Brian, aka DJ BO, met één van de vele agenten die hem gedurende zijn gehele verblijf in Noord-Korea volgden.
Bij Noord-Korea denken we aan drie dingen: gevangeniskampen, het negeren van mensenrechten en militaire uniformen. We denken niet meteen aan vieze danspartijtjes. Totdat we een paar weken geleden met Brian Offenther belden, de voormalig manager van Mongoolse Elvis-imitator Nargie Presley (Google hem, hij bestaat echt!!!). In augustus 2012 is Brian Noord-Korea binnengeglipt, als onderdeel van een reisgezelschap. Zijn doel was om een set te draaien in het Koryo Hotel in Pyongyang. Hij noemde de feestavond Shake Your (m)Ass Games, in navolging van de Mass Games die ook die zomer plaatsvonden. Je weet wel, dat mega-evenement waar honderdduizenden Noord-Koreanen met ballen en linten in mooie rechte rijen een soort jazzbalet opvoeren voor hun leider. We belden Brian dus op en vroegen hem om te vertellen hoe het was om de eerste dj ooit in Noord-Korea te zijn.
Videos by VICE
In 2007 ben ik in Darkhan (een stad in het noorden van Mongolië) gaan wonen omdat ik bij het Peace Corps wou. Gek genoeg was ik opeens manager van een Elvis-imitator die in Mongolië vrij populair was. Na een tijdje was ik er klaar mee en verhuisde ik naar de hoofdstad, Ulaanbaatar. Hier opende ik een tent die ik The Cross-Eyed Gypsy noemde, naar het vriendinnetje dat ik in de VS achterliet. Daarna heb ik wat rondgezworven en uiteindelijk belandde ik in Shanghai, waar ik werk vond als dj. Ik ontmoette daar een aantal promotors en raakte al gauw betrokken bij Koryo Tours; vermoedelijk Noord-Korea’s grootste tourbedrijf. Ik kon met een groep toeristen mee naar Noord-Korea. Een buitenkans. Zeker toen ik me realiseerde dat er waarschijnlijk nog nooit een dj een setje heeft gedraaid in Noord-Korea. Ik houd ervan om dingen als eerste te doen. In Mongolië organiseerde ik de eerste eighties- en fifties-avonden, dus waarom zou ik niet de eerste dj ooit in Noord-Korea willen worden?
De officiële poster voor ‘The First Real DJ Party in the Democratic People’s Republic of Korea’.
We gingen via Beijing naar Noord-Korea. Daar liepen er constant twee of drie staatsagenten om me heen die alles wat ik deed nauwlettend in de gaten hielden.
Ik ging draaien in de karaokezaal van een groot hotel in Pyongyang. Het was extreem kitscherig aangekleed. De muren hingen vol met slechte replica’s van portretten van Kim Jong-Il, en de rest van de zaal was gevuld met neppe beelden en een hoop kamerplanten die ik aan de kant moest schuiven. Het geluid was slecht en er kon niet hard gedraaid worden. De opties waren zeer beperkt. Ik moest het er maar mee doen. Er waren aardig wat expats op mijn evenement afgekomen en die hadden allemaal vijftien euro betaald, want als buitenlander mag je niet met Noord-Koreaans geld betalen.
We begonnen toen de ruimte aardig gevuld was. Er waren ongeveer honderd personen in de zaal. Het was een bont gezelschap: buitenlanders die deel uitmaakten van toeristische tours, een Ultimate Frisbee-team, Yale-studenten en Roemeense diplomaten van rond de veertig die ik constant moest teleurstellen omdat ik geen obscure Roemeense disco in mijn playlist had. En dan had je natuurlijk nog de echte Noord-Koreanen die heel bang of heel nieuwsgierig waren.
De Noord-Koreanen dansten alsof het een brugklasdisco was.
Buiten de megachoreografieën voor hun politiek leider hebben Noord-Koreanen nooit gedanst. Vrijwillig dansen bestaat niet in Noord-Korea, dus de lokale bevolking had geen flauw idee wat ze moesten met een fenomeen als disco. Ik vertelde ze dat ze mee moesten bewegen en het feest veranderde langzamerhand in een vreemde Aziatische remake van Dirty Dancing.
Het was net Dirty Dancing of Footloose, ofzo.
Ik besloot te beginnen met Get Down With It van James Brown. Dit nummer zorgde ervoor dat de buitenlanders al snel met de voetjes van de vloer gingen. De Noord-Koreanen bleven echter stilstaan. De akoestiek was om te janken. Je hoorde de muziek wel, maar een echt feest was het nog steeds niet. Ik besloot de microfoon te pakken en eens door het publiek te gaan lopen. Ik jutte het publiek op en probeerde vooral de locals aan het dansen te krijgen. Ik pakte af en toen een Noord-Koreaanse schone bij de hand om met haar te dansen. Hierdoor miste ik wel een paar overgangen tussen twee nummers.
Het lukte me niet om de Noord-Koreanen aan het dansen te krijgen, zelfs niet voor even. De Noord-Koreanen bleven maar langs de muur staan, alsof het een brugklasdisco was. Ik besloot dat ik uit een ander vaatje moest gaan tappen en ik zette top 40-muziek op, shit die ik dus normaal gesproken absoluut niet zou draaien. Op een gegeven moment gooide ik Makes Me Wonder van Maroon 5 de zaal in. De Europeanen werden gek en pakten uiteindelijk zelf de Noord-Koreaanse dames vast, om ze te leren dansen. Ook YMCA van The Village People deed het goed. Ze pikten het meteen op. Het is namelijk een gechoreografeerde dans, iets waar de gemiddelde Noord-Koreaan over het algemeen ijzersterk in is. Datzelfde gold voor Let’s Twist Again.
De Europeanen hadden het naar hun zin. Ze leerden Noord-Koreaanse meisjes dansen.
Ik denk niet dat ik aan de wieg heb gestaan van een partyscene in Noord-Korea, maar de mensen begrepen het aan het eind van de avond wel. Er was een wederzijds begrip. Ik draaide echte partyklassiekers (als in: bruiloftklassiekers), maar er bestaat geen rock in Noord-Korea. Er bestaat eigenlijk ook geen pop, dus mijn canon van meezingers raakte kant noch wal. Er is geen internet en geen radio met muziek van buiten Noord-Korea, dus ik kan het de lokale bevolking ook absoluut niet kwalijk nemen. De nacht bereikte op geen enkel moment een punt van gemeenschappelijke extase. Toch heb ik het idee dat ik een lans heb gebroken voor de Noord-Koreaanse bevolking. Een kleine danslans.