Drugs

Heb ik een drankprobleem omdat ik elke dag drink?

Het is grappig dat we allemaal een “relatie” hebben met alcohol. Het is misschien het enige wat we consumeren dat we direct relateren aan de rest van onze levens. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die het had over z’n moeilijke band met gorgonzola, of die haar relatie met Cola Zero probeerde te verbeteren. Maar van fanatieke drinkers tot geheelonthouders; we hebben allemaal een persoonlijke band met drank.

Ik ben ook zo’n persoon. Feitelijk speelt alcohol – zoals bij bijna iedereen – een rol op elk belangrijk moment van m’n leven. Als Joodse baby van acht dagen moest m’n piemeltje het ontgelden en werd ik in slaap gesust met een druppeltje wijn. Mijn eerste kus – op het Reading Festival, het was 2009 – werd ingeleid door een mix van wodka en de goedkoopste cola uit de supermarkt. M’n achttiende verjaardag was alleen een excuus om mezelf strontlazarus te drinken. Introductieweek: gin, Jägerbombs en Kronenberg. Feesten, herdenkingen, verliefd worden en hartverscheurend liefdesverdriet hebben er altijd voor gezorgd dat ik – en m’n leeftijdsgenoten, ouderen en voorouders – een uitweg in de drank zochten.

Videos by VICE

Toen statistieken eerder deze maand aantoonden dat jongeren in het Verenigd Koninkrijk minder drinken dan ze ooit hebben gedaan, begon ik te twijfelen aan m’n eigen drinkgedrag. Terwijl ik terug naar huis slenterde na een avond in de kroeg, met een aantal glazen wijn in m’n lijf, vroeg ik mezelf af: is mijn relatie met alcohol wel echt oké? Ik dacht altijd dat iedereen van mijn leeftijd een beetje te veel dronk, maar dat het gewoon een soort van oké was, omdat we de eerste generatie zijn die het slechter heeft dan onze ouders: we zitten vast aan een eindeloze schuld, we zullen nooit een huis kunnen kopen, en zo voort tot in het oneindige. Maar wat bleek; dat is helemaal niet het geval.

M’n huisgenoten stelde me gerust, ze zeiden dat ik gewoon gezond ben. Ik werk van negen tot vijf, van maandag tot vrijdag. Ik drink nooit alleen, bijna nooit overdag en kan me de volgende ochtend altijd alles nog prima herinneren. Maar op hetzelfde moment drong het tot me door dat ik elke avond van de week wel alcohol drink. Ik kom zelden tot het punt dat alles vaag wordt, wat, tot nu, betekende dat er niks aan de hand was.

Maar ik wilde er zeker van zijn, dus besloot ik mijn drinkgewoontes een week lang bij te houden. Maandagavond was ik op een evenement in het centrum van Londen. Na een lange dag werk? Nou ja, iedereen ging naar de kroeg. Dinsdag had ik een Turks diner met drie glazen wijn, woensdag een werkborrel, donderdag een biertje op de bank met m’n huisgenoot. Ik dronk geen grote hoeveelheden, maar er was elke avond van de week wel ergens een flesje in het spel. Op vrijdagavond ging ik naar Wilderness Festival, en daar dronk ik een paar glazen gin. Zaterdag ging ik naar de Brighton Pride. Ik probeerde te tellen hoeveel ik dronk, maar om eerlijk te zijn ging dat een beetje moeilijk. Ik denk niet dat dat een goed teken is.

De auteur (midden) drinkt nog iets

Ik besloot contact te zoeken met James Nicholls, Directeur Onderzoeks- en Beleidsontwikkeling bij Alcohol Research UK. Voordat ik me druk begon te maken over mijn alcoholprobleem, wilde ik eerste weten of de hoeveelheid die ik dronk schadelijk was voor mijn gezondheid. Als dat niet het geval was, waarom zou ik me dan druk maken?

“De aangepaste overheidsrichtlijnen zijn veertien alcoholische drankjes per week – voor zowel mannen als vrouwen,” zei James. “De richtlijnen zijn gebaseerd op hoeveel je kan drinken, terwijl het risico dat je doodgaat aan een alcohol-gerelateerde ziekte onder de één procent blijft”

Al snel besefte ik, nadat ik had gecheckt wat ‘veertien eenheden’ precies inhoudt, dat ik – en de meesten van mijn vrienden – daar in een middagje wel overheen ga. Zes standaard glazen wijn? Zes grote glazen bier? In een hele week, dat is niks. Maar misschien ook niet: slechts 25% van de bevolking in het Verenigde Koninkrijk drinkt meer dan de aanbevolen limiet.

