Gertjan na de training een praatje met me maken. Het ging heel goed, ik kon het niveau makkelijk aan. Maar toen werd Gertjan ontslagen. Daarna heb ik niks meer gehoord van Bochum.

Ik kon daarna op proef bij Antalyaspor in Turkije en heb daar een maand meegetraind. Ik heb op de training echt met open mond naar Samuel Eto’o staan kijken. Van alles wat hij doet straalt kwaliteit af. Heel mooi om te zien. De meeste spitsen willen graag laten zien dat ze meedoen tijdens een partijspel. Zijn ze druk met draaien en kappen. Eto’o raakte soms 89 minuten de bal niet aan, maar die ene keer dat hij hem wel raakte, was het meteen een goal. Geweldig.

Toen snapte ik ook waarom spelers kiezen voor Turkije. De zon schijnt er altijd, het leven is er mooi en het eten is lekker. Maar goed, gezond eten is er lastig voor sportmensen. Ze eten daar veel brood, knoflook en vlees met veel vet. Zelfs na de training. Je ziet het aan Nasri. Die speelt nu bij Antalyaspor. Hij is misschien nog wel fit, maar wel zwaarder dan in zijn tijd bij Sevilla. Antalyaspor wilde me uiteindelijk wel een contract geven, maar ze hadden al een maximum aan buitenlandse spelers in het eerste elftal. Daardoor ging het niet door.

Nu zit ik hier, bij Achilles, in deze bungalow. Ik slaap hier drie, vier keer per week en andere dagen bij mijn familie in Amsterdam. Het is prima. Nu merk ik ook wie echt om mij geven. Als je in een moeilijke situatie zit, haken bijna alle ‘vrienden’ af. Gaat het goed, wil iedereen bij je horen. Ik heb gelukkig in de goede tijden dat een beetje af kunnen houden, maar ik ben er ook snel genoeg achter gekomen wie mijn echte vrienden zijn.

Veel mensen vragen me hoe ik nou van Lazio bij Achilles ben beland. Dat vind ik lastig uit te leggen, waarom ik een contract bij Lazio heb ingeleverd. Mensen begrijpen mij niet, ze kunnen niet in mijn schoenen staan. Maar ik was niet gelukkig daar. Klaar. Ik geloof dat alles vaststaat in het leven, mijn pad is al geschreven. Ik weet alleen zelf nog niet waar ik beland of wat komen gaat. Het maakt me nu even niet uit voor welke club ik speel, ik wil mezelf ontwikkelen en uiteindelijk de top halen.”

Dit is een verhaal uit de rubriek Ongewenst Transfervrij, waarin VICE Sports profvoetballers aan het woord laat die graag weer willen spelen, maar door hun eigen fouten of botte pech geen club hebben. Zie hier alle verhalen uit deze serie.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.