De Rohingya zijn een etnische groep waarvan het grootste gedeelte in Myanmar (Birma) leeft – met name in de noordwestelijke provincie Rhakine. De groep is met zo’n achthonderdduizend mensen een islamitische minderheid in het land. Hun situatie is uiterst bar: ze zijn stateloos, hebben geen burgerrechten, wonen gedwongen in kampen, en worden gediscrimineerd, vervolgd en vermoord. VICE News maakte er onlangs
deze documentaire over.
Sommige Rohingya wonen al eeuwen in Myanmar, maar ze worden door veel Boeddhistische inwoners nog steeds gezien als indringers uit Bangladesh, die illegaal de grens zijn overgestoken. In 2012 waren er zoveel massaslachtingen gericht tegen de Rohingya, dat Human Rights Watch sprak van een etnische zuivering.
Uiteraard wordt het probleem niet genegeerd door de rest van de wereld. Zo investeren de Verenigde Naties in ontwikkelingen in het gebied waar de Rohingya leven, met het idee dat als de algehele situatie verbetert, de situatie van de Rohingya ook zal verbeteren. Het is dan ook extra pijnlijk dat deze investeringen de Rohingya weinig soelaas lijken te bieden, om niet te zeggen de situatie alleen maar erger maken. Dat is de conclusie van een rapport over de situatie en de financiële hulp die de VN biedt, dat de VN zelf heeft laten opstellen voor intern gebruik, maar in handen van VICE News is gekomen, die daar kort geleden dit artikel over publiceerde.
In het rapport staat: “De huidige strategie van de VN – het inzetten op investeringen in ontwikkelingen, als oplossing voor het probleem in de staat Rakhine, houdt geen rekening met het feit dat ontwikkelingsinitiatieven die worden uitgevoerd door een discriminatoire overheid, via discriminatoire structuren, zeer waarschijnlijk ook een discriminatoire uitkomst zullen hebben.” Kortom: met de beste bedoelingen geld pompen in overheidsstructuren die de Rohingya onderdrukken, gaat het probleem niet oplossen.
De Nederlandse overheid blijkt te maken hebben gehad met vrijwel hetzelfde probleem. Vorig jaar stelde Tunahan Kuzu (van DENK) vragen over de rol van Nederland in de Rohingya-kwestie, waarop Bert Koenders van Buitenlandse Zaken in augustus antwoordde dat de Nederlandse overheid zich zorgen maakt over de situatie, en z’n steentje bijdraagt om deze te verbeteren. Hij zei dat er geld gaat naar humanitaire organisaties (zoals het UNHCR en UNICEF) die opkomen voor minderheden als de Rohingya, en dat er geld wordt gegeven aan het ontwikkelingsfonds van de EU, die in de provincie Rakhine verschillende programma’s heeft lopen.
De Minister zei ook: “Het kabinet is van mening dat de transitie ten gunste moet komen van alle inwoners van Birma/Myanmar. Het kabinet zet zich in voor stabiliteit, inclusieve economische ontwikkeling, democratische ontwikkeling en verbetering van de mensenrechtensituatie inclusief het aanpakken van onrechtvaardigheid. Het één kan niet zonder het ander.” Met het gelekte VN-rapport in je achterhoofd zou je je kunnen afvragen in hoeverre deze algemenere steun aan het land de situatie van de Rohingya verbetert.
In het antwoord op Kamervraag 15 vertelt minister Koenders dat de Nederlandse regering ook de lokale media steunt “om onafhankelijke berichtgeving over spanningen tussen etnische groepen te bevorderen.” Op dit punt blijkt helemaal hoe ingewikkeld het is om een situatie in een land te verbeteren, als de spanningen tussen groepen zo diep geworteld zit in de structuren van dat land. Minister Koenders gaf namelijk aan de nieuwswebsite Irrawaddy te steunen:
Irrawaddy, van oorsprong een politiek onafhankelijke nieuwssite, blijkt tegenwoordig niet helemaal zuiver op de graat. De Nederlandse schrijver en columnist Nourdeen Wildeman, die op dit moment voorzitter is van de stichting as-Salaamah wal’Adaalah – die zich inzet voor de Rohingya-bevolking in Myanmar, benaderde ons omdat hij had ontdekt dat de Rohingya op deze site nogal eens in een kwaad daglicht worden gesteld.
Zo publiceerde de site deze cartoon, waarin een halfnaakte man – die symbool staat voor de ‘boat people’ (een benaming voor de Rohingya) – voordringt ten opzichte van andere etnische minderheden, om rechten op te eisen bij de onlangs verkozen nieuwe regering. Mensenrechtenactivist Wai Wai Nu noemt de cartoon beledigend en gevaarlijk. Nou zou je kunnen zeggen dat cartoons bedoeld zijn om te poken, te provoceren, en grenzen op te zoeken. Een minderheid in zwaar weer afbeelden als onbeschofte voordringers is niet chic, maar zou moeten kunnen.