Toch maakte ik me met deze kennis in het achterhoofd niet heel veel zorgen. Tuurlijk, ik ben 23 en drink al ver boven de aanbevolen limiet, maar dat is een risico dat ik – voor nu – bereid ben te nemen. We maken dagelijks beslissingen die nadelig voor ons lichaam kunnen zijn – voor ons plezier, comfort of een kick. Wat voor mij belangrijk was, was dat het drinken een keuze bleef en geen noodzaak, en als ik naar m’n eigen drinkgedrag keek, was ik niet 100% zeker hoe dat bij mij zat

Dokter Sally Marlow werkt op het King’s College in Londen, met een specialisatie in verslaving en het stigma daarover. “Er is geen specifieke eigenschap of specifiek gen, geen allesomvattende definitie die zegt of je verslaafd bent of niet,” legt ze uit vanuit haar huis. Volgens Sally zijn de dingen die je in de kranten leest over alcoholverslaving “een grote hoop stront”. In plaats daarvan verzekerde ze me dat alcoholisme ontstaat uit een “complex samenspel tussen je genen en de dingen die in je leven gebeuren.”

In het kort: er was geen simpel antwoord op de vraag: “Heb ik een drankprobleem?”

Wat Sally ook duidelijk maakte was dat je een drankprobleem niet alleen kan afmeten aan de hoeveelheid alcohol die je drinkt. “Een zware drinker kan een tolerantie opbouwen, waardoor je steeds meer nodig hebt om hetzelfde effect te bereiken,” zei ze, waarbij ze wees op tabaks- en heroïne verslavingen als vergelijkbare voorbeelden; je begint langzaam, maar al snel verhoog je de inname om hetzelfde effect te krijgen.

“Met alcohol is het precies hetzelfde, maar dan langzamer: na een paar jaar heb je misschien meer nodig om te ontspannen, om te feesten, om zelfvertrouwen te hebben,” zei ze. “Mensen die met gemak een paar flessen wijn achteroverslaan, voelen misschien het effect dat jij voelt na een paar glaasjes.”
Dus niet alleen de kwantiteit is belangrijk. Sally gaf me een aantal voorbeelden van het gedrag dat alcoholisme kan aanwijzen: niet naar werk kunnen gaan door een kater, ruzie maken met vrienden, familie of je partner door de drank, gepakt worden voor rijden onder invloed, vechtpartijen veroorzaken, gevoelens van schaamte en schuld, black-outs waarbij je blijft functioneren maar je achteraf niet kunt herinneren wat er is gebeurd. Sally vertelde dat dit belangrijke signalen zijn – aanwijzingen dat je misschien een probleem hebt.

Na het gesprek met Sally wist ik dat ik – net als de meeste van mijn generatiegenoten – niet tot die categorie behoor. Niettemin is het ook duidelijk dat het lijntje tussen casual drinken en alcoholisme flinterdun is.

Ik kwam in contact met Jack. een lid van Anonieme Alcoholisten. Jack – nu dertig jaar oud – is sinds z’n eenentwintigste, toen hij realiseerde dat er iets mis was, nuchter. “Voor de buitenwereld was alles perfect: ik had een goed baan, een lange relatie, een leuk appartement,” zei hij, “maar als ik in de spiegel keek, vond ik wat ik zag verschrikkelijk.”

Voor Jack was drinken een manier om te ontsnappen. “Ben je vrolijk? Neem een drankje. Voel je je kut? Neem een drankje. Als ik zonder alcohol zat, was ik geïrriteerd, geprikkeld en een klootzak – ik was beter te verdragen als ik dronken was.

Ik vroeg Jack wat het moment was dat hij zich realiseerde dat hij een probleem had. Het bleek een lunch te zijn met zijn collega’s, waar hij – zoals hij zelf zegt – te ver ging. “Ik verloor bijna m’n baan, verloor klanten, verloor veel werk voor het bedrijf. Ik zette mezelf voor schut,” zei hij. “Laten we het zo zeggen: wanneer je een klant probeert binnen te halen, vraag dan niet of-ie met je naar bed wil – terwijl zijn vrouw naast hem zit.

Als Jack dronk, wist hij niet hoelang hij zou doorgaan. “Ik kon even de kroeg ingaan voor twee drankjes, en soms dronk ik er dan ook maar een paar, maar ik kon ook wakker worden de volgende dag zonder enige idee waar ik was.”

Ik kan het niet laten om te denken aan een dierbare vriend van me, een journalist, die eerder dit jaar meedeed aan Dry January. Het lukte hem om 31 dagen nuchter te blijven, maar hij klaagde er elke avond van de week over. Betekent dit dat hij een probleem heeft? Als dit het geval is, heeft iedereen die meedoet aan Dry January een probleem.

De grens tussen gezond en gevaarlijk is alarmerend vaag, maar een periode van nuchterheid en kijken hoe je je daarna voelt, lijkt me een goede eerste stap. Hoe dan ook, ik zal m’n drankgedrag vanaf nu beter in de gaten houden – en ik zal daarbij niet alleen letten op hoeveel ik drink, maar ook waarom.