Sport

Hoe de beste slagman ooit door racisme de top niet haalde

Dat het enige wat tussen jou en een profcarrière instaat wat ongeschreven wetgeving is, waardoor je nooit het hoogste van het hoogste kan behalen. Dat is het verhaal van honkballer Josh Gibson. Hij is tot op de dag van vandaag misschien wel de beste slagman ooit, maar hij werd nooit een echte prof in de Major League Baseball.

Toen Josh zestien was, was hij net met zijn familie naar Pittsburg verhuisd vanwege de racistische segregatie in het zuiden. Hij hield van rolschaatsen en met zwemmen haalde hij al snel wat medailles in jeugdcompetities, maar honkbal was altijd zijn grote droom. Hij rolschaatste daarom vaak zo’n tien kilometer naar de dichtstbijzijnde honkbalclub om wedstrijden te kijken.

Videos by VICE

Het was een stille en bescheiden jongen, maar dat maakte voor de scouts niks uit. Al na een paar wedstrijden mocht hij naar het semi-professionele team van de Pittsburg Crawfords. Mede dankzij hem promoveerde het team naar de hoogst mogelijke competitie: de Negro League. Na een jaar in de League kwamen er al duizenden mensen naar het stadion voor Gibson.

Er was wel één nadeel: deze hoogste competitie was de Negro League, niet de MLB. We hebben het over de jaren dertig, en ook de sport kon de racistische segregatie in de Verenigde Staten niet ontwijken. Het betekende officieel niet dat alle zwarte spelers verplicht in de Negro League moesten spelen, maar het gebeurde wel.

De fans van de Homestead Grays, het beste team uit Pittsburg in de Negro League, wilden Josh heel graag als catcher. Helaas weigerde de manager hem, want ze hadden al een sterke catcher in het team. Maar toen Josh op een dag ging kijken bij de Grays, brak de catcher tijdens de wedstrijd zijn hand. Judy Johnson, assistent-manager van de Grays, riep gelijk Josh uit het publiek. Hij speelde geweldig en kreeg na de wedstrijd direct een contract, niet wetende dat hij nooit een hoger niveau zou bereiken.

Hij was achttien, maakte zijn debuut en zijn vrouw Helen was zwanger. Het was zijn hoogtepunt. Maar twaalf dagen na zijn debuut overleed Helen tijdens de te vroege bevalling van een tweeling. De kinderen overleefden het wel, maar die werden opgevoed door de ouders van Helen. Josh bleef alleen achter.

Toch bleef Josh honkballen en hij werd de jaren daarop beter en beter. Hij bleef hopen dat hij ooit de eerste zou zijn die stap maakte van de Negro League naar de MLB. Hij speelde voor verschillende teams in de Negro League en werd de beste slagman die de competitie ooit had gezien. Het is heel lastig om met zekerheid te zeggen hoe goed hij precies was. Er zijn geen officiële verslagen van zijn prestaties, maar wel heel veel kleine krantenartikeltjes.

Zo beweren een aantal artikelen dat hij in het oude Yankee-stadion een record-homerun van 180 meter had geslagen. Daarbij zou hij in 1937 zou hij in één wedstrijd meer homeruns in het Griffith Stadion hebben geslagen dan alle Noord-Amerikaanse teams bij elkaar in dat seizoen.

Het totaal van zijn carrière komt neer op zo’n achthonderd tot negenhonderd homeruns. Maar veel van de wedstrijden werden tegen amateurs gespeeld. In de hoogste competitie zou hij 150 tot 200 homeruns hebben geslagen. Dat lijkt een stuk minder, maar dat geeft hem nog steeds een stevig gemiddelde van één homerun per 15,9 slagen. Een aantal dat hem in de hele geschiedenis van het honkbal in de top tien beste slagmannen zet, terwijl in zijn tijd het materiaal een stuk nadeliger was dan tegenwoordig.

Dus waarom heeft hij uiteindelijk nooit in de MLB gespeeld? Helaas is het antwoord simpel. Er was namelijk sprake van een ‘color line’. Zwarte honkballers mochten officieel gewoon in de MLB spelen, maar het was een ongeschreven regel dat dat niet gebeurde. Deze lijn ontstond in 1887, toen de clubs van de hoogste amateurcompetities tegen het verlengen van contracten van zwarte spelers stemden. Een tijdje daarna kwamen de ‘zwarte clubs’ op en werd de Negro League opgericht.

Josh Gibson wilde maar al te graag in de MLB spelen. Clark Griffith, manager van de Washington Senators, vroeg in 1939 aan Josh of hij in de MLB wilde spelen. “Ja natuurlijk” antwoordde Josh. “Oke, op het moment dat een ander team een zwarte speler aanneemt, mag jij voor ons spelen,” vertelde Griffith hem toen.

Tot zijn dood gebeurde dat niet. Hij bleef actief in de Negro League en hoopte dat hij ooit nog de transfer zou mogen maken. Hij verdiende zo’n duizend dollar per maand en was daarmee de best betaalde speler in de Negro League, na top pitcher Satchel Paige. Josh was heel lang een vrolijke, oprechte en bescheiden man, maar dat bleef hij niet.

In het begin van de jaren veertig begon hij veel te drinken. Echt veel. Daarnaast blowde hij, raakte hij zijn tweede vrouw kwijt en kreeg een relatie met een vrouw die veel zwaardere drugs gebruikte. Bovendien kreeg Josh steeds vaker hoofdpijn. Als catcher rende hij altijd al wat verdwaald en duizelig achter een bal aan, dus verschillende dokters hadden opgemerkt dat er iets ernstig mis kon zijn in zijn hersenen.

Na de zomer in 1942 merkten teamgenoten dat Josh totaal iemand anders was geworden. Hij grapte niet meer en was niet meer de vrolijke jongen die ze kenden. Hij was erg stil en bewoog nauwelijks. Op nieuwjaarsdag van 1943 stortte Josh Gibson plotseling in. Hij raakte voor een dag in een coma. Na wat onderzoek bleek dat hij een hersentumor had, en dat hij zo snel mogelijk moest worden geopereerd. Hij weigerde de operatie. Hij wilde zichzelf blijven en was bang veel te verliezen.

Josh zei niks tegen zijn team over de situatie en bleef nog vier seizoenen spelen voor het team, in de hoop toch nog naar de MLB te kunnen gaan. In zijn laatste seizoen in 1946 wist hij alsnog 16 homeruns te slaan. Aan het einde van het seizoen ging hij heel snel achteruit. Hij had bronchitis, een slechte lever, was uitgeput van de zenuwen en bleef veel drinken. 20 januari 1947 overleed hij op 35-jarige leeftijd aan een hersenbloeding.

Drie maanden later debuteerde de eerste zwarte speler in de MLB, toen Jackie Robinson bij de Brooklyn Dodgers tekende.

Mis niets! Like VICE Sports Nederland voor je dagelijkse dosis ijzersterke sportverhalen.