Hoe de kinetische kunst van Jean Tinguely blijft draaien | Conservation Lab

Ben je al gaan kijken naar de kinetische kunst van Jean Tinguely in het Stedelijk Museum Amsterdam? Misschien heb je jezelf dan afgevraagd hoe deze fragiele machines blijven draaien. En dat is een zeer terechte vraag, want het conserveren van kinetische kunst is een erg complexe kwestie. Het is namelijk niet alleen de vraag of je het voorwerp kan repareren, maar ook of het überhaupt gerepareerd moet worden. Is het misschien te kwetsbaar? Veroorzaakt de motor te veel schade als je hem langere tijd laat draaien? Hoe essentieel is het dat het kunstwerk beweegt – is het werk nog interessant als het stilstaat?

“De standbeelden van Niki de Saint Phalle zijn ook fonteinen. Hier zou in principe water uit moeten komen, maar de kleurrijke standbeelden spreken eigenlijk al voor zich,” vertelt Lydia Beerkens, restaurateur van moderne kunst. “Maar de verlichte kinetische kunstwerken van bijvoorbeeld Gruppo T (Grazia Varisco, Gianni Colombo cum suis) hebben het kinetische aspect nodig om goed over te komen, anders zie je alleen een zwarte omlijsting of doos.”

Videos by VICE

Struttura Tricroma (1963) door Giovanni Anceschi van Gruppo T. Gemaakt met een elektrische motor.

Na uitvoerig onderzoek en overleg komen restaurateurs met een plan van aanpak. Hiermee is het moeilijkste werk gedaan. “De reparatie zelf is meestal van korte duur,” vertelt Beerkens. Nadat de conservators het kunstwerk volgens de richtlijnen hebben schoongemaakt, bijgewerkt en gedocumenteerd, nemen de monteurs en elektriciens het over; ze repareren de motor en de bedrading. 

Sex Bomb door Woody van Amen. Lydia Beerkens probeerde het kunstwerk te repareren met een fietsmotor, maar de motor was te zwak om uren aan een stuk door te gaan, dus werkte het alleen met intervallen van vijf minutten. 

Beerkens geeft over de hele wereld les over het conserveren van kinetische kunst. Naast die van Jean Tinguely heeft ze kunstwerken van onder anderen Woody van Amen, Martha Boto, László Moholy-Nagy en Marta Pan onder handen genomen. Het Stedelijk Museum in Amsterdam vroeg haar advies ter voorbereiding van de tentoonstelling van Tinguely. Haar eerdere studie naar Gismo van Tinguely werd gepubliceerd in het boek Modern Art: Who Cares? en het artikel geeft inzicht in wat restaurateurs allemaal moeten overwegen bij het restaureren. “De machine hoort te rammelen als hij beweegt. Zo is het altijd geweest – de slordig aan elkaar gelaste staven moeten schuren en piepen,” schrijft ze. Oftewel: het is een doodzonde als een klusjesman eventjes de wielen doorsmeert om de machine wat soepeler te laten lopen.

Le Cyclograveur (1960) door Jean Tinguely tijdens de tentoonstelling ‘
Rörelse i konsten’ in Stocholm, 1961

. Foto: Lennart Olson

Beerkens vertelt dat Gismo in een vervallen toestand juist meer indruk maakt op mensen. Voor haar onderzoek heeft ze het kunstwerk laten zien aan een focusgroep, die het loofde om “de levendigheid, improvisatie en het persoonlijke karakter.” Ook de karakteristieke geluiden droegen daaraan bij. “Men voelt zich geneigd zich te identificeren met het kunstwerk alsof het iets levends is.”

In de wereld van het conserveren van kinetische kunst is niet elke upgrade van de machine een verbetering. Integendeel: een ‘defect’ is soms juist een heel belangrijk onderdeel van het eigenlijke werk.

Bekijk hieronder meerdere kinetische kunstwerken:

Magnetic Surface (1959) door Davide Boriani, een kinetisch kunstwerk dat handmatig wordt geactiveerd. Beeld met dank aan www.reprogrammed-art.cc
Giovanni Anceschi. Beeld met dank aan M&L Fine Art
Deplacements Optiques (1968) door Martha Boto. Video door Luis Moure

 

Spectacle door Jean Tinguely. Beeld met dank aan ARTtube.

Klik hier om meer te weten te komen over de tentoonstelling van Jean Tinguely in Stedelijk Museum Amsterdam.