Drugs

Lsd werd verboden omdat provo’s de paarden van Beatrix ermee wilden drogeren

verbodlsd

Op 4 oktober 1919 werd de eerste Opiumwet aangenomen in Nederland. Honderd jaar later blikken we terug op de geschiedenis, en kijken we naar de gevolgen én toekomst van drugswetgeving. Lees de komende weken meer hier.

Drugs waren begin jaren zestig zwaar verboden. Voor een klein brokje hasj kon je makkelijk een paar maanden de bak in draaien. Maar er was één uitzondering: lsd. Dat tripmiddel werd nog niet in de Opiumwet genoemd.

Videos by VICE

Inspecteurs van het Staatstoezicht op de Volksgezondheid schreven in 1962 nog dat lsd interessante medische toepassingen had, vertelt hoogleraar Moderne Geschiedenis Gemma Blok. “Maar dat veranderde snel nadat lsd in kleine hoeveelheden op de recreatieve markt terechtkwam. Het verbod was een klassiek voorbeeld van een paniekreactie.”

In de jaren vijftig werd lsd vooral gebruikt door psychologen en psychiaters. Ze noemden het een ‘psychotomimeticum’, een middel dat psychoses nabootst. Je hoeft maar een tienduizendste gram LSD te nemen en je begint al te hallucineren, je raakt verward en je kunt last krijgen van waanideeën. Zulke verschijnselen vertonen schizofreniepatiënten ook. Dat is precies wat lsd zo interessant maakte voor psychiaters. Met een beetje lsd hoopten psychotherapeuten zelf eens door te maken wat hun patiënten ervoeren.

Omdat het middel voornamelijk in therapeutische kringen werd verspreid, volgden al snel allerlei medische experimenten met het middel. Psychiaters gebruikten het tripmiddel bij traumaverwerking. Nieuwe behandelmethoden waren hard nodig, want het ‘concentratiekampsyndroom’ was destijds een veelvoorkomend probleem. De Tweede Wereldoorlog was niet zo lang geleden en een aanzienlijk deel van de Nederlanders kampte met trauma’s uit die periode. Met name de Nederlandse psychiater Jan Bastiaans zag in lsd een wondermiddel dat mensen in staat stelde hun trauma’s te accepteren.

Vanuit die wetenschappelijke kringen begon lsd zich steeds meer te verspreiden naar een algemener publiek. Een gram lsd was genoeg om tienduizend mensen te laten trippen. De drug verspreidde zich gemakkelijk, waardoor ook een kleine groep kunstenaars en schrijvers ermee in aanraking kwam.

“Lsd was uitermate schaars,” vertelt schrijver Peter ten Hoopen, die in zijn boek King Acid uitlegt hoe hij uitgroeide tot de voornaamste distributeur van lsd in Nederland. Hij wist in de vroege jaren zestig wat lsd op te snorren met de hulp van psycholoog Herman Cohen, wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de Universiteit van Amsterdam. Een mysterieus contactpersoon uit Engeland stuurde een theelepeltje wit poeder op via de post. Peter loste het poeder op in water en bedruppelde suikerklontjes met het mengsel. Samen met Herman verkocht hij honderden van zulke lsd-klontjes voor 5 gulden per stuk.

“We zagen onszelf als visionaire helden die onbekende binnenwerelden verkenden,” vertelt Peter. “De samenleving was toen heel burgerlijk. Alles wat afweek van de norm werd ‘subversief’ genoemd. Als je er ook maar een beetje anders uitzag vonden mensen je een ‘asociale’. Maar tijdens een lsd-trip kon je ineens gaan twijfelen aan alles waarvan je zeker wist dat het normaal was. Je kon ineens inzien hoe vreemd de samenleving eigenlijk was.

Ook de protestgroep Provo vond het tijd om de conservatieve cultuur op zijn kop te zetten. Maar een van de bekendste leden van Provo, Luud Schimmelpennink, vertelt dat ze niet van plan waren om zelf lsd te nemen. “We waren al met zoveel andere dingen bezig.” De Provo’s waren vooral bezig om aandacht te trekken voor hun protesten tegen de consumptiemaatschappij.

“Elke zaterdag organiseerden de Provo’s happenings op het Spui,” legt hoogleraar Gemma Blok uit. “Dat was altijd een kat-en-muisspel met de politie.” Met hun vreedzame protesten probeerden ze een lange neus te maken naar de maatschappij met zijn consumentisme, het kapitalisme en de rigide gezagsverhoudingen. “Iedereen ging kijken bij de acties van de Provo’s.”

