Identiteit

Hoe het is om geen seks te kunnen hebben omdat je vagina op slot zit

Nienke Helder tegen rode achtergrond

Seks gaat voor de meesten van ons helemaal vanzelf, en vaak is het een daad tussen twee of meer mensen van liefde, lust of spetterende spanning. Intiem en privé is het sowieso, maar dit verandert totaal als je iemand bent bij wie seks, of vooral penetratie, fysiek onmogelijk is.

Vrouwen die lijden aan vaginisme krijgen te maken met koude ruimtes, steriele apparaten en plastic fallusvormen die de vagina in moeten, met het doel de pijn die deze vrouwen daarbij ervaren te verhelpen. Nienke Helder (26) had zelf jaren last van een blokkerende bekkenbodemspier die penetratie onmogelijk of zeer pijnlijk maakte en raakte gefrustreerd door de behandelmethodes. Ze vond het veel te klinisch, en de focus van die behandelingen ligt volgens haar alleen maar op fysieke oorzaken, waarbij het mogelijk maken van penetratie het ultieme doel is.

Begin dit jaar studeerde Nienke af aan de Design Academy Eindhoven met haar project ‘Sexual Healing’: vijf objecten waarmee vrouwen met vaginisme, of een ander probleem rondom seksualiteit, buiten de klinische ruimte op zoek kunnen gaan naar plezier in seks. Deze week staat ze met haar project op de Dutch Design Week in Eindhoven, en wij spraken haar over penetratie, waarom haar ontwerpen geen seksspeeltjes zijn, en plastic dildo’s op een stokje.

Videos by VICE

Broadly: Vaginisme is niet direct een onderwerp waar ik aan denk bij het woord ‘design’. Waarom wilde je hier een project over maken?
Nienke: Ik denk dat er nog heel veel stappen gemaakt kunnen worden in het onderzoek naar vaginisme, vooral in de behandeling ervan. Tot aan de jaren negentig werd het nog ‘onwelwillendheid’ genoemd, en zelfs nu hebben sommige artsen er nog nooit van gehoord. Maar ik heb deze week al veel vrouwen gesproken die zich herkennen in mijn verhaal, dus ik ben zeker niet de enige.

Wat is jouw verhaal?
Vrouwen ervaren heel veel soorten problemen rondom seks, waarvan vaginisme de meest bekende is. In principe is het een mechanisme van je onderbewustzijn dat jou wil beschermen voor pijn of gevaar, waardoor je bekkenbodem op slot gaat. Dat komt vaak voor bij vrouwen na een traumatische ervaring zoals seksueel misbruik, een bevalling of een medische ingreep. Bij mij was het een combinatie van een vervelende medische en een vervelende seksuele ervaring. Daardoor had ik vanaf mijn 19e tot mijn 23ste last van een blokkerende bekkenbodemspier, wat veel problemen veroorzaakte in mijn seksleven.

Wat heb je toen gedaan?
Ik ben naar de psycholoog, gynaecoloog, uroloog en de bekkenbodemfysiotherapeut geweest, maar van al die bezoeken werd ik op een gegeven moment nogal wanhopig. Je moet continu met je benen wijd bij iemand die je niet kent, de therapieën zijn pijnlijk en klinisch en hebben helemaal niets te maken met het prettiger maken van seks. Ze creëerden een grote afstand tussen mijn lichaam en mijn seksleven, en bovendien was het een enorme aanslag op mijn zelfvertrouwen en zelfbeeld. Het proces wat ik moest doorlopen, was enorm frustrerend.

Wat was er frustrerend aan?
Een bekende therapie voor mensen met vaginisme wordt aangeboden door bekkenbodemfysiotherapeuten. Deze maken gebruik van pelottes, plastic dildo’s op een stokje. Daar heb je vier of vijf maten van die in je vagina moeten – je begint altijd met de kleinste waarna je het opbouwt. Op de behandeltafel krijg je een buikmassage terwijl de pelottes in je vagina net zo lang heen en weer worden bewogen totdat je bekkenbodem genoeg ontspannen is. Dan kun je naar de volgende maat. Op de behandeltafel kan dit in principe wel werken, maar op het moment dat je in bed ligt en seks wil hebben, heb je hier niets aan. En hoe ontzettend tof mijn bekkenbodemfysiotherapeut ook was, verhalen over haar kinderen aanhoren terwijl zij met haar vingers in mijn kut zat, voelde niet echt alsof het iets zou verbeteren aan mijn seksleven.

Wat gebeurde er precies als je in bed lag met iemand met wie je seks wilde gaan hebben?
Toen ik echt last van mijn vaginisme kreeg, had ik een relatie. Ik vertelde hem eigenlijk niet dat ik de seks niet fijn vond, ik zag het meer als iets wat af en toe moest gebeuren en dan was ik er weer een paar dagen vanaf. Tegen het eind van die relatie gebeurde er helemaal niets meer en ging het uit. Daarna ben ik een aantal jaar vrijgezel geweest, een periode waarin ik wel regelmatig mensen mee naar huis nam; ik heb ook gewoon behoefte aan intimiteit.

Maar dat werkte vaak averechts, ook doordat ik een paar nare dingen meemaakte. Ik wist wel dat het eigenlijk niet ging, maar ik wílde zo graag. Dus ik dacht: als ik nou geil genoeg ben, lukt het deze keer wel. Maar dat was nooit het geval. Toch had ik dan seks, omdat ik het gevoel had dat ik dat verschuldigd was aan die jongen die ik mee naar huis nam. Ik durfde geen nee meer te zeggen zodra we bezig waren. Dat heeft het probleem veel erger gemaakt.