Kwalijker, voor de positie van de Rohingya, is dat ze in de Birmese versie van Irrawaddy regelmatig worden aangeduid als ‘Bengalezen’. Via de activistische blogger Nay San Lwin ontvingen we tien screenshots van de website van Irrawaddy: vier artikelen die geschreven zijn in het Engels (1, 2, 3, 4); zes die geschreven zijn in het kriebelige Birmees (1, 2, 3, 4, 5, 6). Een onafhankelijke tolk kon bevestigen dat er in de Birmese versie over ‘Bengalezen’ werd gesproken, wanneer het over Rohingya ging, en ook activist Wai Wai Nu onderschrijft dat de Rohingya in Irrawaddy worden aangeduid als ‘Bengalezen’.
Die term, ‘Bengalezen’, heeft grote implicaties. Het woord dat je gebruikt om de islamitische minderheid aan te duiden, bepaalt namelijk welke kant je kiest, zo legt journalist Fidan Ekiz uit in het programma De Pen & Het Zwaard (in deze aflevering over Myanmar, op 36 minuut 45). Door het woord ‘Rohingya’ te gebruiken onderken je dat dit een etnische groep is die bestaansrecht in het land heeft, maar gebruik je het woord ‘Bengalezen’, dan ontken je hun bestaansrecht als burger in Myanmar, en omschrijf je ze als illegale, rechteloze immigranten uit Bangladesh.
Dat de woordkeus grote implicaties heeft blijkt al uit het feit dat Daw Aung San Suu Kyi – de leider van de NLD-partij, die onlangs de eerste democratische verkiezingen van Myanmar ooit won – de ambassadeur van de VS adviseerde om het woord ‘Rohingya’ te vermijden, omdat de groep niet erkend wordt als een etnische groep binnen Myanmar. De Amerikaanse ambassadeur besloot dit advies te negeren.
Opvallend is dat in de Engelse versie van Irrawaddy wel de term ‘Rohingya’ wordt gebruikt – mogelijk omdat de krant bang is om internationale subsidies te verliezen.
Videos by VICE
In een reactie geeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan op de hoogte te zijn van het gebruik van de term ‘Bengali’ door de krant. Het Ministerie laat weten: “De krant gebruikt, naar eigen zeggen, de twee termen door elkaar heen als reactie op serieuze bedreigingen, dit als gevolg van een groeiend anti-moslim sentiment in Myanmar en de grote maatschappelijke weerstand tegen het gebruik van de term ‘Rohingya.’ Dit doet echter niet af aan de verantwoordelijkheid van de krant om niet bij te dragen aan etnische spanningen. Te meer omdat de krant een jarenlange track record heeft in de strijd voor persvrijheid en mensenrechten.”
Over de cartoon liet het ministerie weten: “Het is niet aan ons om te reageren op de inhoud van cartoons. Uit onze navraag bij een redacteur van de krant bleek dat dit een inzending was van een vaste cartoonist die de draak wilde steken met het anti-Rohingya sentiment. De redacteur voegde hieraan toe dat dit achteraf gezien niet de beste beslissing was.”
Hoe het ook zij: het Ministerie heeft laten weten dat de Nederlandse steun aan Irrawaddy, na een langlopende relatie, per september 2015 ten einde is gekomen. Dat is goed nieuws, want daarmee draagt Nederland niet langer bij aan het nog groter maken van de etnische spanningen in het land.
Tegelijkertijd legt deze kwestie bloot hoe vreselijk lastig het is om een positieve invloed uit te oefenen op een land waar zoveel verdeeldheid en discriminatie heerst, als de structuren, zoals de media, in een land zelf rot zijn. Het steunen van Irrawaddy gebeurde ongetwijfeld met de beste bedoelingen, maar had in feite een contraproductieve* uitkomst, wat betreft de positie van de Rohingya.
[*update: “contraproductief” richt zich hier louter op het gebruiken van de term ‘Bengalezen’, wat de laatste jaren af en toe in de Birmese versie van Irrawaddy is gebeurd. Het is belangrijk om ook te vermelden dat Irrawaddy een lange staat van dienst heeft, waarbij ze als een van de weinige media überhaupt over de Rohingya berichtten en vragen stelden over het beleid van de NLD. Het is dus zelfs zo complex dat een in principe ‘goed’, kritisch nieuwsmedium ook zijn minder fraaie kanten kan hebben.]