Toen bekend werd dat prinses Beatrix met de Duitse prins Claus von Amsberg zou gaan trouwen, stortten de Provo’s zich vol op het verzet. De oorlog stond bij een groot deel van de bevolking nog haarscherp op het netvlies. Dat uitgerekend ons toekomstig staatshoofd met een mof zou trouwen, werd door velen ervaren als hoogverraad.

Er werden plannen gemaakt die de machthebbers zouden doen beven. Zo ontstond het idee om de ontzagwekkende kracht van lsd in te zetten om te protesteren tegen het huwelijk. De Provo’s verspreidden een pamflet waarop stond dat ze suikerklontjes met lsd aan paarden in de bruidsstoet van het Koninklijk echtpaar zouden geven. “Dat klonk natuurlijk gevaarlijk,” zegt Luud Schimmelpennink in een telefoongesprek. Maar de Provo’s waren niet echt van plan om een aanslag te plegen met lsd. “We wilden gewoon politici bang maken.” De geruchten werden daarom steeds wilder. Een paar dagen later werd er rondgebazuind dat de Provo’s lsd in het drinkwater van Amsterdam zouden gooien.

Tegelijkertijd publiceerde de Telegraaf een verhaal over lsd met de titel ‘LSD leidt tot krankzinnigheid, reeds vele jongeren in ’t verderf gestort’, waarin werd gesuggereerd dat je zelfmoordneigingen kreeg van lsd, of zelfs schizofrenie. “De overheid dient spoedig in te grijpen,” concludeerde de krant.

Dat liet de onderminister van Volksgezondheid, Aloysius Bartels, zich geen twee keer zeggen. Het huwelijk van prinses Beatrix moest koste wat kost ordelijk verlopen. Zonder al te veel discussie over medische toepassingen werd in één avond het verbod op lsd ingesteld. “In bijzonder korte tijd is de beschikking opgesteld”, meldde de Telegraaf op 11 februari 1966. Vanaf dat moment kon je maanden gevangenisstraf krijgen als je lsd had gebruikt.

“Paradoxaal genoeg heeft de populariteit van lsd juist na het verbod gepiekt,” vertelt Gemma. “Daarvoor werd het maar mondjesmaat gebruikt.” Maar halverwege de jaren zestig ontwikkelde er langzaamaan een cultuur van hippies die zich verzetten tegen conservatieve politici. Tegelijkertijd kwam er een grote stroom lsd vanuit de Verenigde Staten naar Nederland. De Amerikaanse Tim Scully en Nick Sand hadden zichzelf voorgenomen om de hele wereld van lsd te voorzien. Ze maakten zoveel ‘Orange Sunshine’ dat hun product ook in Nederland makkelijk te verkrijgen was.

De populariteit van lsd kwam daardoor op een hoogtepunt tijdens het Holland Pop festival in het Kralingse Bos in 1970, waar ongeveer 150.000 mensen op afkwamen. Dat festival was een historische gebeurtenis. Voor het eerst stond de politie oogluikend toe dat er drugs zoals hasj of lsd gebruikt werden. Een paar jaar later zou die houding uitgroeien tot het Nederlandse gedoogbeleid.

Maar zo’n gedoogbeleid is er voor lsd nooit gekomen. Het tripmiddel raakte steeds meer in opspraak. De medische experimenten van psychiater Jan Bastiaans stuitten op fel verzet van collega’s. De psychiater zou er onethische behandelmethoden op nahouden. Zijn patiënten waren veel te afhankelijk van Bastiaans, die ze doorgaans met ‘pa’ aanspraken. Bovendien noteerde hij zijn onderzoeksresultaten niet goed, waardoor een groot deel van de experimenten niet te controleren was. Onderzoek naar medische toepassingen van lsd is mede daardoor eind jaren tachtig een stille dood gestorven. De overheid wilde geen nieuwe vergunningen meer verlenen.

Toch zijn er de laatste jaren weer heel voorzichtig een paar onderzoeken gedaan naar de therapeutische aspecten van lsd. De Maastricht University onderzoekt bijvoorbeeld of microdoses lsd de creativiteit verhogen. Nogal wat Nederlanders hebben de laatste jaren met microdoses geëxperimenteerd. Een marketingstudente bracht zelfs een fictieve lsd-drank op de markt: Limitless. Die drank mocht ze natuurlijk niet verkopen, want de Opiumwet blijft onverbiddelijk: lsd is een ‘onacceptabel risico’ voor de volksgezondheid.

Maar een deel van de LSD-fanaten weet de Opiumwet handig te omzeilen. Tegenwoordig kan je gewoon legaal een drug kopen die bijna precies hetzelfde effect heeft als LSD. Het nieuwere ‘1P-LSD’ is nog niet verboden, waarschijnlijk omdat niemand het heeft ingezet als dreigmiddel voor het Koninklijk Huis.