Je hebt er nu geen last meer van – hoe is dat gelukt?
Voor mij bleek de oplossing vooral te liggen in de psychische kant van het probleem, en de therapieën legden de nadruk juist erg op het vinden van een fysieke oorzaak. Soms vroegen mensen aan mij of het niet gewoon tussen mijn oren zat. Die vraag ervaarde ik als een aanval: als iets ‘tussen je oren zit’, klinkt het alsof je probleem niet serieus genomen wordt.

[tekst gaat verder onder de foto]

Toen ik langer nadacht over die vraag , besefte ik dat het probleem wel degelijk tussen mijn oren zat, maar dat daar ook gelijk de oplossing lag. Op een gegeven moment was ik aan het daten met een hele leuke en aantrekkelijke jongen, en na onze derde date wilde ik het hem vertellen. Hij vroeg toen: “Als ik een erectieprobleem zou hebben, zou je me dan dumpen?”

Zijn reactie nam de druk helemaal weg, en na een aantal weken was ik over mijn vaginisme heen. Ik had nooit gedacht dat ik op deze manier ooit nog seks zou kunnen ervaren. Nu, met mijn nieuwe vriend, gaat het allemaal nog veel beter omdat ik het nu helemaal achter me kan laten. Mijn seksleven met mijn nieuwe vriend heeft niets meer te maken met het overkomen van die problemen, het is gewoon een nieuwe fase.

En nu sta je op de Dutch Design Week met een project over vaginisme.
Ik vind het leuk om ontwerpen te combineren met de medische wetenschap. Voor dit project heb ik gesproken met mijn gynaecologen, seksuologen, psychologen en bekkenbodemfysiotherapeuten, om zo tot een nieuwe therapie te komen voor het probleem, zonder het klinische aspect. Dat vond ik het belangrijkst: dat vrouwen in hun eigen omgeving en op hun eigen tempo kunnen herontdekken waar ze opgewonden van raken – daarom heb ik ook veel met andere vrouwen gesproken die dit hebben meegemaakt. De objecten nodigen uit om te experimenteren en te ontdekken wat je seksuele voorkeuren zijn. De ‘brush’ is bijvoorbeeld bedoeld om langzaam te wennen aan aanraking, maar je kan hem ook als zweep gebruiken.

Kinky!
Ja, maar het zijn geen seksspeeltjes. De meeste vrouwen die therapie ondergaan voor vaginisme zijn nog helemaal niet toe aan die ‘vulgaire’ kant van seks. Maar mensen zijn nu eenmaal seksuele wezens en sommige vrouwen die ervaring hebben met seksueel misbruik, willen niet altijd met fluwelen handschoentjes aangepakt worden.

Vind je penetratie bij seks belangrijk?
Mensen vroegen mij wel eens of ik die penetratie niet gewoon kon weglaten, want ‘er zijn nog zoveel andere manieren om plezier te beleven aan seks’. Allemaal leuk en aardig, maar uiteindelijk wil je die optie gewoon hebben. Dat ultieme moment, die samensmelting van twee personen, is juist wat seks heel leuk maakt.

Het hoeft voor veel vrouwen ook niet per se een doel te zijn, maar voor mij was dat wel iets wat ik heel graag wilde. Ik wilde niet opgeven dat die mogelijkheid er was. Maar tegelijkertijd vond ik het heel vervelend dat die behandeling zo erg op penetratie gericht is, want voor mij werd er een hele grote stap overgeslagen eigenlijk: voordat je klaar bent voor penetratie moet je op zoek kunnen gaan naar waar je opgewonden van raakt. Door de behandelingen die je ondergaat sta je vaak al zo ver af van datgene waar je geil van wordt dat je überhaupt niet toe bent aan penetratie.

Foto’s door Nicole Marnati

En hoe gaat dat in zijn werk?
Met het spiegeltje kan je naar je eigen vulva kijken, ook in het donker. Sommige vrouwen met een trauma vinden dit moeilijk, maar uit onderzoek is gebleken dat dit heel goed is voor het zelfvertrouwen van vrouwen. De twee speenvormige objecten geven een seintje wanneer je lichaam zich aanspant – bij vaginisme merken vrouwen heel vaak niet dat ze hun bekkenbodemspier aanspannen. In dit ontwerp zit een knijpsensor die vibreert zodra jij je bekkenbodemspier aanspant.

En wat is de volgende stap?
De objecten die ik deze week laat zien zijn nog prototypes. Ik wil nog veel meer wetenschappelijk onderzoek doen naar de vaginisme en de behandeling ervan. Wat ik probeer aan te tonen met dit project is dat ik, naast het maken van mooi en en nuttige objecten, ook een belangrijke rol zie voor het samenbrengen van verschillende specialismes binnen de medische wetenschap. Zo kan een hele nieuwe aanpak ontstaan.

Het is mooi geworden.
Ik vond het heel spannend om een project te doen over zo’n persoonlijk thema. Het was de ultieme motivator, maar soms ook een enorme druk op m’n schouders, omdat ik andere vrouwen niet teleur wilde stellen of tekort wilde doen. Maar ik ben heel blij dat ik deze negatieve ervaringen heb kunnen gebruiken voor iets waar ik nu trots op ben.

Dutch Design Week is nog tot en met 29 oktober te bezoeken, in Eindhoven.